Praktische tips bij een autobrand
Jaarlijks zijn er in Nederland meer dan 4500 autobranden. Deze branden kunnen om verschillende redenen ontstaan, waaronder kortsluiting, oververhitting van de motor, brandstoflekken en mechanische defecten. Ook zijn opzettelijke brandstichting en vandalisme vaak oorzaken van een autobrand. Het is belangrijk dat je weet hoe je bij brand moet handelen om jezelf en je medepassagiers te beschermen. Hieronder staan een aantal praktische tips over wat je precies moet doen wanneer je auto in brand staat, maar ook wat je vooral niet moet doen.
Wat moet je doen bij een autobrand?
Wat moet je vooral niet doen bij een autobrand?
Hoe kun je een autobrand voorkomen?
Autobrand in een plug-in hybride
Wat moet je doen bij een autobrand?
Autobranden brengen verschillende risico’s met zich mee, waaronder letsel aan inzittenden, schade aan eigendommen en milieuverontreiniging door de uitstoot van giftige stoffen. Daarom is het belangrijk om snel en adequaat te handelen bij een autobrand. Wees voorbereid, blijf kalm en volg de hieronder genoemde stappen om de kans op verwondingen te minimaliseren. Onthoud dat veiligheid altijd voorop staat.
- Zorg eerst voor veiligheid
- Waarschuw de hulpdiensten
- Blijf op veilige afstand van de auto
- Gebruik een geschikte brandblusser
- Volg de instructies van de hulpdiensten op
Zorg eerst voor veiligheid
Wanneer je merkt dat je auto in brand staat terwijl je aan het rijden bent, parkeer de auto dan onmiddellijk op een veilige plek. Zet vervolgens de motor uit en verwijder jezelf en de andere inzittenden zo snel mogelijk uit het voertuig. Houd je hoofd koel en raak niet in paniek. Laat je persoonlijke spullen achter in de auto. Het is belangrijker om jezelf en anderen in veiligheid te brengen dan bezittingen te redden. Zorg ervoor dat je te allen tijden een vluchtroute hebt om weg te komen van de brand. Laat jezelf niet in een situatie terechtkomen waarin je ingesloten raakt door het vuur. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in parkeergarages, tunnels, smalle straten of steegjes, file op de snelweg of op beveiligde en beperkt toegankelijke parkeerterreinen.
Beperkte uitgangen en rookvorming
Autobranden in tunnels kunnen zeer gevaarlijk zijn vanwege de beperkte uitgangen en de mogelijkheid van rookvorming die het zicht ernstig kan beperken. In smalle straten of steegjes kunnen brandende voertuigen de doorgang blokkeren en je in een benarde situatie brengen als je niet kunt ontsnappen. Als er een autobrand optreedt in een file op de snelweg, kan het moeilijk zijn om snel weg te komen. In een file is er meestal maar een beperkte ruimte tussen de voertuigen en als er maar één rijstrook open is, kan het moeilijk zijn om deze te verlaten (vooral als ook andere automobilisten proberen weg te komen).
Autobrand in een parkeergarage
In deze situatie is het belangrijk om snel te handelen en te proberen om een veilige uitgang te vinden. Als je merkt dat je bent ingesloten door rook of vuur, probeer dan rustig te blijven en zoek naar de dichtstbijzijnde uitgang. Als ontsnappen niet mogelijk is, probeer dan een veilige plek te vinden waar je beschutting hebt tegen het vuur. In parkeergarages kunnen autobranden zich snel verspreiden vanwege de beperkte ventilatie en de nabijheid van andere voertuigen. Hierdoor kan rook en hitte zich ophopen, waardoor het moeilijk kan zijn om te ontsnappen.
Blijf kalm
Blijf kalm en waarschuw andere mensen in de parking voor de brand. Spoor hen aan om de parkeergarage zo snel mogelijk te verlaten. Als de parkeergarage is uitgerust met een brandalarm, activeer dit dan onmiddellijk om de hulpdiensten te waarschuwen. Bel 112 en meld de brand. Geef de exacte locatie van de parkeergarage, het parkeerdek en het sectienummer door en beschrijf de situatie ter plaatse zo gedetailleerd mogelijk.
