Waarom neemt het kabinet maatregelen tegen de uitstoot van stikstof?
Stikstofuitstoot is schadelijk voor de kwetsbare natuur en biodiversiteit. De lucht die we inademen bestaat voor ongeveer 78 procent uit stikstof. Deze stikstof is op zichzelf genomen dan ook niet schadelijk voor mensen, dieren of het milieu. Maar er zijn echter ook stikstofverbindingen in de atmosfeer, die wel schadelijk zijn voor mensen en de leefomgeving. Het gaat dan om zogenaamde stikstofoxiden en ammoniak. Stikstofoxiden bestaan voor een deel uit zuurstof en voor een deel uit stikstof. Deze chemische verbindingen komen onder andere in de atmosfeer terecht, door het verbranden van fossiele brandstoffen in het verkeer (uitlaatgassen) en door industriële processen. Ammoniak bestaat voor een deel uit stikstof en voor een deel uit waterstof. Deze chemische verbindingen komen voor een klein deel ook in de lucht terecht door uitstoot in het verkeer, industriële processen en bouwactiviteiten, maar voor het grootste deel is de ammoniakuitstoot afkomstig van bemesting door boeren.
Waarom is mest belangrijk voor de landbouw?
Hoe komt ammoniak in de natuur terecht?
Wat wordt er bedoeld met stikstofdepositie?
Welke maatregelen neemt het kabinet om bouwprojecten door te kunnen laten gaan?
Waardoor werd de stikstofcrisis veroorzaakt?
Waarom is mest belangrijk voor de landbouw?
Mest is rijk aan allerlei mineralen zoals stikstof, fosfaten en kalium, maar bevat ook andere belangrijke voedingsstoffen zoals eiwitten en vetzuren. In de agrarische sector wordt gebruikgemaakt van zowel dierlijke mest als kunstmest. Door bemesting kunnen landbouwgrond en de gewassen die erop worden geteeld, worden voorzien van nieuwe voedingsstoffen. Hierdoor wordt de groei van tarwe, gerst, suikerbieten en andere gewassen sterk bevorderd. Zonder het gebruik van mest zou het een stuk lastiger en duurder zijn om gewassen van hoge kwaliteit te produceren. Een gedeelte van de mest verdampt en komt als ammoniak in de atmosfeer terecht.
Hoe komt ammoniak in de natuur terecht?
Wanneer het regent komt de ammoniak weer omlaag en in de bodem en het oppervlakte- en grondwater terecht. Dat is niet alleen schadelijk voor de gezondheid van mensen, maar tast ook het leefgebied aan van tal van diersoorten. Te veel ammoniak kan er toe leiden dat een heleboel flora en fauna in een bepaald gebied volledig verdwijnt. Zeldzame planten die goed gedijen op een voedselarme bodem kunnen dan bijvoorbeeld worden verdrongen door onkruid zoals brandnetels. Hierdoor verdwijnen ook de beestjes die afhankelijk zijn van de zeldzame vegetatie. Het natuurlijke evenwicht van een ecosysteem in een bepaald gebied raakt dan ernstig verstoord.
Bescherming van kwetsbare natuur
Het kabinet heeft eind 2019 maatregelen opgesteld om de uitstoot van stikstof in ons land drastisch te verminderen. Deze nieuwe stikstofregels vielen niet in goede aarde bij de boeren, maar ook in de bouwwereld ontstond veel weerstand tegen de plannen van de overheid. Bij de nieuwe stikstofmaatregelen spelen de zogenaamde Natura 2000 gebieden een hele belangrijke rol. In deze Europese natuurgebieden worden dier- en plantsoorten in hun natuurlijke habitat beschermd, om de biodiversiteit zoveel mogelijk te kunnen waarborgen. Daarom moet de uitstoot van stikstofoxiden en ammoniak in de buurt van deze kwetsbare natuurgebieden, zoveel mogelijk worden beperkt. In ons land zijn inmiddels ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Het gaat dan onder andere om natuurgebieden in:
- de Biesbosch
- de Brabantse Wal
- de Brunssummerheide
- duingebieden op de Waddeneilanden
- De Groote Peel
- het Geuldal
- het Haringvliet
- de Kop van Schouwen
- het Markiezaat
- de Maas bij Eijsden
- het Naardermeer
- de Oostvaardersplassen
- de Veluwe
- de Oosterschelde
Wat wordt er bedoeld met stikstofdepositie?
