Schadelijke stoffen

Dagelijks worden we omringd door allerlei gevaarlijke chemicaliën en verontreinigende stoffen, die van invloed kunnen zijn op onze gezondheid en het milieu. Het is dan ook belangrijk om te weten welke gevaarlijke stoffen zich in onze omgeving, huishouden en werkplek kunnen bevinden. Tevens is het belangrijk dat je weet wat je precies moet doen als je met deze gevaarlijke stoffen in aanraking komt. Gevaarlijke en verontreinigende stoffen worden gebruikt in werkomgevingen, maar worden ook uitgestoten in het verkeer (uitlaatgassen van auto’s en vrachtwagens). Ook natuurlijke bronnen kunnen schadelijke stoffen bevatten. Tijdens vulkaanuitbarstingen worden giftige gassen uitstoten en sommige bodems en gesteenten bevatten van nature verontreinigende stoffen, zoals zware metalen.

Classificatie van gevaarlijke en verontreinigende stoffen

Gevaarlijke stoffen in werkomgevingen

Schadelijke stoffen in en om het huis

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen heb ingeslikt?

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen op mijn huid heb gekregen?

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen in mijn ogen heb gekregen?

Veelvoorkomende schadelijke, gevaarlijke of verontreinigende stoffen

Gevaarlijke en verontreinigende stoffen

Classificatie van gevaarlijke en verontreinigende stoffen

Gevaarlijke en verontreinigende stoffen worden geclassificeerd en onderverdeeld volgens internationale normen en richtlijnen, om de risico’s die ze met zich meebrengen te identificeren en te communiceren. Een van de belangrijkste systemen voor deze classificatie is het Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS), dat wordt erkend en toegepast door veel landen wereldwijd. Hieronder volgt een overzicht van hoe gevaarlijke stoffen precies worden geclassificeerd:

Identificatie van de stof

Fysische en chemische eigenschappen

Toxicologische eigenschappen

Milieurisico’s

Brand- en explosiegevaar

Oxidatiepotentieel

Reactiviteit

Classificatie en etikettering

Documentatie en communicatie

Identificatie van de stof

Allereerst moet de stof correct worden geïdentificeerd, inclusief de chemische naam, het CAS-nummer en andere relevante informatie. Het identificeren van gevaarlijke en verontreinigende stoffen is een fundamentele stap bij het omgaan met chemicaliën, of het nu gaat om productie, opslag, transport of het gebruik ervan. Het is essentieel om precies te weten welke stoffen worden behandeld, wat hun eigenschappen zijn en welke gevaren ze met zich meebrengen.

Chemische naam

De chemische naam van een stof is de meest specifieke identificatie en verwijst naar de exacte samenstelling van de stof. Dit kan een IUPAC-naam (International Union of Pure and Applied Chemistry) zijn of een andere gestandaardiseerde naam. Naast de chemische naam kan een stof verschillende synoniemen en handelsnamen hebben. Het is belangrijk om deze alternatieve namen te kennen om verwarring te voorkomen.

CAS-nummer

Het CAS-nummer is een uniek identificatienummer dat aan alle chemische stoffen wordt toegewezen. Het is een wereldwijd erkend en gestandaardiseerd systeem om stoffen te identificeren, ongeacht hun naam.

Fysische en chemische eigenschappen

Vervolgens moeten de fysische eigenschappen van de gevaarlijke of verontreinigende stoffen, zoals aggregatietoestand bij kamertemperatuur (vast, vloeibaar of gas), kleur, geur, vlampunt, smeltpunt, kookpunt, dichtheid en elektrische geleidbaarheid worden geïdentificeerd. Dit is belangrijk voor een veilige opslag en hantering van de schadelijke stoffen. Ook kennis van de chemische eigenschappen, zoals reactiviteit, oplosbaarheid, zuurgraad (pH-waarde) en andere chemische gedragingen, is cruciaal om te begrijpen hoe een stof zal reageren in verschillende omgevingen.

Identificeren van de gevaren

Het classificeren van de gevaarlijke of verontreinigende stoffen volgens internationale normen (zoals GHS), helpt bij het identificeren van de gevaren die eraan verbonden zijn, zoals gezondheidsrisico’s, fysieke gevaren en milieurisico’s. Veiligheidsinformatiebladen (Material Safety Data Sheets) bevatten uitgebreide informatie over de identificatie van de stof, evenals veiligheidsinstructies, noodmaatregelen en meer. Het correct identificeren van gevaarlijke stoffen is van essentieel belang voor de veiligheid van werknemers, het publiek en het milieu. De identificatie van gevaarlijke en verontreinigende stoffen helpt bij het nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen, het implementeren van veiligheidsprocedures en het naleven van de regelgeving met betrekking tot schadelijke stoffen.

Toxicologische eigenschappen

Daarna moet ook het potentieel voor acute toxiciteit, chronische toxiciteit, irritatie en sensibilisatie worden geëvalueerd. Acute toxiciteit heeft betrekking op de mate van schadelijkheid en giftigheid van de stof voor de gezondheid bij eenmalige blootstelling. Chronische toxiciteit heeft betrekking op de mate van schadelijkheid van de stof op de gezondheid bij langdurige blootstelling. Irritatie heeft betrekking op het vermogen van de stof om schade of ongemak te veroorzaken aan levend weefsel, zoals de huid, ogen, of het ademhalingssysteem, wanneer het in contact komt met lichaam na acute of herhaalde blootstelling. Sensibilisatie heeft betrekking op het vermogen van een stof om een allergische reactie in het lichaam te veroorzaken na herhaalde blootstelling, zelfs aan kleine hoeveelheden van de stof. Deze allergische reactie kan zich ontwikkelen nadat een persoon eerder aan de stof is blootgesteld zonder enige merkbare reactie, maar na verloop van tijd wordt het immuunsysteem van het lichaam ‘gevoeliger’ voor de stof. Als gevolg hiervan kan zelfs een minimale blootstelling leiden tot een sterke allergische reactie.

Milieurisico’s

Hierbij wordt het effect van de stof op het milieu (inclusief de toxiciteit) beoordeeld. Gevaarlijke stoffen kunnen aanzienlijke milieurisico’s met zich mee brengen, als ze niet op de juiste manier worden beheerd en behandeld. Zo kunnen waterbronnen (zoals rivieren, meren en grondwater) worden vervuild door lekkages of morsingen van schadelijke stoffen. Dit kan grote schade aanrichten aan aquatische ecosystemen en de watervoorziening voor mensen en dieren bedreigen. Het morsen of storten van gevaarlijke en verontreinigende stoffen in de bodem kan leiden tot bodemverontreiniging, waardoor de vruchtbaarheid van landbouwgrond vermindert. Bovendien is bodemverontreiniging schadelijk voor de biodiversiteit. Verontreiniging door gevaarlijke stoffen kan de natuurlijke balans in ecosystemen ernstig verstoren en schadelijke algenbloei, vissterfte en andere problemen veroorzaken.

Luchtverontreiniging en klimaatverandering

De emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht kan bijdragen aan luchtvervuiling en de verspreiding van schadelijke stofdeeltjes en gassen in de atmosfeer. Dit kan negatieve effecten hebben op de luchtkwaliteit en gezondheid van mensen en dieren. Sommige schadelijke stoffen kunnen vele jaren in het milieu aanwezig blijven, waardoor ze langdurige en moeilijk te herstellen schade veroorzaken. Gevaarlijke stoffen kunnen zich opstapelen in de voedselketen, waardoor dieren aan de top van de keten (zoals roofdieren) aanzienlijke hoeveelheden giftige stoffen kunnen opnemen. Sommige schadelijke stoffen (zoals bepaalde broeikasgassen) dragen bij aan klimaatverandering, wat een breder milieu- en maatschappelijk risico vormt. Het beheer en de regelgeving met betrekking tot gevaarlijke stoffen zijn essentieel om deze risico’s te verminderen. Dit omvat niet alleen veilige opslag, behandeling en verwijdering van gevaarlijke en verontreinigende stoffen, maar ook strikte controles om schadelijke lekkages en vervuilende emissies te voorkomen.

Brand- en explosiegevaar

Bij de identificatie van brand– en explosiegevaarlijke stoffen wordt de mate van ontvlambaarheid, explosiviteit en brandbaarheid van de stof vastgesteld. Ontvlambaarheid is de eigenschap van een stof om gemakkelijk te ontbranden, wanneer deze wordt blootgesteld aan een ontstekingsbron (zoals vuur, hitte, een vonk of een vlam). Ontvlambare stoffen hebben de neiging om snel en hevig te ontbranden, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties (inclusief branden en explosies). De ontvlambaarheid van een stof wordt meestal beoordeeld aan de hand van zogenaamde ‘ontvlambaarheidslimieten’, die aangeven welk percentage van de stof in de lucht een brandbaar mengsel vormt. Er zijn in principe twee belangrijke ontvlambaarheidslimieten: de onderste ontvlambaarheidslimiet/Lower Explosive Limit (LEL) en de bovenste ontvlambaarheidslimiet/Upper Explosive Limit (UEL).