Volg de aangegeven vluchtroutes
Als je in staat bent om de brand veilig te blussen met een brandblusser, probeer de brand dan te doven. In de meeste grote parkeergarages zijn brandblussers verplicht. Als er rook aanwezig is, blijf dan dicht bij de grond, waar de lucht meestal schoner is. Gebruik een stuk kleding of een doek om je neus en mond te bedekken om inademing van rook te minimaliseren. Als je niet in staat bent om de brand te blussen, verlaat dan onmiddellijk de parking (als dit mogelijk is) via de dichtstbijzijnde uitgang. Volg de aangegeven vluchtroutes als die aanwezig zijn. Gebruik nooit de liften bij een brand in de parkeergarage, maar pak altijd de trap. Wanneer je buiten bent wacht dan op een veilige afstand van de parking en ga niet terug het gebouw binnen, totdat de brandweer arriveert en de situatie onder controle heeft.
Waarschuw de hulpdiensten
Een autobrand kan ook uitbreken op de openbare weg. Zet dan de wagen onmiddellijk op een veilige plek (als dit mogelijk is), zet de motor uit, stap uit en haal zo snel mogelijk alle medepassagiers uit het voertuig. Bel 112 om de brandweer te alarmeren en geef je exacte locatie door. Vermeld de straatnaam en het huisnummer, het kruispunt waar je staat, kilometerpunten op de snelweg, of eventuele andere aanwijzingen die kunnen helpen om je locatie snel te identificeren.
Wees duidelijk
Wees duidelijk dat het om een autobrand gaat. Beschrijf de situatie zo beknopt en duidelijk mogelijk, om een snelle en effectieve respons te garanderen. Als er meer dan één voertuig bij het incident is betrokken, geeft dan exact aan hoeveel auto’s er precies in brand staan. Geef ook het aantal slachtoffers en hun toestand door. Als er specifieke risico’s zijn (zoals bijvoorbeeld een gevaarlijke lading in de kofferbak of andere potentiële gevaren) geeft dan ook deze informatie duidelijk door.
Blijf op veilige afstand van de auto
Houd minstens 50 meter afstand van de brandende auto om jezelf te beschermen tegen rook en mogelijke ontploffingen (vooral wanneer er brandstoflekkages zijn). Het is zeer gevaarlijk om te dicht bij een brandend voertuig te blijven staan. De rook die vrijkomt bij een autobrand is giftig en kan leiden tot ademhalingsproblemen en zelfs verstikking als je teveel van de rook inademt. Dit kan al snel leiden tot bewusteloosheid. Bovendien kunnen de temperaturen in de directe nabijheid van een brandende auto extreem hoog zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Zelf op enige afstand van de vlammen kan de hitte nog steeds gevaarlijk zijn. Tijdens een autobrand kunnen onderdelen van het voertuig (zoals banden, ramen en andere materialen) smelten of exploderen. Deze kunnen gevaarlijk wegschieten en ernstige verwondingen veroorzaken. Om deze risico’s te vermijden is het essentieel om een veilige afstand van tenminste 50 meter van het brandende voertuig te bewaren.
Gebruik een geschikte brandblusser
Als de brand klein is en je hebt een geschikte brandblusser paraat, probeer de vlammen dan te doven. Richt de brandblusser op de basis van het vuur en gebruik korte stoten. Gebruik bij het blussen géén water. Water op een brandende auto spuiten kan leiden tot elektrische schokken en olie- en brandstofverspreiding. Dit kan de brand verergeren. Brandblussers die geschikt zijn voor het blussen van autobranden zijn doorgaans blusmiddelen met het classificatielabel ‘ABC’ of ‘BC’. Dit zijn veelzijdige blusmiddelen die effectief zijn bij het blussen van verschillende soorten branden, waaronder branden van brandstoffen van voertuigen.
ABC-brandblusser
Een ABC-brandblusser bevat meestal een poeder dat effectief is bij het blussen van branden van vaste stoffen (zogenaamde klasse A-branden). Vaste stoffen-branden omvatten bijvoorbeeld houtbranden, papierbranden, kartonbranden, textielbranden, matrasbranden, plasticbranden, meubelbranden en kurkbranden. Daarnaast is het poeder van een ABC-blusser geschikt voor het blussen van brandende vloeistoffen (zogenaamde klasse B-branden). Vloeistofbranden omvatten onder andere brandstofbranden (branden van brandstoffen zoals benzine, diesel of kerosine), oliebranden, alcoholbranden, verfbranden, oplosmiddelenbranden, lakbranden en terpentinebranden. Een ABC-brandblusser is ook geschikt voor het blussen van gasbranden (zogenaamde klasse C-branden). Gasbranden omvatten onder meer aardgasbranden, propaangasbranden, methaangasbranden, waterstofbranden, butaangasbranden, propeengasbranden en diboraangasbranden.