Bij de stikstofmaatregelen speelt de stikstofdepositie een belangrijke rol. De stikstofdepositie is de hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak in de atmosfeer, die na verloop van tijd weer in de bodem of het oppervlakte- en grondwater terechtkomt. Volgens de plannen van het kabinet moet de stikstofdepositie in het jaar 2030 bij minstens de helft van deze natuurgebieden, onder de zogenaamde kritische depositiewaarden (KDW) liggen. Dit is de grens waarboven het risico bestaat dat de natuurlijke leefomgeving van bepaalde flora en fauna ernstig wordt aangetast door stikstofoxiden en ammoniak. Dat wil zeggen dat als de uitstoot onder deze waarden blijft, de natuur de vervuiling nog net aankan en de biodiversiteit niet in gevaar komt.
Wat betekent dit in de praktijk?
In de praktijk betekent dit dat de stikstofdepositie in het jaar 2030 met gemiddeld zo’n 255 mol/ha/jr (hectare per jaar) verminderd moet zijn. Een deel van deze stikstofreductie komt voort uit de maatregelen die het kabinet heeft opgenomen in het klimaatakkoord. Zo wil de overheid dat boeren meer gebruik gaan maken van groene meststoffen en ook andere bemesting-technieken gaan gebruiken. Daarnaast moeten de boeren hun diervoeding gaan aanpassen. De rest van de stikstofreductie moet worden behaald door het nemen van allerlei andere maatregelen. Het is de bedoeling dat tegen het jaar 2050 de agrarische sector helemaal klimaatneutraal is. Maar of dit ook daadwerkelijk haalbaar is?
Stikstofmaatregel krachtvoer
Nederlandse boeren hebben de afgelopen jaren verschillende keren gedemonstreerd tegen de stikstofmaatregelen van het kabinet. Vooral de boerenprotesten in 2021 en 2022 waren fel. De boeren hadden onder meer kritiek op de maatregelen ten aanzien van de diervoeding, die zou moeten worden aangepast. Het ging dan vooral om het krachtvoer dat koeien krijgen naast gras en hooi. Met dit krachtvoer – dat veel eiwit bevat – kunnen veehouders precies controleren hoeveel en welke voedingsstoffen hun koeien binnenkrijgen. Eiwit is een belangrijke bouwstof. Het bevordert niet alleen de groei van de dieren, maar is ook goed voor de melkproductie. Vooral kalveren hebben in hun eerste levensjaar extra eiwit nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. En nu net in dit eiwit zit stikstof. Dus wanneer er minder eiwit wordt verwerkt in het veevoer, dan is ook de concentratie stikstof in de mest minder. En dat betekent dat er uiteindelijk ook minder ammoniak in de lucht wordt uitgestoten.
Gras bevat te weinig eiwit
Daarom moest het veevoer volgens de overheid veel minder ruw eiwit gaan bevatten dan op dit moment het geval is. Volgens de toenmalige minister van Landbouw Carola Schouten zou er door de invoering van de veevoermaatregel een stikstofreductie van 0,2 kiloton kunnen worden behaald. Echter is het ineens stoppen met het toedienen van eiwit aan koeien zeer schadelijk voor deze dieren. Hun weerstand zou dan snel afnemen, waardoor de kans op infectieziekten aanzienlijk toeneemt. Bovendien zou ook de melkproductie drastisch afnemen als koeien minder eiwitten binnenkrijgen. Tot opluchting van veel veehouders werd de krachtvoermaatregel uiteindelijk niet ingevoerd, 0mdat uit een analyse bleek dat deze maatregel nauwelijks stikstofreductie oplevert. De analyse – uitgevoerd door de Wageningen Universiteit – toonde aan dat door de droge weersomstandigheden het gras in de weilanden (een belangrijk bestanddeel van het koeienvoer) minder eiwit bevat dan normaal gesproken. Dit eiwitten moesten daarom worden gecompenseerd via het krachtvoer van de koeien. Als de dieren niet voldoende eiwitten binnenkrijgen dan zou de gezondheid van de dieren – maar ook de melkproductie – direct in gevaar komen.