LEL

De Lower Explosive Limit (LEL) is het laagste percentage van de stof in de lucht, waarbij een brandbaar mengsel kan ontstaan. Onder dit percentage is de concentratie van de stof te laag om te kunnen ontbranden.

UEL

De Upper Explosive Limit (UEL) is het hoogst percentage van de stof in de lucht, waarbij een brandbaar mengsel kan ontstaan. Boven dit percentage is de concentratie van de stof te hoog om te kunnen ontbranden.

Explosiegrens

Het hele bereik van gas- of dampconcentraties tussen de LEL en de UEL waarbinnen een explosieve atmosfeer kan ontstaan, wordt de explosiegrens genoemd. De explosiegrens is een belangrijk concept omdat het relevant is bij het omgaan met brandbare gassen en dampen. Het is cruciaal om explosiegevaar te herkennen en te vermijden. Binnen het bereik van de explosiegrens kan een vonk, vlam, hitte of ontstekingsbron een explosie veroorzaken. Door exact te weten welke concentraties brandbaar gas of damp binnen de explosiegrenzen vallen, kunnen de juiste veiligheidsmaatregelen worden genomen om het risico van explosie te minimaliseren.

Ventilatie en gasdetectie

Om explosies te voorkomen is het noodzakelijk om concentraties van brandbare stoffen te regelen en te handhaven binnen veilige limieten. Dit kan worden bereikt door ventilatie, gasdetectie, het gebruik van explosieveilige apparatuur en andere beheersingsmaatregelen. In industriële omgevingen waar brandbare gassen of dampen worden geproduceerd, opgeslagen of verwerkt, is het essentieel om de explosiegrens te begrijpen om de veiligheid van werknemers en apparatuur te waarborgen. Dit geldt onder meer in de chemische industrie, de petrochemische industrie en de olie- en gasindustrie. Ook voor de ontwikkeling van veilige apparatuur en systemen is kennis van de explosiegrenzen van brandbare stoffen van essentieel belang.

Etiketten en veiligheidsinformatiebladen

Stoffen die gemakkelijk kunnen ontbranden en brandbare mengsels vormen binnen deze ontvlambaarheidslimieten, worden als ontvlambaar beschouwd en moeten dan ook met voorzichtigheid worden behandeld. Veel ontvlambare stoffen zijn brandstoffen zoals benzine, diesel, alcoholen en gassen (zoals propaan en butaan). De juiste opslag, hantering en transport van ontvlambare stoffen zijn essentieel om branden en explosies te voorkomen en de veiligheid te waarborgen. Etiketten en veiligheidsinformatiebladen bevatten doorgaans belangrijke informatie over de ontvlambaarheid van chemische stoffen, om mensen die met deze stoffen werken of er op een andere manier mee te maken krijgen, te waarschuwen voor de risico’s.

Verbrandingsreactie

Een verbrandingsreactie (ook wel verbrandingsproces genoemd) is een chemische reactie waarbij een brandstof (zoals een gas of een brandbare vloeistof) in aanwezigheid van zuurstof reageert om warmte, licht, koolstofdioxide en water te produceren. Dit proces verloopt normaal gesproken gecontroleerd en geleidelijk, zoals bij een open haard, kampvuur, terrasverwarmer, verbrandingsmotor, barbecueën of het branden van kaarsen. Bij een gecontroleerde verbrandingsreactie is doorgaans geen plotselinge vrijgaven van energie of druk.

Explosie

In sommige gevallen (zoals bij brandbare gassen) kunnen kan er een explosie plaatsvinden door een verbrandingsreactie die zeer snel verloopt, en resulteert in een plotselinge uitbarsting van energie. Deze krachtige vrijgave van energie resulteert in een snelle uitbreiding van gassen en een drukgolf. Dit kan onder meer optreden als gevolg van chemische reacties en gaslekken. Het is belangrijk om onderscheidt te maken tussen gecontroleerde verbrandingsreacties en ongecontroleerde explosies, omdat explosies meestal veel gevaarlijker zijn en ernstige schade en verwondingen kunnen veroorzaken. Preventieve maatregelen en veiligheidsprotocollen zijn dan ook van cruciaal belang om explosies te voorkomen en te beheersen.

Oxidatiepotentieel

Er wordt geëvalueerd of de stof oxidatiemiddelen bevat of zelf oxidatiemiddel is. Oxidatiepotentieel is het vermogen van een stof om andere stoffen te oxideren. Dit betekent dat de stof in staat is om elektronen van andere stoffen te accepteren en zo chemische reacties te veroorzaken, waarbij elektronen worden overgedragen. Oxidatieprocessen van gevaarlijke stoffen kunnen leiden tot brand of explosies als gevolg van de vrijgekomen energie. Oxidatiemiddelen zijn vaak reactief en kunnen een gevaar vormen wanneer ze in contact komen met brandbare of brandbare stoffen.

Specifieke symbolen op de etikettering

Oxidatiemiddelen worden vaak gebruikt in industriële toepassingen, zoals in raketbrandstof, vuurwerk, bleekmiddelen en waterzuiveringssystemen. Ze kunnen echter gevaarlijk zijn en moeten daarom met zorg worden behandeld om ongevallen te voorkomen. Oxidatiemiddelen worden meestal aangeduid met specifieke symbolen op de etikettering van de verpakking, om gebruikers te waarschuwen voor hun gevaarlijke eigenschappen. Het begrijpen van het oxidatiepotentieel van gevaarlijke stoffen is dan ook zeer belangrijk bij het hanteren, opslaan en transporteren van deze stoffen, om brand- en explosiegevaar te minimaliseren en adequate veiligheidsmaatregelen te nemen om ongelukken te voorkomen.

Corrosie

Verbranding is het meest herkenbare oxidatieproces waarbij een brandstof reageert met zuurstof, om warmte, licht, CO2 en H2O te produceren. Een ander oxidatieproces is corrosie. Dit is een proces waarbij metalen en andere materialen degraderen als gevolg van een chemische reactie met hun omgeving. Dit omvat vaak de oxidatie van metalen (zoals ijzer) waarbij ze reageren met zuurstof of andere stoffen en worden omgezet in (ijzer)oxiden. Dit proces is beter bekend als roesten. Corrosie kan leiden tot aantasting van het materiaal, verlies van structurele integriteit en verminderde prestaties.

Bijtende stoffen

Bijtende stoffen zijn (vaak corrosieve) chemische stoffen met een hoge zuurgraad (zuur) of alkaliteit (base). Ze hebben de eigenschap om andere materialen te beschadigen of te vernietigen bij contact, inclusief het aantasten van metalen oppervlakken. Bijtende stoffen zijn zeer gevaarlijk voor levend weefsel, zoals de huid, ogen en slijmvliezen. Deze corrosieve stoffen kunnen ernstige verwondingen veroorzaken. De ernst van de schade hangt af van verschillende factoren, waaronder de aard van de bijtende stof, de concentratie ervan, de duur van de blootstelling en de hoeveelheid contact. De volgende verwondingen komen vaak voor bij blootstelling aan bijtende stoffen:

  • Huidbeschadiging
  • Oogletsel
  • Aantasting van de luchtwegen
  • Schade aan het spijsverteringsstelsel

Huidbeschadiging

Bijtende stoffen kunnen chemische brandwonden op de huid veroorzaken. Dit kan leiden tot diepe weefselbeschadiging. De beschadiging kan langdurige littekens en pijn veroorzaken.

Oogletsel

Als bijtende stoffen met de ogen in contact komen dan kunnen ze ernstig oogletsel veroorzaken, waaronder hoornvliesbeschadiging, oogirritatie, aantasting van het zicht en sommige gevallen blijvende blindheid.

Aantasting van de luchtwegen

Bijtende dampen of aerosolen kunnen de luchtwegen aantasten. Blootstelling kan leiden tot hoesten, irritatie van de luchtwegen, maar ook tot ernstige ademhalingsproblemen.

Schade aan het spijsverteringsstelsel

Het inslikken van bijtende stoffen kan ernstige schade aan het spijsverteringsstelsel veroorzaken, met symptomen zoals brandend maagzuur, braken, diarree en in sommige gevallen zelfs inwendige brandwonden.

PBM’s dragen

Het is essentieel om uiterst voorzichtig om te gaan met bijtende stoffen en de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen bij het hanteren, opslaan en transporteren ervan. Dit omvat het dragen van beschermende kleding, handschoenen, veiligheidsbrillen en andere persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s).