BC-brandblusser
Een BC-brandblusser is specifiek ontworpen om branden van vloeistoffen en gassen te bestrijden. Aangezien brandstoflekkages vaak voorkomen bij autobranden, kunnen BC-brandblussers bijzonder effectief zijn in deze situaties. Ze laten geen residu achter die schade aan de elektrische systemen van het voertuig kunnen veroorzaken. Het blusmiddel in een BC-blusser bestaat meestal uit een droog chemisch poeder (zoals natriumbicarbonaat of kaliumbicarbonaat), dat reageert met de brandbare stoffen om de brand te doven. De combinatie van natriumbicarbonaat of kaliumbicarbonaat met een geschikte stroomversneller, zorgt ervoor dat het poeder goed kan worden verspreid en effectief is bij het blussen van vloeistof- en gasbranden.
Geen elektrische geleiding
Het droge poeder heeft ook als voordeel dat het geen elektriciteit geleidt, waardoor het veilig kan worden gebruikt bij het blussen van branden in de buurt van elektrische apparatuur. Het bluspoeder vormt een laagje op het oppervlak van de brandbare vloeistof, waardoor de zuurstof wordt afgesloten en de brand wordt gesmoord. Het poeder absorbeert de hitte en vermindert de ontvlambaarheid van de vloeistof. Bij gasbranden onderbreekt het droge poeder de chemische reactie van de brand door het wegnemen van het thermodynamische evenwicht in de vlammen, waardoor de brand wordt gedoofd.
Beperkte hoeveelheid blusmiddel
Bij het blussen van een autobrand met een brandblusser is het belangrijk om te onthouden dat brandblussers maar een beperkte hoeveelheid blusmiddel bevatten. Daarom is het verstandig om dit alleen te proberen als de brand nog klein en beheersbaar is. Als de brand zich te snel verspreidt of te groot wordt, moet je onmiddellijk de hulpdiensten bellen en jezelf en anderen op een veilige afstand houden. Volg altijd de instructies op de brandblusser op en zorg ervoor dat je precies weet hoe je deze moet gebruiken, voordat je in een noodsituatie terechtkomt.
Riskant
Het gebruik van een brandblusser kan riskant zijn als je niet weet wat je doet. Daarom is het altijd veiliger om de brandweer te laten zorgen voor de bestrijding van een autobrand. Als je twijfelt over je vermogen om de autobrand zelf veilig te kunnen blussen of als de brand te groot of intens is, neem dan direct voldoende afstand van het voortuig, bel 112 en wacht op de brandweer.
Volg de instructies van de hulpdiensten op
Zodra de brandweer arriveert, volg je hun aanwijzingen op en laat je hen het werk doen. Als je zelf de melder van autobrand bent, identificeer jezelf dan aan de hulpdiensten en geef ze eventuele belangrijke informatie, zoals mogelijk gevaarlijke stoffen in het voertuig. Blijft uit de buurt van de rook en blijf aan de zijwindzijde van de brandende auto, om blootstelling aan de giftige stoffen die in rook aanwezig zijn te vermijden. Als er gewonden zijn bied dan (indien mogelijk) medische hulp totdat de professionele medische hulpverleners ter plaatse zijn.
Hinder de brandweer niet
Zorg ervoor dat je de brandweerlieden en andere hulpverleners niet hindert en biedt alleen assistentie als daar specifiek om wordt gevraagd. Blijf beschikbaar voor informatie. Als de brandweer of de andere hulpdiensten aanvullende informatie nodig hebben, is het belangrijk dat ze je kunnen vinden om vragen te beantwoorden. Onthoud dat de brandweer is getraind om met autobranden om te gaan en de benodigde uitrusting heeft om ze adequaat te bestrijden. Je eigen veiligheid en die van anderen heeft de hoogste prioriteit bij een brand.
Wat moet je vooral niet doen bij een autobrand?
- Open de motorkap niet
- Gebruik geen water bij het blussen
- Gebruik geen zand bij het blussen
- Neem geen onnodige risico’s
Open de motorkap niet
Wanneer je de motorkap opent terwijl er een brand in de motorruimte woedt, kan dit zuurstof naar het vuur trekken en de brand verergeren. Door de motorkap te openen kun je jezelf blootstellen aan de vlammen en hitte, wat ernstig letsel kan veroorzaken. Bovendien kan de motorkap vastzitten of moeilijk te openen zijn, waardoor het openen ervan extra tijd kost (tijd die je niet hebt als de brand zich snel verspreidt). Laat het openen van de motorkap over aan de brandweer. De brandweer heeft speciaal gereedschap en materialen om autobranden op een gecontroleerde en veilige manier te blussen. Zij zullen de motorkap openen en de nodige stappen ondernemen om de brand te doven en mogelijke gevaren te minimaliseren.