Stikstofreductie van 0,2 kiloton
De stikstofreductie van 0,2 kiloton was gebaseerd op de aanname dat veehouders het eiwitgehalte in het krachtvoer konden verlagen, zonder dat er negatieve gevolgen zouden zijn voor de gezondheid van de dieren en de melkproductie. Doordat de lage eiwitgehalten in het gras werd duidelijk dat het eiwitgehalte in het krachtvoer veel minder kon dalen dan uit eerdere analyses was gebleken. Met andere woorden: de stikstofreductie die het Ministerie van Landbouw voor ogen had was niet haalbaar.
Nauwelijks effect
Het uiteindelijke effect van de krachtvoermaatregel zou nihil zijn geweest. De boeren waren blij dat de krachtvoermaatregel van de baan was, omdat ze er voortdurend op hadden gehamerd dat de eiwitmaatregel de melkproductie en de gezondheid van de dieren ernstig in gevaar bracht. Het voeren van koeien met uitgebalanceerd voer is volgens de boeren precisiewerk. Voor de productie van goede melk is voldoende eiwit nodig. Als er niet voldoende eiwit wordt toegevoegd aan het krachtvoer dan kunnen koeien gewoonweg niet voldoende groeien en niet genoeg melk van hoge kwaliteit produceren.
Het kabinet moet de afspraken uit het Klimaatakkoord nakomen
De veehouders wilden zelf plannen maken om de stikstofuitstoot in hun sector de komende jaren te verminderen. Volgens minister Schouten waren de eisen van de boeren onuitvoerbaar. Het zou namelijk betekenen dat voor iedere veehouder (maar ook voor andere bedrijven binnen de agrarische sector) aparte plannen moeten worden opgesteld, goedgekeurd en gecontroleerd. In de praktijk is dat volgens haar niet mogelijk. Daarnaast liggen de afspraken uit het Klimaatakkoord vast en kan daar niet zomaar van worden afgeweken. Het kabinet is verplicht om deze afspraken na te komen en het klimaatbeleid uit te voeren.
Stikstofuitstoot in de bouw
Niet alleen de agrarische sector gaat gebukt onder de stikstofmaatregelen van het kabinet, maar ook bouwbedrijven zijn hierdoor in de problemen gekomen. Bij deze sector komt vooral veel stikstof vrij door het gebruik van voertuigen en machines die worden ingezet bij de bouwactiviteiten. Het gaat dan niet alleen om zware transportmiddelen zoals vrachtwagens, shovels en hijskranen, maar bijvoorbeeld ook om bedrijfsbusjes die de timmermannen, elektriciens, metselaars, stukadoors, dakdekkers, schilders en tegelzetters naar de bouwplaatsen brengen.
Klimaatneutraal bouwen is lastig
Bijna alle grote transportvoertuigen en machines die tijdens bouwprojecten worden ingezet, draaien nog steeds op fossiele brandstoffen. De komende jaren blijft het gebruik van deze vervuilende voertuigen noodzakelijk, omdat de ontwikkeling van elektrische vrachtwagens, hijskranen en shovels nog maar in de kinderschoenen staat. Klimaatneutraal bouwen blijft voorlopig dan ook nog een lastige uitdaging. Op dit moment is er in ons land een tekort aan zeker 315.000 woningen. En de komende jaren zal dat tekort alleen nog maar toenemen.
Welke maatregelen neemt het kabinet om toch te kunnen bouwen?
Om toch woningen te kunnen blijven bouwen en een aantal belangrijke wegenbouwprojecten te kunnen laten doorgaan, neemt het kabinet verschillende maatregelen ten aanzien van de bouwsector zelf, de agrarische sector, de industrie en verkeer en vervoer.