Wat moet ik doen bij blootstelling aan bijtende stoffen?

Als iemand in aanraking komt met bijtende stoffen dan is het heel belangrijk om onmiddellijk de juiste hulp te verlenen. Spoel het aangetaste gebied overvloedig met water. Het spoelen met water verdunt de bijtende stof en helpt om de concentratie ervan op het huidoppervlak of in de ogen te verminderen. Dit zorgt ervoor dat de reactie wordt vertraagd en de ernst van de weefselschade wordt verminderd. Bovendien helpt spoelen met water bij het koelen van de huid of de ogen, wat bijdraagt aan het verlichten van de pijn. Bel 112 en meld duidelijk dat het om een ongeval met bijtende stoffen gaat.

Zuren

Zuren zijn stoffen die waterstofionen (H+) in water kunnen afgeven. Ze hebben een lage pH-waarde, meestal lager dan 7. Zuren hebben de neiging om zure smaken te hebben, zoals citroensap of azijn. Ze kunnen reacties veroorzaken die kenmerkend zijn voor zuren, zoals het oplossen van metalen, het corroderen van materialen en het veroorzaken van zure brandwonden. Zuren zijn de tegenhangers van basen.

Basen

Basen zijn alkalische stoffen die hydroxide -ionen (OH) in het water kunnen produceren of waterstofionen (H+) kunnen accepteren. Ze hebben een hoge pH-waarde, meestal hoger dan 7. Basen hebben meestal een bittere of zepige smaak, zoals bakpoeder of zeep. Ze kunnen reacties veroorzaken die kenmerkend zijn voor basen, zoals het neutraliseren van zuren en het vormen van zouten en water.

Neutralisatie

Zuren en basen reageren met elkaar. Dit proces heet ‘neutralisatie’. Het belangrijkste verschil tussen zuren en basen is gebaseerd op hun gedrag in water en hun effect op de pH-waarde. Zuren verlagen de pH-waarde van een oplossing, terwijl basen de pH-waarde verhogen. Samen vormen zuren en basen een belangrijk concept in de scheikunde (bekend als de ‘pH-schaal’) om de zuurgraad of alkaliteit van een stof te meten. De pH-schaal varieert van 0 (zeer zuur) tot 14 (zeer basisch), met 7 als neutraal punt.

Blootstelling aan zuren

Bij blootstelling aan bijtende stoffen moet je moet altijd overvloedig spoelen met water, ongeacht je te maken hebt met verwondingen die zijn veroorzaakt door zuren of verwondingen die zijn veroorzaakt door basen. Bij blootstelling aan zuren kan het zuur worden geneutraliseerd door te spoelen met water. Het spoelen met water verdunt het zuur helpt om de pH-waarde te herstellen naar een neutralere toestand. Overvloedig spoelen met water is meestal voldoende voor de meeste zuren. Er zijn echter enkele uitzonderingen zoals fluorwaterstofzuur (ook wel (waterstoffluoride genoemd) , waarbij speciale spoelprocedures nodig kunnen zijn. Waterstoffluoride is zeer corrosief en vreet bij contact met de huid door tot op het bot, zonder dat het slachtoffer meteen pijn voelt. De pijn wordt meestal pas gevoeld wanneer het te laat is voor een goede behandeling van de weefselschade.

Blootstelling aan basen

Ook bij blootstelling aan basen moet je ook onmiddellijk spoelen met overvloedig water. Spoelen met water helpt om de base te neutraliseren en de pH-waarde terug te brengen naar een neutralere toestand. Het kan langer nodig zijn om basen te spoelen dan zuren, omdat basen dieper in de huid kunnen doordringen en langer schade kunnen aanrichten. De exacte behandeling van weefselschade door zuren of basen kan variëren, en is afhankelijk van de specifieke bijtende stof en de ernst van de blootstelling. Bij twijfel is het noodzakelijk om een arts te raadplegen.

Reinigingschemicaliën

Reinigingschemicaliën worden gebruikt voor een breed scala aan toepassingen en dienen om oppervlakken en voorwerpen te reinigen, te desinfecteren en te onderhouden. Deze reinigingsmiddelen variëren in samenstelling en eigenschappen, afhankelijk van hun beoogde toepassing. Sommige huishoudelijke reinigingschemicaliën bevatten bijtende stoffen, zoals chloorbleekmiddel, ammoniak en afvoerontstoppers, die schadelijk kunnen zijn voor de huid, ogen en slijmvliezen.

Chloorbleekmiddel

Chloorbleekmiddel dat gewoonlijk wordt gebruikt in het huishouden (zoals de reiniging van het toilet) is in feite een oplossing van natriumhypochloriet in water. Natriumhypochloriet is over het algemeen basisch (alkalisch) van aard en geen zuur. En hoewel chloorbleekmiddel basisch is, kan het reageren met zure stoffen om chloorgas– en zuurstofgas vrij te maken. Daarom moet voorzichtigheid worden betracht bij het mengen van chloorbleekmiddel met andere reinigingsproducten, omdat dit gevaarlijke chemische reacties kan veroorzaken en giftige dampen kan produceren. Als je chloorbleekmiddel gaat gebruiken volg dan de aanwijzingen op het etiket, zorg voor voldoende ventilatie en voorkom dat het in contact komt met zuren of andere bijtende stoffen. Draag beschermende kleding (zoals handschoenen) om huidirritatie te voorkomen.

Ammoniak

Ammoniak is een base. Het is een alkalische stof die de eigenschap heeft om waterstofionen te accepteren, waardoor het een base-natuur heeft. Wanneer ammoniak wordt opgelost in water, vormt het ammonia (ook wel ammoniakwater genoemd), dat een basisch karakter heeft. Ammoniak wordt vaak gebruikt in huishoudelijke reinigingsproducten, zoals ammoniakoplossingen voor glasreiniging. Het heeft ook industriële toepassingen en wordt gebruikt als een koelmiddel in koelsystemen en als een grondstof in de productie van kunstmest en chemicaliën. Bij gebruik van ammoniak moeten (net zoals bij elk chemisch product) de juiste veiligheidsmaatregelen worden genomen, zoals goede ventilatie en persoonlijke beschermingsmiddelen, om de blootstelling aan ammoniakdampen te minimaliseren en irritatie van de huid en ogen te voorkomen.

Afvoerontstoppers

Afvoerontstoppers (ook wel gootsteenontstoppers genoemd) zijn meestal basische (alkalische) chemicaliën. Deze chemicaliën worden gebruikt om verstopte afvoeren op te lossen door organische stoffen zoals haar, vet en voedselresten te ontbinden. De meest voorkomende werkzame stof in afvoerontstoppers is natriumhydroxide. Natriumhydroxide is een sterke base en heeft de eigenschap om waterstofionen te accepteren. Wanneer natriumhydroxide in contact komt met water, wordt deze anorganische verbinding opgelost en vormt het een alkalische oplossing. Dit betekent dat het een hoge pH-waarde heeft. Deze alkalische oplossing (die bekend is als natronloog) helpt bij het oplossen van organisch materiaal in verstopte afvoeren.

Nooit mengen

Het is belangrijk om afvoeropstoppers met de nodige voorzichtigheid te gebruiken, zoals aangegeven op de etikettering van het product. Bij het hanteren van deze chemicaliën moeten handschoenen en een beschermende bril worden gedragen, om contact met de huid of ogen te voorkomen. Bovendien moeten afvoerontstoppers nauwgezet volgens de instructies worden gebruikt en zorgvuldig worden opgeslagen om ongevallen te voorkomen. Het mengen van afvoerontstopper met andere schoonmaakmiddelen kan gevaarlijke chemische reacties veroorzaken.

GHS-pictogram voor corrosie

Bijtende stoffen zijn doorgaans duidelijk geëtiketteerd en geïdentificeerd als gevaarlijke stoffen om gebruikers van deze stoffen te waarschuwen over de risico’s. De etikettering van bijtende stoffen (zoals zuren en basen) is wettelijk gereguleerd om de veiligheid van mensen te waarborgen bij het gebruik, de opslag en het vervoeren van deze stoffen. Het etiket moet duidelijk aangeven welke stof het product precies bevat en moet ook de chemische naam, het chemische symbool en de concentratie van de bijtende stof vermelden. Voor bijtende stoffen wordt het GHS-pictogram voor corrosie getoond, dat aangeeft dat de stof corrosief is. Naast pictogrammen kunnen er ook waarschuwingen op het etiket van het verpakkingsmateriaal worden gegeven, met betrekking tot de gevaren van contact met de huid, ogen of ademhalingsstelsel.