Gebruik geen water bij het blussen van de autobrand
Gebruik bij het blussen géén water. Dit kan elektrische problemen veroorzaken en de brandstofverspreiding bevorderen. Moderne auto’s zitten vol elektrische systemen en bedrading. Als je water op een brandend voertuig spuit, loop je het risico dat het water elektrische circuits bereikt, wat kan leiden tot kortsluiting en elektrische schokken. Dit kan het gevaar juist vergroten in plaats van de brand te doven. Water kan brandstoffen zoals benzine of diesel verspreiden in plaats van blussen, waardoor het vuur verder wordt aangewakkerd. Bovendien kan het snelle afkoelen van hete motoronderdelen met water leiden tot thermische spanningen in metalen onderdelen (zoals de motor, uitlaat of remmen). Hierdoor kan structurele schade aan het voertuig ontstaan.
Stoomvorming
Het toevoegen van water aan een hete brand kan resulteren in snelle verdamping, wat kan leiden tot stoomvorming. Stoom kan gevaarlijk zijn en tot ernstige brandwonden leiden. Tevens kan de druk die ontstaat door verdampend water leiden tot explosies. In plaats van water te gebruiken is het veiliger om de autobrand te blussen met een geschikte brandblusser (als je deze bij de hand hebt en het vuur nog beheersbaar is). Brandblussers zijn ontworpen om specifieke branden (zoals die van brandstof) te blussen zonder de bovenstaande risico’s.
Gebruik geen zand bij het blussen van de autobrand
Gebruik bij het blussen van een autobrand ook geen zand. Het effect van zand kan beperkt zijn en kan leiden tot mechanische schade aan de wagen. En hoewel zand in sommige situaties kan helpen bij het blussen van bepaalde branden (zoals branden van vaste stoffen), is het over het algemeen geen geschikt blusmiddel voor een autobrand. Zand is niet bijzonder effectief in het blussen van vloeistofbranden, zoals benzinebranden, dieselbranden en oliebranden. Het zal de brand niet doven, maar eerder verspreiden. Dit kan leiden tot het verergeren van de brand in plaats van het te doven. Bij een autobrand zijn vaak ontstekingsbronnen aanwezig, zoals vonken en hete metalen onderdelen. Als zand wordt gebruikt om de brandstof te bedekken, kunnen deze ontstekingsbronnen nog steeds aanwezig zijn en tot een explosie of herontsteking van de brand leiden.
Verstopping van brandstofsystemen en mechanische onderdelen
Bovendien kan het aanbrengen van zand op de brandhaard moeilijk zijn en is het meestal lastig om de brand volledig te bedekken. Er kunnen dan verborgen brandhaarden in het voertuig blijven bestaan. Tevens kan het gebruik van zand als blusmiddel bij een autobrand leiden tot verstopping van brandstofsystemen en mechanische onderdelen, wat de schade aan het voertuig kan vergroten. In plaats van zand is het beter om een ABC- of een BC-blusmiddel te gebruiken. Deze blusmiddelen zijn effectief in het blussen van brandstofbranden en veroorzaken minder schade aan elektrische en mechanische onderdelen.
Neem geen onnodige risico’s
Laat het blussen over aan de brandweer. Dit zijn professionals die precies weten wat ze doen en wat de gevaren zijn van een autobrand. Als je niet zeker weet welk type brandstof in het voertuig wordt gebruikt, moet je niet te dicht bij de brand naderen. Verschillende branden vereisen ten slotte verschillende blusmethoden. Houd bij het blussen dan ook altijd een veilige afstand. Als je geen geschikte brandblusser bij de hand hebt voor het type brand dat je probeert te blussen, moet je niet proberen om de brand toch te bestrijden. Het gebruik van een verkeerd blusmiddel kan de situatie verergeren.
Brandgevaarlijke kleding
Draag geen ontvlambare kleding zonder bescherming bij het blussen van een autobrand. Textiel dat niet is behandeld met vlamvertragende chemicaliën kan snel vlam vatten. Kleren die wel zijn behandeld met vlamvertragende chemicaliën of die voldoen aan de veiligheidsnormen, kunnen de kans op brandwonden verminderen. Kleding gemaakt van synthetische vezels (zoals polyester en nylon) is brandgevoeliger dan natuurlijke vezels. Dit komt doordat synthetische vezels meestal zijn afgeleid van aardolieproducten en andere chemische verbindingen, die een hogere ontvlambaarheid hebben in vergelijking met natuurlijke vezels. Synthetische vezels kunnen smelten en druppelen bij verhitting, wat ernstige brandwonden kan veroorzaken. Kledingstukken gemaakt van plastic (zoals bijvoorbeeld regenjassen) kunnen bij verhitting vastsmelten aan de huid.