- Verlaging van de maximum snelheid
- Controle op manipulatie AdBlue-systemen
- Uitkopen van varkensboeren
- Subsidies voor boeren die willen overschakelen op duurzame kringlooplandbouw
- Geen bouwvrijstelling meer
- Minder industriële stikstofuitstoot
- Verduurzaming scheepvaart
Verlaging van de maximum snelheid
De maximale snelheid op snelwegen wordt overdag verlaagd naar 100 kilometer per uur. Onderzoek door het RIVM heeft aangetoond dat een verlaging van de maximum snelheid de uitstoot van stikstof dusdanig reduceert, dat er ruimte vrijkomt voor de bouwsector om nieuwe woningen te bouwen. Echter is niet iedereen het daar mee eens. Bovag, de brancheorganisatie voor autohandelaren en garagehouders, heeft grote twijfels bij de verlaging van de snelheid en denkt dat de stikstofreductie verwaarloosbaar klein zal zijn. Deze maatregel zal volgens de Bovag wél een positieve uitwerking hebben op de luchtkwaliteit, verkeersveiligheid, doorstroming en het verminderen van geluidsoverlast, maar de uitstoot van stikstof zal door deze maatregel slechts worden teruggebracht tot hooguit 0,13%. Wanneer ook de maximumsnelheid op autowegen wordt verlaagd van 100 km naar 80 km, dan zal de stikstofreductie volgens de brancheorganisatie slechts 0,24% bedragen.
Controle op manipulatie AdBlue-systemen
AdBlue is een oplossing die wordt toegevoegd aan dieselvoertuigen om ze schoner te laten rijden. AdBleu systemen verlagen de uitlaatgassen en zetten schadelijke stoffen om in ongevaarlijke gassen. Echter is gebleken dat de AdBleu systemen bij een aanzienlijk deel van de vrachtwagens (tussen de 5 en 10 procent) niet goed werken. Vaak wordt het systeem doelbewust door transportbedrijven gemanipuleerd, om effectief te kunnen besparen op de onderhouds- en reparatiekosten. Deze manipulatie is wettelijk verboden. De overheid trekt extra geld uit voor de controle en handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), op het juiste gebruik van AdBleu systemen. Door deze handhavingsaanpak zou er volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in 2030 een stikstofreductie van ongeveer 2 mol per hectare per jaar kunnen worden behaald.
Uitkopen van varkensboeren
De komende jaren zal er ook worden ingezet op het uitkopen van varkensboeren die veel stikstof uitstoten (de zogenaamde piekbelasters). Hoewel het aantal varkensboeren de afgelopen jaren is afgenomen, telt ons land nog steeds meer dan 4.000 varkenshouderijen met meer dan 12 miljoen varkens. Voor boeren is het vandaag de dag niet gemakkelijk om een veehouderij te runnen. Enerzijds komt dat door de strenge wet- en regelgeving om het milieu te beschermen en de uitstoot van stikstof tegen te gaan. Anderzijds komt dat doordat steeds meer consumenten alleen nog maar vlees willen eten, dat op een diervriendelijke manier is geproduceerd. Dat brengt veehouders in een lastige positie. Daarom overwegen steeds meer boeren om te stoppen met hun bedrijf. De afgelopen jaren heeft de overheid een aantal subsidieregelingen in het leven geroepen om varkensboeren te stimuleren om hun bedrijf te sluiten. Ruim 500 boeren – vooral in Noord Brabant en de oostelijke provincies – hebben hier inmiddels gebruik van gemaakt. De opkoopregelingen moeten niet alleen leiden tot minder stikstofuitstoot, maar ook tot een vermindering van geuroverlast voor omwonenden.
Subsidies voor boeren die willen overschakelen op duurzame kringlooplandbouw
Daarnaast wil de overheid boeren die overstappen op duurzame kringlooplandbouw financieel ondersteunen met subsidies. Bij duurzame kringlooplandbouw komt er aanzienlijk minder stikstof terecht in de bodem, de lucht en het water. Bovendien zorgt deze vorm van landbouw voor meer biodiversiteit en wordt het dierenwelzijn verbetert. Bij kringlooplandbouw worden alle stoffen die door agrarische activiteiten in een bepaald gebied worden uitgestoten, ook weer worden teruggebracht in datzelfde gebied. Er ontstaat dan als het ware een ‘gesloten systeem’. Naast subsidieregelingen en fiscale regelingen biedt de overheid ook ondersteuning aan boeren om de transitie naar kringlooplandbouw te realiseren.