Specifieke richtlijnen voor de behandeling van bijtende stoffen

Het etiket op de verpakking moet ook veiligheidsinstructies bevatten voor het hanteren en opslaan van de bijtende stof. Dit omvat richtlijnen voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en informatie over wat te doen in geval van blootstelling. Het etiket kan specifieke richtlijnen bevatten voor de opslag van de stof, zoals temperatuurvereisten en compatibiliteit met andere stoffen. In sommige gevallen wordt de pH-waarde van de bijtende stof vermeld om de zuurgraad of alkaliteit aan te geven. Ook kan het etiket informatie bevatten over de noodmaatregelen die moeten worden genomen in geval van ongelukken, zoals het spoelen van de aangetaste huid of ogen met water en het inroepen van medische hulp. Vaak bevat het etiket ook nog informatie over hoe de bijtende stof precies moet worden verwijderd en een vermelding dat de stof als gevaarlijk afval moet worden behandeld.

Chemische reactiviteit

Om een gevaarlijke stof te classificeren wordt ook de chemische reactiviteit van de stof geëvalueerd en gekeken welke mogelijke reacties er zijn met andere stoffen. Reacties met andere stoffen kunnen immers leiden tot gevaarlijke situaties. Chemische reactiviteit heeft betrekking op het vermogen van een chemische stof om te reageren met andere stoffen en veranderingen in chemische samenstelling te ondergaan. Chemische reactiviteit definieert hoe atomen en moleculen met elkaar interageren om nieuwe verbindingen te vormen of bestaande verbindingen te verbreken. Reacties van chemische stoffen kunnen zowel gewenste als ongewenste effecten hebben, afhankelijk van de context en de omstandigheden.

Endotherme reacties en exotherme reacties

Door chemische reacties kunnen er nieuwe stoffen worden gecreëerd met verschillende eigenschappen. Chemische reacties gaan vaak gepaard met veranderingen in energie. Sommige reacties absorberen energie (endotherme reacties), terwijl andere energie afgeven (exotherme reacties). Dit heeft invloed op de temperatuurveranderingen tijdens de reactie. De snelheid waarmee een chemische reactie plaatsvindt kan variëren. Sommige reacties zijn snel en voltooien zich in een fractie van een seconde, terwijl andere langzaam verlopen en soms wel dagen, maanden of jaren kunnen duren. De omstandigheden van reactanten en de aanwezigheid van katalysatoren, kunnen de chemische reactiviteit aanzienlijk beïnvloeden.

Gewenste en ongewenste effecten

Chemische reactiviteit is de basis van veel industriële processen, zoals de synthese van geneesmiddelen, productie van materialen en energieopwekking. Veel natuurlijke en kunstmatige materialen worden dan ook geproduceerd door het activeren van gewenste reacties. Aan de andere kant kunnen ongecontroleerde chemische reacties leiden tot gevaarlijke situaties, zoals branden, explosies of het vrijkomen van giftige stoffen. Dit kan schade toebrengen aan mensen, dieren en het milieu.

Classificatie en etikettering

In het Globally Harmonized System of Classification an Labelling of Chemicals (GHS) en andere classificatiesystemen worden schadelijke stoffen doorgaans ingedeeld in gevarenklassen. Op basis van de aard van de stof, de fysische eigenschappen, de toxicologische eigenschappen, de milieurisico’s, het risico op brand- en explosiegevaar, het oxidatiepotentieel en de reactiviteit wordt de stof beoordeeld en geclassificeerd in verschillende categorieën. De classificatie van gevaarlijke en verontreinigende stoffen bepaalt hoe de stoffen moeten worden geëtiketteerd. De gevarenklassen omvatten:

Gevarenklasse 1: Explosieve stoffen en voorwerpen die explosieve stoffen bevatten

Gevarenklasse 1 omvat onder andere explosieve stoffen, zoals vuurwerk, munitie, springstoffen en pyrotechnische producten. Deze stoffen kunnen gevaarlijk zijn vanwege hun explosieve aard. Daarom worden ze zorgvuldig geclassificeerd, opgeslagen en getransporteerd om ongevallen te voorkomen. Explosieve stoffen kunnen ernstige schade toebrengen aan personen en eigendommen. Deze stoffen hebben de neiging om te exploderen onder invloed van hitte, druk, impact, wrijving of andere stimulerende factoren. Ze kunnen snel uitbreiden en enorme hoeveelheden energie vrijgeven, wat kan resulteren in een plotselinge en gewelddadige ontploffing. Explosieve stoffen zijn onder andere TNT (2,4,6-trinitrotolueen), dynamiet, nitroglycerine, C-4, PETN, ANFOHMX, TATP, en Semtex. Deze gevaarlijk explosieve stoffen mogen alleen worden gebruikt door mensen met de juiste opleiding en expertise, die de juiste veiligheidsprocedures opvolgen.

Geclassificeerd op basis van hun gevoeligheid voor externe prikkels

Explosieve stoffen worden vaak geclassificeerd op basis van hun gevoeligheid voor externe prikkels. Ze kunnen worden onderverdeeld in verschillende klassen, zoals hoog-explosieve stoffen, laag-explosieve stoffen en pyrotechnische stoffen. Ontplofbare stoffen hebben allerlei verschillende toepassingen, waaronder militair gebruik, mijnbouw, bouw, pyrotechniek en de productie van luchtdrukpatronen voor gereedschappen. Het werken met explosieve stoffen vereist dan ook strikte veiligheidsmaatregelen. Dit omvat onder meer het opslaan van explosieve stoffen op een veilige locatie, het vermijden van extreme temperaturen en schokken, maar ook het hanteren van deze stoffen met speciale gereedschappen en beschermende uitrusting.

Vervoer en opslag van explosieve stoffen

Explosieve stoffen moeten zorgvuldig worden opgeslagen in goedgekeurde containers en magazijnen, om het risico op onbedoelde explosies te minimaliseren. Ze moeten op de juiste manier worden vervoerd en beschermd tegen externe schokken en temperaturen. Overheden hebben strikte wet- en regelgeving opgesteld met betrekking tot explosieve stoffen om ervoor te zorgen dat ze veilig worden beheerd en gebruikt. Dit omvat vergunningen, inspecties en controles om ervoor te zorgen dat op ieder moment aan de voorschriften wordt voldaan. Alle verpakkingen van explosieve stoffen moeten duidelijk en opvallend gelabeld zijn om gebruikers en hulpverleners te waarschuwen voor de gevaren. Dit omvat symbolen, waarschuwingslabels en specifieke instructies voor veilig gebruik. Het is belangrijk dat mensen die met explosieve stoffen werken optimaal getraind zijn in eerste hulpmaatregelen, en weten hoe ze moeten handelen in geval van een ongeval of (dreigende) explosie.

Gevarenklasse 2.1: Ontvlambare gassen

Gevarenklasse 2.1 omvat ontvlambare gassen. Deze gassen kunnen gemakkelijk ontbranden bij contact met een ontstekingsbron, zoals een vlam, vonk, warmte of open vuur. Brandbare gassen kunnen een reëel brand- en explosiegevaar vormen. Voorbeelden van ontvlambare gassen zijn onder meer waterstof, propaan, butaan, methaan en Ethyn. Het correct identificeren en classificeren van ontvlambare gassen is essentieel voor de veiligheid in verschillende sectoren, zoals de (petro)chemische industrie en de olie- en gasindustrie. Er gelden dan ook strikte veiligheidsvoorschriften voor de behandeling, opslag, transport en gebruik van ontvlambare gassen om ongelukken te voorkomen.

Wat is het verschil tussen ontvlambare en brandbare gassen?

De termen ‘ontvlambare’ gassen en ‘brandbare’ gassen worden vaak door elkaar gebruikt en zijn gerelateerde begrippen, maar ze hebben enigszins verschillende betekenissen. Brandbare gassen zijn gassen die kunnen branden en brand kunnen ondersteunen als ze in aanraking komen met een ontstekingsbron, zoals een vlam, vonk of hete oppervlakken. Deze gassen kunnen onder de juiste omstandigheden ontbranden en brand veroorzaken, maar dat betekent echter niet noodzakelijk dan ze ook daadwerkelijk altijd zullen ontbranden. Brandbare gassen hebben verschillende ontvlambaarheidslimieten, wat betekent dat er een bepaalde concentratie in de lucht moet zijn voordat ze daadwerkelijk kunnen ontbranden.

Brandbaar bij lage concentraties gas

Ontvlambare gassen daarentegen zijn een subset van brandbare gassen. Het zijn gassen met een lage ontvlambaarheid, wat betekent dat zelfs hele lage concentraties van deze gassen in de lucht al brandbaar zijn. Dit maakt ontvlambare gassen bijzonder gevaarlijk. Echter brengen zowel brandbare als ontvlambare gassen grote risico’s met zich mee, waardoor ze beide met grote zorgvuldigheid moeten worden behandeld.