Kleding met losse en ruime pasvorm
Kleding met een losse en ruime pasvorm kan gemakkelijk in contact komen met open vlammen of hittebronnen. Let daar dus op als je gaat blussen. Kleren met open zakken kunnen dienen als een ‘opvangbak’ voor brandbare materialen (zoals bijvoorbeeld papieren zakdoekjes of aanstekers), die brand kunnen veroorzaken als ze in contact komen met vuur. Ook kan kleding met decoratieve elementen (zoals kralen, pailletten en franjes) kan gemakkelijk vlam vatten. Daarom is het belangrijk om je bewust te zijn van de aard van de kleding die je draagt, wanneer je een autobrand gaat blussen.
Hoe kun je een autobrand voorkomen?
Je kunt de kans op een autobrand minimaliseren door regelmatig onderhoud aan het voertuig te laten uitvoeren, zoals olieverversingen, remcontroles en inspectie van de brandstofleidingen. Zorg ervoor dat het brandstofsysteem in goede staat verkeert en dat er geen brandstoflekkages zijn. Dit omvat de brandstofleidingen, brandstoftank en brandstofslangen. Vermijd oververhitting van de motor door regelmatig de koelvloeistofniveaus te controleren en ervoor te zorgen dat het koelsysteem goed functioneert. Bewaar geen brandbare materialen of brandbare voorwerpen in de auto, zoals gasflessen, ontvlambare vloeistoffen, aanstekers of spuitbussen. Ook elektrische gebreken kunnen autobrand kunnen veroorzaken. Let daarom op elektrische problemen zoals kortsluitingen en laat deze onmiddellijk repareren.
Niet roken en de juiste brandstof tanken
Rook niet in de auto. Roken kan brandgevaarlijk zijn, vooral als smeulende sigarettenpeuken terechtkomen in de bekleding of afval. Als je merkt dat er brandstof lekt, zorg er dan voor dat niemand rookt of open vuur gebruikt in de buurt van het voertuig. Parkeer je auto op veilige plaatsen, weg van brandbare materialen, zoals bijvoorbeeld droog gras of een brandstofopslag. Gebruik ook geen ongeschikte brandstof. Zorg er altijd voor dat je de juiste brandstof voor je voertuig gebruikt. Het gebruik van onjuiste brandstof kan brandgevaar opleveren. Zet de motor af terwijl je aan het tanken bent. Dit minimaliseert het risico op brand. Als je merkt dat er problemen zijn met de auto (zoals olielekken of vreemde geluiden), rijdt dan zo vlug mogelijk naar de garage en laat deze problemen onmiddellijk repareren door een gekwalificeerde monteur.
Brandblusser in de auto
Wees voorbereid op een autobrand. Leer de basisprincipes van brandveiligheid en weet hoe je een autobrand kunt herkennen en wat je moet doen in geval van een brand. Het hebben van een geschikte brandblusser in de auto kan van pas komen om kleine branden snel te bestrijden voordat ze groter worden. Het is belangrijk dat de brandblusser in je auto voldoet aan de wettelijke vereisten en periodiek wordt gekeurd om ervoor te zorgen dat het effectief is in geval van brand. Ongeldige of verlopen brandblussers kunnen falen op cruciale momenten, waardoor een effectieve brandbestrijding niet mogelijk is.
Gecertificeerde brandbeveiligingsbedrijven
Daarom is het belangrijk om regelmatig de vervaldatum van je brandblusser te controleren. De keuring van brandblusserapparaten wordt meestal uitgevoerd door gecertificeerde brandbeveiligingsbedrijven. Deze bedrijven hebben de expertise om brandblussers te inspecteren, te onderhouden en te keuren volgens de wettelijke vereisten en normen. Ze controleren onder andere de integriteit van de behuizing, het functioneren van de spuitmond, de druk van het blusmiddel en de algemene staat van de brandblusser.
Blussen van een elektrische autobrand
De kans op brand in een elektrisch voertuig is ongeveer 10 keer kleiner, dan de kans op brand in een voertuig met een verbrandingsmotor. Maar het blussen van een elektrische autobrand is meestal wel veel lastiger. Dat komt omdat door de aanwezigheid van batterijen, de brand steeds opnieuw kan oplaaien. Zelfs na het blussen kan de autobrand opnieuw ontbranden. De verkoop van elektrische auto’s is de afgelopen jaren gestaag toegenomen. Dit is onder meer het gevolg van een groeiend bewustzijn van milieukwesties, zoals minder uitstoot van fossiele brandstoffen en het tegengaan van klimaatverandering. De Nederlandse overheid heeft verschillende stimuleringsmaatregelen genomen en subsidies in het leven geroepen, die de aanschaf van een elektrisch voertuig aantrekkelijker maken. Bovendien is de technologie van elektrische auto’s flink verbeterd en zijn er meer oplaadmogelijkheden gekomen.