Geen bouwvrijstelling meer
Op 2 november 2022 bepaalde de Raad van State dat de zogenaamde ‘bouwvrijstelling‘ niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Daarom moest de bouwvrijstelling – die sinds 1 juli 2021 van kracht was – worden geschrapt. Met de bouwvrijstelling was in principe geen natuurvergunning meer nodig voor de bouw en sloop van huizen en de aanleg van wegen. En dat hield in dat bouwbedrijven bij de beoordeling van bouwprojecten geen rekening hoefde te houden met de stikstofeffecten tijdens de bouw- en aanlegfase. Bouwprojecten kwamen door de bouwvrijstelling dan ook veel gemakkelijker van de grond. Volgens de uitspraak van de Raad van State mag er alleen toestemming voor de bouw en de sloop van projecten worden gegeven, als voldoende is aangetoond dat beschermde natuurgebieden daarvan geen schade ondervinden. De rechtelijke uitspraak heeft grote gevolgen voor de bouwsector, omdat de stikstofuitstoot bij ieder bouw- en energieproject vanaf nu weer individueel moet worden beoordeeld.
Minder industriële stikstofuitstoot
Ongeveer 2,1% van alle stikstofuitstoot in ons land wordt veroorzaakt door processen in de industriesector. Onder de grootste uitstoters bevinden zich onder meer Tata Steel, Schiphol, Dow Benelux, Chemelot Site Permit, Shell, BP, Esso, Rijnmond Energie, Yara Sluiskil, Nuon Power Generation, Sloe Centrale Vlissingen, Afval Energie Bedrijf Amsterdam en Zeeland Refinery. Sinds 1 januari 2023 kregen alle industriële bedrijven te maken met aangepaste uitstootnormen, waardoor ze veel minder stikstof mogen uitstoten dan voorheen. Deze normen dwingen de bedrijven als het ware om gebruik te gaan maken van de beste beschikbare technieken die doeltreffend en in technisch en economisch opzicht haalbaar zijn. De grootste stikstofuitstoters worden door de overheid geholpen met subsidies om zo snel mogelijk hun uitstoot te kunnen reduceren. Verwacht wordt dat door de aangepaste uitstootnormen in 2030 de neerslag van stikstof tot 5 mol per hectare per jaar kan worden teruggebracht.
Verduurzaming scheepvaart
Ook gaat de overheid inzetten op de verduurzaming van de binnenvaart. Binnenvaartschippers die hun vervuilende motoren willen vervangen voor nieuwe schone motoren of katalysatoren, komen in aanmerking voor een subsidieregeling. Hierdoor kan de luchtkwaliteit aanzienlijk worden verbetert en kunnen de uitstoot van CO2 en stikstof verder omlaag worden gebracht. Zo kan de zogenaamde selectieve katalytische reductie katalysator (SCR) stikstofoxiden omzetten in waterdamp en stikstof zonder oxiden. Binnenvaartschepen kunnen hierdoor zo’n 80% minder stikstof uitstoten dan bij de oude motoren het geval is. Daarnaast stimuleert de overheid het gebruik van zogenaamde ‘walstroom‘. Deze stroom levert elektriciteit aan (vracht)schepen vanuit de elektriciteitsnetwerken aan de wal. Daardoor hoeven schepen – nadat ze zijn aangelegd in de havens – hun motoren niet langer te laten draaien. Het uitzetten van de motoren levert een flinke stikstofreductie op.
Waardoor werd de stikstofcrisis veroorzaakt?