Gevarenklasse 2.2: Niet-ontvlambare, niet giftige gassen

Gevarenklasse 2.2 omvat gassen die niet ontvlambaar of brandbaar zijn onder normale omgevingsomstandigheden. Dat wil zeggen dat deze gassen geen brandgevaar vormen en niet zullen ontbranden als ze in contact komen met een ontstekingsbron zoals vuur of vonken. Voorbeelden van niet-ontvlambare gassen zijn stikstofgas (N2), koolstofdioxide (CO2), zuurstofgas (O2) en edelgassen zoals helium (He), neon (Ne), argon (Ar) en krypton (Kr). Tevens zijn deze stoffen in normale concentraties niet giftig. Echter zijn sommige van deze gassen wel zuurstofverdringend, waardoor verstikkingsgevaar kan ontstaan.

Stikstofgas (N2)

Stikstofgas (ook wel bekend als distikstof) is een inert gas dat in de atmosfeer voorkomt en onder normale omstandigheden niet brandbaar is. Inerte gassen zijn gassen die chemisch gezien zeer stabiel zijn, omdat ze weinig reactief zijn met andere stoffen. Deze gassen hebben van nature volledig bezette buitenste elektronenschillen, waardoor ze weinig neiging hebben om chemische reacties aan te gaan of verbindingen te vormen met andere elementen. En hoewel stikstof niet giftig is voor mensen en dieren in normale concentraties, kan het gas in afgesloten ruimtes wel de zuurstofconcentratie verminderen. Dit kan verstikking veroorzaken als er onvoldoende zuurstof overblijft voor de ademhaling.

Barotrauma-letsels en koudebrandwonden

Bij onjuist gebruik van stikstof onder druk kunnen zogenaamd ‘barotrauma-letsels’ ontstaan, zoals letsel aan de longen en oren. Bij contact met vloeibare stikstof kan bevriezing van de huid of andere materialen optreden, wat koudebrandwonden kan veroorzaken. Daarom is het belangrijk om de juiste maatregelen te treffen om veilig met stikstof om te gaan, inclusief het zorgen voor voldoende ventilatie in gesloten ruimtes, het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en het volgen van de juiste procedures bij het omgaan met vloeibare stikstof.

Koolstofdioxide (CO2)

Koolstofdioxide is een niet-ontvlambaar gas dat voorkomt in de atmosfeer. CO2 is niet brandbaar om dat het geen brandbaar materiaal is en geen zuurstof levert om de verbranding te ondersteunen. En hoewel koolstofdioxide zelf niet brandbaar is, zijn er wel enkele gevaren verbonden aan de aanwezigheid van overmatige concentraties CO2 in een bepaalde omgeving. Wanneer koolstofdioxide in hoge concentraties vrijkomt in een afgesloten ruimte, kan het de zuurstofconcentratie in die ruimte verminderen. Dit kan leiden tot zuurstoftekort en verstikkingsgevaar veroorzaken. Koolstofdioxide is niet giftig in normale concentraties, maar blootstelling aan hoge concentraties kan wel leiden tot ademhalingsproblemen, hoofdpijn, duizeligheid en bewusteloosheid.

CO2 wordt ook gebruikt als blusmiddel

Doordat koolstofdioxide de eigenschap heeft om zuurstof uit de lucht te verdrijven, wordt dit gas vaak gebruikt als blusmiddel. CO2 is geschikt voor het blussen van klasse B-branden (vloeistofbranden), maar ook voor het blussen van branden in elektrische apparatuur, omdat het niet elektrisch geleidend is.

Zuurstofgas (O2)

Zuurstof is zelf niet ontvlambaar, maar het kan de verbranding van andere stoffen ondersteunen. Zuurstof is essentieel voor het leven op aarde en is over het algemeen niet giftig voor mensen bij normale omgevingsconcentraties. In feite is zuurstof noodzakelijk voor de ademhaling en het functioneren van menselijke cellen. Het grootste deel van de lucht die we inademen bestaat uit zuurstofgas (ongeveer 21%).

Hyperoxie

Er zijn echter situaties waarin zuurstof in hoge concentraties schadelijk kan zijn. Dit staat bekend als hyperoxie (zuurstofvergiftiging), wat kan leiden tot gezondheidsproblemen. Zuurstofvergiftiging kan onder andere leiden tot ademhalingsproblemen (zoals kortademigheid), hoofdpijn, veranderingen in het gezichtsvermogen, duizeligheid, misselijkheid en braken. Zuurstofvergiftiging is meestal niet iets waar mensen zich zorgen over hoeven te maken bij dagelijkse activiteiten of normaal ademhalen. Het zou kunnen voorkomen bij sommige medische toepassingen, zoals tijdens beademingstherapie, en in duikomgevingen met hoge zuurstofconcentraties (bijvoorbeeld bij diepzeeduiken). Daarom worden in deze situaties altijd zorgvuldige protocollen gevolgd om de zuurstofconcentratie binnen veilige grenzen te houden.

Edelgassen

Edelgassen worden ook wel ‘inerte gassen’ genoemd. Ze staan bekend om hun hoge chemische stabiliteit en inertie. Dit betekent dat ze weinig reactief zijn en doorgaans geen chemische reacties aangaan met andere elementen of verbindingen. De edelgassen hebben van nature volledig bezette buitenste elektronenschillen, wat hun stabiliteit verklaart. Edelgassen zoals helium, argon, krypton en xenon zijn over het algemeen niet brandbaar en bij normale omgevingsconcentraties niet giftig. Edelgassen kunnen echter wel zuurstof verdringen in afgesloten ruimten, waardoor verstikkingsgevaar ontstaat. Wanneer je met edelgassen in aanraking komt, zorg dan voor voldoende ventilatie in de ruimte waarin je met deze gassen werkt. Dit minimaliseert de kans op ophoping van gasconcentraties.

Gevarenklasse 2.3: giftige gassen

Giftige gassen zijn schadelijk voor mensen en andere levende organismen. Ze kunnen gevaarlijk zijn bij inademing en vormen een potentieel risico voor de gezondheid en het milieu. De schade bij mensen kan variëren van irritatie van de luchtwegen tot ernstige gezondheidsproblemen, zoals vergiftiging en ademhalingsproblemen. Giftige gassen worden geclassificeerd op basis van hun giftigheid en worden vaak onderverdeeld in verschillende subcategorieën, afhankelijk van de mate van toxiciteit. Deze subcategorieën kunnen variëren van matig giftig tot zeer giftig.

Afkomstig van verschillende bronnen

Toxische gassen kunnen afkomstig zijn van verschillende bronnen, waaronder industriële processen, chemische reacties, verbranding van bepaalde materialen, maar ook van natuurlijke gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen. Enkele veel voorkomende giftige gassen zijn chloor, ammoniak, waterstofsulfide en koolstofmonoxide. Blootstelling aan giftige gassen kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, afhankelijk van het specifieke gas. Symptomen kunnen variëren van irritatie van de ogen, neus en keel tot duizeligheid, misselijkheid, ademhalingsproblemen en bewustzijnsverlies.

Zorgvuldige opslag en vervoer

Giftige gassen moeten zorgvuldig worden opgeslagen en vervoerd om lekken en morsen te voorkomen. Specifieke richtlijnen en regels zijn van toepassing om de risico’s tot een minimum te beperken. Cilinders en containers moeten stevig worden vastgezet om omvallen en beschadiging te voorkomen. Alle containers met giftige gassen moeten stevig worden vastgezet om omvallen en beschadigingen te voorkomen. Alle containers met toxische gassen moeten ook duidelijk gelabeld zijn met symbolen, waarschuwingsetiketten en specifieke instructies voor veilig gebruikt. Dit is essentieel om gebruikers te waarschuwen voor de gevaren en om in noodgevallen snel de juiste maatregelen te kunnen nemen.

PBM’s, gasdetectie en ventilatie

Voor de productie, opslag, transport en het gebruik van giftige gassen gelden strenge regels, en het naleven van deze regels is cruciaal om de veiligheid van mens en milieu te waarborgen. Wanneer je met toxische gassen moet werken of er op een andere manier mee in aanraking kunt komen, neem dan de juiste preventieve maatregelen om blootstelling te voorkomen. Dit omvat onder meer het dragen van beschermende kleding en uitrusting (zoals gasdichte pakken en ademhalingsbescherming), maar ook het gebruik van gasdetectoren en het ventileren van ruimtes waarin de giftige gassen aanwezig kunnen zijn.