Batterijen met zeer hoge spanning
Ook hebben autofabrikanten hun aanbod van elektrische voertuigen uitgebreid om te voldoen aan de vraag van consumenten. Er zijn nu verschillende auto’s beschikbaar in verschillende prijsklassen en segmenten, waaronder compacte auto’s, SUV’s en luxe modellen. Elektrische auto’s bieden steeds betere prestaties, met snellere accelaratie en grotere actieradiussen (bereik), als gevolg van geavanceerde batterijtechnologie en motorefficiëntie. Door de toename van het aantal elektrische voertuigen wordt de brandweer steeds vaker geconfronteerd met lastig te blussen autobranden. Elektrische auto’s worden aangedreven door batterijen met zeer hoge spanning, wat kan leiden tot elektrische gevaren voor hulpverleners. Het blussen van een brand die de batterij heeft aangetast, kan risico’s met zich meebrengen van elektrische schokken.
Lithium-ion batterijen
De meeste elektrische auto’s gebruiken lithium-ion batterijen, die gevaarlijk kunnen reageren op water. Als je probeert een brand in een elektrisch voertuig met water te blussen, kan dit leiden tot chemische reacties en het vrijkomen van schadelijke stoffen. Elektrische auto’s hebben grote batterijpakketten die veel energie bevatten. Als de batterij vlam vat, kan de brand zeer intens zijn en moeilijk te doven. In zeldzame gevallen kan een brand in een elektrisch voertuig leiden tot een fenomeen dat bekend staat als ‘thermal runaway’, waarbij de temperatuur van de batterij blijft stijgen en de brand zichzelf blijft voeden, zelfs nadat deze is geblust.
Brandbare koelvloeistoffen
Elektrische voertuigen bevatten uiteraard geen traditionele brandstoffen zoals benzine of diesel. Het brandbare materiaal in een elektrische auto is voornamelijk de batterij zelf, wat een andere benadering van brandbestrijding vereist. De accu’s van elektrische auto’s bevinden zich vaak in specifieke compartimenten en kunnen moeilijk toegankelijk zijn, wat het moeilijk maakt om bij de bron van de brand te komen. Sommige elektrische voertuigen gebruiken brandbare koelvloeistoffen voor hun batterijen, wat de brandbaarheid van de situatie vergroot. Om deze problemen bij het blussen van elektrische autobranden het hoofd te kunnen bieden, ontvangen brandweermensen en hulpverleners specifieke trainingen.
Schakel de stroomtoevoer uit
Wanneer er brand uitbreekt in je elektrische auto schakel dan direct de stroomtoevoer naar het elektrische systeem uit, om het risico op elektrische schokken te minimaliseren. Dit kan worden gedaan door de auto uit te schakelen en (indien mogelijk) de hoogspanningsbatterij uit te schakelen. Bel onmiddellijk 112 en meld duidelijk dat het gaat om een elektrische autobrand. Houd voldoende afstand van het voertuig in verband met mogelijke explosiegevaren en vermijd het inademen van de rook (die giftige dampen kan bevatten). Het is niet verstandig om de motorkap te openen omdat er dan meer zuurstof bij de brand kan komen, waardoor de brand in hevigheid kan toenemen. Probeer ook niet om zelf de batterij te verwijderen. Het verwijderen van de hoogspanningsbatterij uit een elektrische auto is gevaarlijk en mag alleen worden gedaan door getrainde professionals.
Lithium brandblussers
Als je besluit om de brand zelf te blussen gebruik dan een blusmiddel dat geschikt is voor elektrische autobranden. Er zijn inmiddels speciale ‘lithium brandblussers’ op de markt die specifiek zijn ontworpen om branden te blussen, die ontstaan in lithium-ion batterijen. Deze brandblussers bevatten een speciaal soort blusmiddel (meestal schuim). Gebruik in ieder geval geen gewone brandblusser omdat deze mogelijk niet effectief zijn bij het blussen en het risico op elektrische schokken vergroten. Ook het blussen van een elektrische auto met water wordt afgeraden. Niet alleen vanwege het risico op elektrische schokken, maar blussen met water kan ook leiden tot gevaarlijke chemische reacties en het vrijkomen van schadelijke stoffen.