Het stikstofprobleem is in Nederland een stuk groter dan in veel omringende Europese landen. De uitstoot is bij ons hoger omdat wij een grote hoeveelheid vee, op een relatief klein grondgebied hebben. Al vele jaren probeert de overheid om de stikstofreductie te verminderen, maar het gaat niet snel genoeg. In 2015 werd geprobeerd om de stikstofuitstoot te verlagen via het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Dit programma was specifiek bedoeld om de kwetsbare natura 2000 gebieden te beschermen. De PAS werd gebruikt bij het verlenen van vergunningen voor activiteiten waarbij een bepaalde hoeveelheid stikstofneerslag werd veroorzaakt. Daarbij werd vooruitgelopen op de mogelijke stikstofreductie in de toekomst. Bedrijven die een nieuwe weg wilde aanleggen, nieuwe bouwprojecten wilde realiseren of boeren die hun veestapel wilde vergroten, kregen eerst alvast toestemming om hun activiteiten te starten. De stikstofcompensatie voor de natuurgebieden zou later plaatsvinden.
Raad van Staat verklaart het PAS ongeldig
Echter oordeelde de Raad van State dat het gebruik van het Programma Aanpak Stikstof bij het verlenen van vergunningen ongeldig was, omdat er vooruit werd gelopen op een toekomstige stikstofvermindering. De uitspraak was de directe aanleiding voor de stikstofcrisis. Op het moment van de uitspraak van de Raad van State waren er al talloze vergunningen uitgegeven voor bouwprojecten en andersoortige activiteiten. Deze projecten moesten per direct worden gestaakt, waardoor tal van bedrijven in de problemen kwamen. In februari 2022 stelde het Ministerie voor Natuur en Stikstof het programma voor de legalisatie van PAS-meldingen vast. Dit programma laat zien welke specifieke maatregelen er genomen worden om de stikstofruimte voor de PAS-meldingen vrij te maken en hoe een PAS-melding kan worden gecontroleerd. Binnen 3 jaar na vaststelling van het programma moeten de specifieke maatregelen zijn getroffen waarmee de legalisatie van PAS-meldingen mogelijk is.
Innovatie in plaats van sanering
Inmiddels is duidelijk geworden dat de stikstofmaatregelen van de overheid niet alleen zijn gebaseerd op vrijblijvendheid. Door de strenge regels op het gebied van milieu – maar ook een mogelijke stikstofheffing – maken het voor veel boeren nagenoeg praktisch onmogelijk, om hun agrarische bedrijven adequaat voort te zetten. De boeren worden gedwongen om te innoveren, over te stappen naar biologische landbouw of hun bedrijven te verplaatsen naar een andere locatie. Ook onteigening wordt door de overheid niet langer geschuwd.
De wanhoop nabij
De druk op boeren is hoger dan ooit en door de soms uitzichtloze situatie en velen van hen lijden in stilte. Deze boeren zijn soms de wanhoop nabij. Ze kampen vaak met financiële problemen zoals schulden en gezondheidsproblemen. De suïcidaliteit onder boeren is de afgelopen jaren dan ook sterk toegenomen. Als we willen dat er over enkele jaren nog Nederlandse groenten en vlees in de supermarkten ligt, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat de boerenbedrijven blijven bestaan en niet worden weggesaneerd. Ook de boeren willen zoals iedereen dat de stikstofuitstoot wordt verminderd, maar volgens hen moet er volop worden ingezet op innovatie en niet op sanering.
Stikstofrapport: Wat wel kan: uit de impasse en een aanzet voor perspectief
In het rapport dat op 5 oktober 2022 werd gepresenteerd door stikstofbemiddelaar Johan Remkes staat onder andere het advies, dat de overheid moet blijven vasthouden aan de plannen om de stikstofuitstoot nog voor 2030 te halveren. Om dat te bereiken zouden zo’n 500 tot 600 veehouderijen die veel stikstof uitstoten in de buurt van natura 2000 gebieden, binnen een jaar moeten worden uitgekocht. Dat zou nodig zijn voor een snel herstel van de kwetsbare natuur. Tussentijds moet door de overheid goed worden gemonitord of de stikstofreductie volgens schema verloopt. Volgens Remkes is het noodzakelijk dat de omvang van de agrarische sector in Nederland de komende jaren drastisch afneemt. Tegelijkertijd is er volgens de stikstofbemiddelaar een jarenlange toekomst voor een nieuwe generatie boeren. Of dat inderdaad zo zal zijn zullen we moeten afwachten.