Gevarenklasse 3: ontvlambare vloeibare stoffen

Ontvlambare vloeistoffen zijn stoffen die snel ontbranden en brandgevaar opleveren, wanneer ze worden blootgesteld aan open vuur, warmte of andere ontstekingsbronnen. Het zijn stoffen in vloeibare vorm die bij kamertemperatuur en druk ontbranden of vlam vatten, wanneer ze worden blootgesteld aan een ontstekingsbron. Ontvlambare vloeistoffen hebben een laag vlampunt, wat betekent dat ze snel verdampen en ontbranden bij lage temperaturen. Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij de dampen van een vloeistof ontvlambaar zijn en een ontsteking kunnen veroorzaken. Vlampunten variëren tussen verschillende ontvlambare vloeistoffen, en ze worden vaak gebruikt om deze stoffen te classificeren. Voorbeelden van ontvlambare vloeistoffen zijn dieselbrandstof, kerosine, aceton, ethanol, methanol, tolueen, xyleen, n-hexaan, olieverfoplosmiddel, acrylonitril, di-ethylether en isobutylalcohol.

Minimaliseren van de kans op lekkage of morsen

Ontvlambare vloeistoffen worden in allerlei verschillende sectoren gebruikt, waaronder in de chemische industrie, de brandstofindustrie, laboratoria, de farmaceutische industrie en de productie van brandbare vloeistoffen zoals benzine, diesel en brandbare oplosmiddelen. Het is belangrijk om ontvlambare vloeistoffen veilig te hanteren en op te slaan. Dit omvat onder andere het gebruik van goedgekeurde containers en opslagfaciliteiten, evenals het nemen van maatregelen om de vloeistoffen gescheiden te houden van ontstekingsbronnen en het minimaliseren van de kans op lekkage of morsen.

Duidelijke waarschuwingslabels

Ontvlambare vloeistoffen moeten duidelijk gelabeld zijn om gebruikers te waarschuwen voor de gevaren. In geval van brand met ontvlambare vloeistoffen is het belangrijk om speciale brandbestrijdingsmethoden toe te passen, zoals het gebruik van schuim of specifieke brandblussers, om de brand effectief te bestrijden zonder het vuur verder aan te wakkeren. Personen die met ontvlambare vloeistoffen werken moeten de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, zoals brandwerende kleding en veiligheidsbrillen, om zichzelf te beschermen tegen mogelijke risico’s.

Gevarenklasse 4.1: ontvlambare vaste stoffen

Ontvlambare vaste stoffen zijn materialen die in vaste vorm ontbranden en vlam vatten wanneer ze worden blootgesteld aan ontstekingsbronnen zoals open vuur, vonken, wrijving, warmte of impact. Deze stoffen verschillen van ontvlambare vloeistoffen, omdat ze geen vloeibare toestand hebben bij kamertemperatuur en druk. Ze kunnen ontbranden bij relatief lage temperaturen. Voorbeelden van ontvlambare vaste stoffen zijn onder andere magnesium, zwavel, fosfor, aluminium poeder, natrium, kalium en sommige organische verbindingen zoals celluloid. Het is belangrijk om ontvlambare vaste stoffen op een veilige manier te hanteren, op te slaan en te vervoeren.

Specifieke voorzorgsmaatregelen

Daarbij moeten specifieke voorzorgsmaatregelen worden genomen. Dit omvat onder meer het opslaan van deze stoffen op een veilige locatie in goedgekeurde containers, die bescherming bieden tegen externe factoren die brand kunnen veroorzaken. Daarnaast moeten de stoffen uit de buurt worden gehouden van mogelijke ontstekingsbronnen en moeten wrijving en impact worden voorkomen. Zo kan het risico op onbedoelde ontstekingen worden geminimaliseerd. In geval van brand met ontvlambare vaste stoffen is het belangrijk om speciale brandbestrijdingsmethoden toe te passen, zoals het gebruik van specifieke brandblussers of blusmiddelen die geschikt zijn voor het blussen van vaste stoffen.

Gevarenklasse 4.2: voor zelfontbranding vatbare stoffen

Voor zelfontbranding vatbare stoffen zijn stoffen die onder invloed van lucht en zonder dat er een ontstekingsbron aanwezig is, kunnen ontbranden bij kamertemperatuur. Dit betekent dat ze spontaan kunnen ontsteken als ze worden blootgesteld aan zuurstof, warmte of vocht, zonder dat er een externe ontstekingsbron nodig is. Voorbeelden van voor zelfontbranding vatbare stoffen zijn onder andere witte fosfor, sommige metaalpoeders (zoals magnesium en aluminium) evenals bepaalde chemische verbindingen en zelfs sommige organische materialen (zoals lijnzaadolie, geïmpregneerd hout, hooi en stro).

Vermijden van contact met lucht of vocht

De spontane zelfontbranding van deze stoffen kan ernstige branden en brandgevaar opleveren. Daarom is speciale aandacht vereist bij de opslag, het transport en het hanteren van deze materialen om ongevallen te voorkomen. Het hanteren van voor zelfontbranding vatbare stoffen vereist strikte veiligheidsmaatregelen. Dit omvat het opslaan van deze stoffen in speciale containers en opslagfaciliteiten, het vermijden van contact met lucht of vocht, en het minimaliseren van warmtebronnen. Ook voor zelfontbranding vatbare stoffen moeten zijn voorzien van duidelijke etikettering met gevarensymbolen en waarschuwingslabels, om gebruikers en hulpverleners te waarschuwen voor de gevaren en om specifieke instructies voor veilig gebruik te geven.

Gevarenklasse 4.3: stoffen die in contact met water ontvlambare gassen vormen

Dit zijn stoffen die bij blootstelling aan water (zoals bij lekkages, morsingen of onderdompeling) ontvlambare gassen kunnen afgeven. Hierdoor kan er een gevaarlijke situatie ontstaan. Deze stoffen gaan een chemische reactie aan met water en produceren bij die reactie ontvlambare gassen zoals bijvoorbeeld waterstofgas. Deze chemische reactie kan hevig zijn en leiden tot de vorming van ontvlambare dampen. Voorbeelden van stoffen die in contact met water ontvlambare gassen vormen zijn onder andere natrium, kalium, lithium, calciumcarbide en bepaalde organische verbindingen.

Metaal-waterreacties

Bij contact met water kunnen deze stoffen reageren door metaal-waterreacties of andere chemische reacties, wat resulteert in de vorming van ontvlambare gassen. Het vrijkomen van ontvlambare gassen bij contact met water kan brandgevaar opleveren en potentieel ook explosieve situaties creëren. Dit kan zeer gevaarlijk zijn in geval van lekkages, ongelukken of opslagproblemen. Het hanteren en opslaan van deze stoffen vereist dan ook specifieke veiligheidsmaatregelen, waaronder opslag in speciale containers en magazijnen, om het risico van contact met water te minimaliseren.

Gevarenklasse 5.1: oxiderende stoffen

Oxiderende stoffen zijn chemische stoffen die de verbranding van andere stoffen bevorderen, waardoor ze brandbaar of zelfs explosief kunnen worden in aanwezigheid van een brandstof of een ontstekingsbron. Deze stoffen bevatten doorgaans zuurstofatomen of andere elementen die de neiging hebben om elektronen te accepteren en andere materialen te oxideren. Voorbeelden van oxiderende stoffen zijn onder andere zuurstof, waterstofperoxide, kaliumnitraat, natriumchloraat, chloor, kaliumpermanganaat en vele zuren zoals salpeterzuur. Oxiderende stoffen kunnen branden intensiveren en uitbreiden. Ze hoeven niet zelf brandbaar te zijn, maar in aanwezigheid van brandstoffen kunnen ze brandbare materialen gemakkelijker ontbranden en branden heviger laten verlopen.

Gescheiden van brandbare materialen

Oxiderende stoffen moeten op een veilige manier worden gehanteerd en opgeslagen onder strikte veiligheidsmaatregelen. Ze moeten gescheiden worden gehouden van brandbare materialen, en er moeten specifieke opslagrichtlijnen worden gevolgd om het risico van onbedoelde reacties te minimaliseren. De oxiderende stoffen moeten zijn voorzien van duidelijke etikettering met symbolen en waarschuwingslabels, om gebruikers te waarschuwen voor de gevaren en specifieke instructies te geven voor veilig gebruik. Wanneer er sprake is van brand waarbij oxiderende stoffen betrokken zijn, dan is het belangrijk dat de juiste specifieke brandbestrijdingsmethoden en -middelen worden gebruikt, om te voorkomen dat de brand zich verder verspreidt.

Gevarenklasse 5.2: organische peroxiden

Organische peroxide zijn chemische verbindingen die zuurstof bevatten in de vorm van peroxideradicalen (O-O) en een brede range aan organische koolstofverbindingen. Deze stoffen zijn bekend om hun gevoeligheid voor warmte, wrijving, impact en andere ontstekingsbronnen, waardoor ze gevaarlijk kunnen zijn. Een voorbeeld van een organische peroxide is benzoylperoxide. Deze verbindingen worden vaak gebruikt in industriële processen en de productie van kunststoffen, harsen en geneesmiddelen. Organische peroxiden zijn gevoelig voor warmte, wrijving, impact en andere ontstekingsbronnen. Ze kunnen gemakkelijk ontleden en brandbare of explosieve gassen vrijgeven.