Dompelbak
Omdat de elektrische autobranden door de aanwezigheid van batterijen steeds opnieuw kunnen worden aangewakkerd, worden de voertuigen soms één of meerdere dagen ondergedompeld in een waterbak. Door het onderdompelen in water kan de batterij worden gekoeld en kan worden voorkomen dat eventuele smeulende elementen ervoor zorgen dat de brand weer oplaait. Het voordeel van deze nogal rigoureuze blusmethode is dat je er vrij zeker van kunt zijn dat de brand is gedoofd. Door de afkoeling van de batterij is de kans op herontsteking nihil. Het grootte nadeel is natuurlijk dat de auto volledig total loss is en je op zoek kunt naar een andere voiture.
Blussen van een autobrand in een plug-in hybride
Een plug-in hybride heeft zowel een verbrandingsmotor als een elektrische aandrijving. Doordat er in deze voertuigen zowel brandstoffen (zoals benzine en diesel) als batterijen aanwezig zijn, ontstaan er ook een aantal extra risico’s in geval van autobrand. Plug-in hybride’s hebben nog steeds een brandstoftank voor de verbrandingsmotor. Als er brand uitbreekt in de buurt van de brandstoftank of als deze beschadigd raakt, kan er brandstof lekken die de brand verergerd.
Meerdere energiebronnen
Doordat plug-in hybride’s meerdere energiebronnen hebben (een verbrandingsmotor en een hoogspanningsbatterij), gaat het blussen van deze voertuigen gepaard met een aantal extra uitdagingen. Wanneer je brand ontdekt in je hybride auto schakel dan de stroomtoevoer af om de elektrische gevaren te verminderen. Waarschuw vervolgens de brandweer en meld duidelijk dat het gaat om een autobrand in een plug-in hybride. Blijf op veilige afstand van het voertuig.
Specifieke hybride systemen
Als je toch besluit om de autobrand zelf te blussen gebruik dan het juiste blusmiddel. Het type blusmiddel dat je moet gebruiken is afhankelijk van de aard van de brand (elektrisch, brandstof of beide). Zorg ervoor dat je bij aanschaf van een hybride auto precies weet welke blusmethoden je wel en niet mag toepassen op het voertuig. Wees je bewust van de specifieke hybride systemen, zodat je weet welke acties je bij een autobrand moeten ondernemen en welke acties je vooral achterwege moet laten. De specifieke risico’s en benodigde procedures kunnen variëren afhankelijk van het merk en model van de plug-in hybride. Ook bij een autobrand in een plug-in hybride geld: ga bij twijfel niet zelf blussen, maar bel 112. Brandweerlieden zijn getraind in het omgaan met branden in hybride voertuigen en weten precies welke maatregelen er genomen moeten worden, om de veiligheid van omstanders en de omgeving te waarborgen.
Blussen van een autobrand in een waterstofvoertuig
Waterstofbranden vereisen specifieke benaderingen en blusmiddelen vanwege de aard van waterstof als brandstof. Een waterstofauto wordt aangedreven door een elektromotor, maar in plaats van een batterij als energieopslagsysteem, gebruikt het waterstofgas (H2) als brandstof. De waterstof wordt in de auto omgezet in elektriciteit met behulp van een brandstofcel, die vervolgens de elektromotor aandrijft en het voertuig in beweging brengt. Waterstofgas is een zeer licht ontvlam gas dat bij concentraties in de lucht tussen 4% en 75% (explosiegrenzen) brandbaar is. Dit betekent dat als waterstof in de lucht in binnen deze explosiegrenzen aanwezig is en in contact komt met een ontstekingsbron (zoals bijvoorbeeld een vlam, vonk of heet oppervlak) het kan ontsteken en brand kan veroorzaken.
Zintuigelijk niet waarneembaar
H2 is 14 keer lichter dan lucht, waardoor het zich snel in de omgeving kan verspreiden. Waterstof is reukloos, kleurloos, smaakloos en niet giftig, maar kan in zich in gesloten ruimten ophopen en verstikking veroorzaken doordat het zuurstof verdringt. Vrijkomend waterstofgas is niet zichtbaar en brandt met een slecht zichtbare vlam. Hierdoor is een waterstofbrand moeilijk te blussen. Doordat H2 zintuigelijk niet waarneembaar is, zijn waterstoflekken lastig te detecteren.