Gevaarlijke ontleding van peroxiden beheersen

Het hanteren en opslaan van organische peroxiden vereist dan ook strikte veiligheidsmaatregelen. Deze stoffen moeten op de juiste manier worden opgeslagen in afzonderlijke containers, vaak in een koele goed geventileerde omgeving en beschermd tegen licht en ontstekingsbronnen. Wanneer er brand ontstaat waarbij organische peroxiden betrokken zijn, zijn speciale brandbestrijdingsmethoden en blusmiddelen vereist, om te voorkomen dat de brand zich verder uitbreidt en om de gevaarlijke ontleding van de peroxiden te beheersen.

Gevarenklasse 6.1: giftige stoffen

Giftige stoffen zijn schadelijk voor levende organismen zoals mensen en dieren, wanneer ze in contact komen met deze stoffen. Giftige stoffen kunnen variëren in hun toxiciteit en de mate waarin ze gezondheidsschade kunnen veroorzaken. Toxische stoffen kunnen het lichaam binnendringen via direct contact, inademing, inname of huidabsorptie. De schade kan variëren van milde irritatie tot ernstige gezondheidsproblemen en zelfs dodelijke vergiftiging. Giftige stoffen worden vaak geclassificeerd op basis van de mate van toxiciteit. Er zijn stoffen met een lage toxiciteit, een matige toxiciteit en stoffen met een hoge toxiciteit, afhankelijk van de hoeveelheid die nodig is om schadelijke effecten te veroorzaken. Voorbeelden van giftige stoffen zijn onder andere lood, arseen, koolstofmonoxide, kwik, cyanide, botulinetoxine, ricine, methanol, ethyleenglycol, dioxines, parathion en dichloordifenyltrichloorethaan (DDT).

Giftige stoffen worden gebruikt in verschillende sectoren

Toxische stoffen worden gebruikt in verschillende sectoren, waaronder de chemische industrie, landbouw, geneeskunde (bijvoorbeeld geneesmiddelen), pesticiden en schoonmaakproducten. Het gebruik van giftige stoffen vereist stikte veiligheidsmaatregelen. Dit omvat onder meer het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals beschermende kleding, handschoenen, veiligheidsbrillen en adembeschermingsmiddelen), goed geventileerde ruimtes en veilige opslag in goedgekeurde containers. Giftige stoffen moeten duidelijk herkenbaar worden gelabeld zodat mensen die werken met deze stoffen of ermee in aanraking kunnen komen, effectief worden gewaarschuwd voor de gevaren ervan. Er gelden strenge regels voor de productie, opslag, transport en gebruik van giftige stoffen. Het nauwkeurig naleven van deze voorschriften is essentieel om de veiligheid voor mensen en dieren te kunnen garanderen.

Vergiftigingssymptomen

Wanneer iemand wordt blootgesteld aan giftige stoffen is het belangrijk om snel medische hulp in te schakelen, afhankelijk van de soort giftige stof en de mate van vergiftiging (lage, matige of hoge intoxicatie). Houd er rekening mee dat vergiftigingssymptomen die aanvankelijk mild lijken, geleidelijk aan ernstige schade aan het lichaam kunnen veroorzaken. In veel landen (waaronder Nederland) zijn er speciale gifinformatiecentra waar je (telefonisch of online) deskundig advies kunt krijgen, over hoe je precies moet handelen bij blootstelling aan giftige stoffen. De behandeling van intoxicatie is afhankelijk van de specifieke omstandigheden en de stof waarvan wordt vermoed dat deze is ingenomen. Zelfmedicatie of het nemen van huismiddeltjes zonder professioneel advies kan gevaarlijk zijn. Bel altijd 112 als sprake is van een mogelijke ernstige blootstelling aan giftige stoffen.

Wél of niet braken

In sommige gevallen kan het braken van giftige stoffen de situatie verergeren, vooral als de stof bijtend is. Volg daarom altijd de instructies van medische professionals of deskundigen van het gifinformatiecentrum, om te weten of braken wél of niet verstandig is. Als iemand een niet-bijtende stof heeft ingenomen, kan het drinken van veel water de verdunning van het gif in het lichaam bevorderen. Dit kan helpen als het gif niet in de maag heeft gezeten. In sommige gevallen kan actieve kool worden gebruikt om sommige giftige stoffen te absorberen voordat ze in de bloedbaan worden opgenomen. Het gebruik van actieve kool moet echter worden geadviseerd door medische professionals. Zorg ervoor dat je bij de vergiftigde persoon blijft en houd hem of haar goed in de gaten, terwijl je wacht op medische hulp.

Houd giftige stoffen buiten het bereik van kinderen

Voorkomen is altijd beter dan genezen, dus het is belangrijk om giftige stoffen altijd buiten het bereik van kinderen en huisdieren te houden en veiligheidsmaatregelen te treffen om intoxicatie te voorkomen. Bewaar  giftige stoffen in kasten of lades met kinderveilige sluitingen. Deze sluitingen voorkomen dat kinderen de kasten gemakkelijk kunnen openen. Berg giftige stoffen op in de hoogste kasten of op de hoogste planken, zodat kinderen er niet bij kunnen.

Bewaar giftige stoffen niet in het gootsteenkastje

Vermijd het opbergen van giftige stoffen onder gootstenen of in lage kasten. Dit gaat vaak mis omdat gootsteenkastjes onder het aanrecht een veelgebruikte plek zijn om schoonmaakmiddelen (zoals bleekmiddel, ammoniak, pesticiden, ovenreinigers en luchtverfrissers) te bewaren. Zorg er ook voor dat giftige stoffen in de schuur of garage (zoals verf- en oplosmiddelen, onkruidverdelgers, insecticiden, meststoffen, schimmelwerende middelen  en bodemverbeteraars) op veilige hoogte worden opgeborgen.

Medicijnen

Medicijnen zijn bedoeld om gezondheidsproblemen te behandelen of te verlichten, maar ze kunnen risico’s op vergiftiging met zich meebrengen als ze niet op de correcte manier worden ingenomen, opgeslagen of beheerd. Onjuist gebruik van geneesmiddelen is dan ook een veelvoorkomende oorzaak van vergiftiging. Dit kan onder andere gebeuren door het nemen van te veel medicijnen, het niet volgen van de voorgeschreven dosering of het innemen van medicijnen die niet voor jou zijn voorgeschreven. Net zoals schoonmaakmiddelen en andere mogelijk giftige stoffen, moeten ook medicijnen op de juiste manier worden opgeslagen volgens de aanbevelingen op het etiket. Sommige medicijnen moeten bijvoorbeeld in de koelkast worden bewaard, terwijl andere op kamertemperatuur moeten worden bewaard.

Let op de vervaldatum van geneesmiddelen

Medicijnen mogen niet meer worden gebruikt nadat de vervaldatum is verstreken. Verlopen geneesmiddelen kunnen minder effectief zijn of schadelijk worden. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van mogelijke interacties tussen medicijnen. Het gelijktijdig innemen van bepaalde medicijnen kan ongewenste (mogelijk levensbedreigende) effecten veroorzaken. Sommige mensen kunnen allergisch zijn voor bepaalde medicijnen. Allergische reacties kunnen variëren van mild tot ernstig. Doe niet aan zelfmedicatie. Het nemen van medicijnen zonder advies van een arts kan zeer gevaarlijk zijn. Het kan leiden tot verkeerde diagnoses, onjuiste behandelingen en onnodige bijwerkingen.

Verslavingsrisico en onjuist gebruik van antibiotica

Ook kan het gebruik van sommige geneesmiddelen (zoals slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen en pijnstillers) leiden tot een verslaving. Het onjuiste gebruik van antibiotica kan bijdragen aan resistentie tegen deze geneesmiddelen, waardoor ze minder effectief worden in de behandeling van bacteriële infecties. Neem in geval van verkeerd medicijngebruik of een vermoedelijke medicijnvergiftiging contact op met het vergiftigingscentrum of roep medische hulp in.

Gifwijzer

De Gifwijzer is een boekje en een app met daarin een overzicht van ongeveer 150 giftige stoffen en planten, die gevaarlijk kunnen zijn voor mensen en dieren. In de Gifwijzer-app kun je informatie opvragen over wat je precies moet doen wanneer je aan een bepaalde giftige stof bent blootgesteld. In de Gifwijzer zijn niet alleen toxische stoffen opgenomen, maar ook stoffen die relatief onschuldig lijken maar toch ernstige gezondheidsschade kunnen veroorzaken. Dit betreft onder meer alledaagse gebruiksartikelen zoals bijvoorbeeld allesreiniger, afwasmiddel, vaatwasmachinetabletten, wasmiddel, glasreiniger, paracetamol, toiletblokjes en deodorant.