Strenge veiligheidsnormen en protocollen
Daarom worden bij het ontwikkelen van waterstofbrandstofsystemen strenge veiligheidsnormen en protocollen gevolgd om het risico op brand te minimaliseren. Dit omvat het gebruik van veilige opslag- en transportsystemen, het implementeren van lekdetectie- en ventilatiesystemen en het ontwikkelen van veilige tankstations voor waterstof. Wanneer H2 wordt gebruikt volgens de veiligheidsrichtlijnen en -normen, kan het een zeer veilige en duurzame energiebron zijn. Waterstof is echter alleen duurzaam als het wordt gemaakt uit water en duurzaam opgewekte elektriciteit.
Waterstofbranden reageren anders dan conventionele branden
Als je geconfronteerd wordt met een brand in een waterstofvoertuig, zorg er dan eerst voor dat je jezelf en andere inzittenden uit de wagen haalt en in veiligheid brengt. Blijft op veilige afstand van de auto en bel 112. Meld aan de hulpdiensten dat het gaat om een autobrand in een waterstofvoertuig. Omdat waterstofbranden specifieke expertise en blusmiddelen vereisen, is het over het algemeen het beste om de brandweer te laten blussen. Brandweerlieden zijn getraind om met H2-branden om te gaan.
Gebruik geen standaard brandblusser
Als je zelf gaat blussen gebruik dan geen standaard brandblusser. Waterstofbranden reageren anders dan conventionele branden en kunnen verergeren als je ongeschikte blusmiddelen gebruikt. Blus een H2-brand niet met water. Water kan de situatie verergeren en het risico op explosies vergroten. Zorg ervoor dat je weet welke blusmethoden en blusmiddelen geschikt zijn voor jouw waterstofauto. Bij twijfel is het beter om het blussen van de autobrand over te laten aan de brandweer.
Blussen van een autobrand in een aardgasvoertuig
Ook het blussen van een autobrand in een aardgasvoertuig kun je het beste overlaten aan de brandweer. Auto’s die op aardgas (CNG) rijden, worden over het algemeen als veilig beschouwd. Aardgas is brandbaar, maar heeft een hogere ontbrandingstemperatuur en een beperkter ontbrandingsbereik in vergelijking met benzine of diesel. Dit betekent dat CNG minder brandgevaarlijk is dan traditionele brandstoffen. Bovendien zijn aardgastanks stevig gebouwd en ontworpen om hoge druk te weerstaan, wat de kans op lekkages vermindert. En hoewel aardgastanks doorgaans goed zijn afgedicht, bestaat het risico van lekkage. Goede ventilatie in garages of parkeergarages waar aardgasvoertuigen worden geparkeerd, is dan ook belangrijk om eventuele gasophopingen te voorkomen.
Veiligheidsnormen voor crashbestendigheid
Aardgasauto’s zijn uitgerust met veiligheidssystemen die aardgaslekken kunnen detecteren en de toevoer van gas kunnen onderbreken. Deze systemen zijn ontworpen om ongevallen te voorkomen en te reageren op noodsituaties. Auto’s die op CNG rijden moet voldoen aan strikte veiligheidsnormen voor crashbestendigheid en de aardgastanks worden vaak beschermd door de carrosserie van het voertuig.
Specifieke expertise en apparatuur
Zorg er bij brand voor dat je jezelf en je medepassagiers eerst in veiligheid brengt en blijf op een veilige afstand van het aardgasvoertuig. Bel 112 en meld dat de autobrand woedt in een wagen die rijdt op aardgas. Net zoals branden in waterstofauto’s vereisen ook branden in aardgasauto’s specifieke expertise en apparatuur om te blussen. Daarom is het raadzaam om op de brandweer te wachten en niet zelf te proberen om de brand te blussen. Dit kan het risico op letsel vergroten. Gebruik in ieder geval nooit water om een aardgasbrand te blussen. Water kan gas verspreiden en de situatie verergeren.
Zorg dat je weet hoe je moet handelen
De kans dat je ooit te maken krijgt met een autobrand is dan misschien niet zo heel groot, maar als het gebeurt is het belangrijk dat je weet hoe je moet handelen. Jouw veiligheid en die van je medepassagiers hebben altijd de hoogst prioriteit. Verlaat het voertuig onmiddellijk, bel 112 om de hulpdiensten te waarschuwen en volg hun instructies nauwgezet op. Het is riskant om zelf te proberen om een vergevorderde autobrand te blussen, omdat dit type branden zeer onvoorspelbaar kunnen zijn en specifieke expertise vereisen. Wees je bewust van de risico’s, handel met voorzichtigheid, en blijf op een veilige afstand van het voertuig. Preventie, regelmatig onderhoud en veilig rijgedrag kunnen het risico op een autobrand verminderen.