Giftige stoffen en het milieu

Giftige stoffen kunnen aanzienlijke schade toebrengen aan het milieu, zowel in de lucht, het water als de bodem. De effecten variëren afhankelijk van het type gifstof, de mate van blootstelling en de kwetsbaarheid van de ecosystemen. Giftige stoffen kunnen in rivieren, meren en oceanen terechtkomen via lozingen van industriële afvalstoffen, landbouwchemicaliën en huishoudelijke producten. Deze verontreinigingen kunnen leiden tot de dood van waterorganismen en verstoring van aquatische ecosystemen.

Bodemverontreiniging

Toxische stoffen die in de bodem terechtkomen, kunnen de groei van planten en gewassen beïnvloeden en het grondwater besmetten. Dit kan leiden tot verlies van biodiversiteit en het verminderen van de vruchtbaarheid van de grond. Het verwijderen van giftige stoffen uit verontreinigde grond kan een kostbare en complexe taak zijn. Bodemsaneringsprojecten zijn vaak nodig om de schadelijke effecten van verontreiniging te minimaliseren.

Luchtverontreiniging

De uitstoot van giftige stoffen in de lucht kan schade toebrengen aan zowel de menselijke gezondheid als het milieu. Luchtverontreiniging kan bossen aantasten, de luchtkwaliteit verslechteren en zure regen veroorzaken. Zure regen is neerslag van regen, sneeuw of hagel die zuur is als gevolg van verhoogde concentraties zure stoffen (zoals bijvoorbeeld zwaveldioxide en stikstofoxiden) in de atmosfeer. Deze zure stoffen reageren met waterdamp, zuurstof en andere chemische verbindingen in de lucht en vormen zure verbindingen (zoals zwavelzuur en salpeterzuur), die uiteindelijk als zure neerslag op het aardoppervlak terechtkomen.

Biomagnificatie

Toxische stoffen kunnen directe schade toebrengen aan dieren in het wild, waaronder vergiftiging, verminderde voortplanting en geboorteafwijkingen. Sommige giftige stoffen hebben de eigenschap om te accumuleren in de voedselketen. Dit fenomeen (bekend als biomagnificatie) kan ertoe leiden dat de concentratie giftige stoffen in roofdieren hoger is dan in hun prooien, met ernstige gevolgen voor de biodiversiteit.

Klimaatverandering

Sommige giftige stoffen (zoals bepaalde broeikasgassen) dragen bij aan klimaatverandering. Ze dragen bij aan de opwarming van de aarde en de verandering van klimaatpatronen. Broeikasgassen (zoals CO2 en methaan) dragen bij aan klimaatverandering door de zonnestraling van de zon door de atmosfeer naar de aarde te laten passeren, maar de uitgaande warmte van de aarde te absorberen en vast te houden. Dit leidt tot een opwarming van de aarde (bekend als het broeikaseffect). De opwarming van de aarde resulteert in stijgende temperaturen, smeltende ijskappen, zeespiegelstijging en veranderingen in het klimaat over de hele wereld. De menselijke activiteiten (zoals het verbranden van fossiele brandstoffen en ontbossing) hebben geleid tot een toename van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, waardoor het natuurlijke broeikaseffect wordt versterkt en klimaatverandering wordt versneld.

Verlies aan biodiversiteit

Giftige stoffen kunnen ecosystemen ernstig beschadigen, wat leidt tot een verlies aan biodiversiteit. Sommige levende organismen (zoals dieren, planten en micro-organismen) zijn gevoeliger voor gifstoffen dan andere, wat kan leiden tot onbalans in ecosystemen. Verlies aan biodiversiteit kan ernstige gevolgen hebben, omdat het de stabiliteit en veerkracht van ecosystemen aantast. Biodiversiteit is essentieel voor de voedselproductie. Veel gewassen en vee zijn namelijk afhankelijk van genetische diversiteit om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en ziekten. Bossen, wetlands en oceanen spelen een cruciale rol bij het reguleren van het klimaat door het opslaan van koolstofdioxide en het vrijgeven van zuurstof. Veel medicijnen worden afgeleid van planten, dieren en micro-organismen. Het verlies aan biodiversiteit kan de toegang tot nieuwe geneesmiddelen beperken.

Biodiversiteit waarborgt de gezondheid van het milieu

Daarnaast leveren ecosystemen belangrijke diensten zoals waterzuivering, bestuiving van gewassen en plaagbestrijding. Het verlies aan biodiversiteit kan deze diensten in gevaar brengen. Het behoudt van biodiversiteit is dan ook van groot belang om de gezondheid van het milieu en de samenleving in zijn geheel te waarborgen. Het verlies aan biodiversiteit heeft een domino-effect op veel aspecten van het leven op aarde en kan leiden tot ernstige en langdurige gevolgen voor mens en natuur.

Giftige stoffen afvoeren

Het is belangrijk om giftige stoffen op een veilig manier af te voeren, om milieuvervuiling en gezondheidsrisico’s te voorkomen. De juiste manier voor het afvoeren van toxische stoffen kan variëren afhankelijk van het type gifstof en de lokale voorschriften. Controleer daarom altijd eerst de plaatselijke richtlijnen voor het afvoeren van gevaarlijke materialen. Breng giftige stoffen naar een erkend inzamelpunt voor gevaarlijk afval. Deze punten zijn meestal zo ingericht om giftige materialen veilig te verzamelen en te verwerken. Bewaar giftige stoffen gescheiden van andere materialen om mogelijke schadelijke reacties te voorkomen. Als de giftige stof nog in de originele verpakking zit, laat deze dan intact om de identificatie van de stof te vergemakkelijken.

Markeer giftige stoffen met waarschuwingslabels

Markeer containers met giftige stoffen duidelijk met waarschuwingslabels, om te voorkomen dat anderen onbewust worden blootgesteld. Als je niet zeker weet hoe je een bepaalde giftige stof moet afvoeren, neem dan contact op met een professionele afvalverwerker of milieudeskundige voor advies. Als je giftige stoffen moet vervoeren, zorg dan altijd voor een veilige verpakking en vervoer om lekkage te voorkomen. Sommige giftige stoffen kunnen worden geneutraliseerd voordat ze worden afgevoerd, maar dit moet zorgvuldig worden gedaan volgens de voorschriften. Gooi giftige stoffen niet in de gootsteen, het toilet of in de tuin. Dit kan bodem- en waterverontreiniging veroorzaken.

Gespecialiseerde verwijderingsbedrijven

Overweeg het gebruik van gespecialiseerde verwijderingsbedrijven voor complexe of gevaarlijke stoffen, vooral in industriële omgevingen. Giftige stoffen mogen in ieder geval nooit worden gemengd met gewoon huisvuil. Het juist afvoeren van toxische materialen draagt bij aan de bescherming van het milieu en de volksgezondheid. Neem de veiligheidsvoorschriften dan ook serieus bij het omgaan met gevaarlijke gifstoffen, om mogelijke risico’s te minimaliseren.

Gevarenklasse 6.2: infectueuze (besmettelijke) stoffen

Infectueuze stoffen zijn biologische stoffen die ziekten bij mensen en dieren kunnen veroorzaken. Deze stoffen omvatten materialen die micro-organismen bevatten, zoals bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. Deze materialen kunnen in verschillende vormen voorkomen, waaronder monsters van patiënten, laboratoriumculturen en biologische preparaten. Infectueuze stoffen kunnen allerlei gezondheidsrisico’s met zich meebrengen, afhankelijk van het specifieke micro-organisme. Sommige infectueuze stoffen kunnen leiden tot ernstige ziekten, terwijl andere minder gevaarlijk zijn. Voorbeelden van schadelijke micro-organismen zijn onder andere Staphylococcus aureus, Mycobacterium tuberculosis, anthrax, Streptococcus pyogenes, Yersinia pestis, Aspergillus fumigatus, Enterococcus faecium, Trypanosoma cruzi, Clostridium botulinum en het ebolavirus.

Besmetting met schadelijke micro-organismen voorkomen

Deze biologische stoffen moeten op een veilige manier worden verpakt en geëtiketteerd, om ervoor te zorgen dat mensen die ermee werken op de hoogte zijn van de risico’s en gevaren. Alleen dan kunnen zij de juiste voorzorgsmaatregelen nemen om besmetting met schadelijke micro-organismen te voorkomen. Er gelden specifieke richtlijnen en veiligheidsmaatregelen voor het hanteren, verpakken, opslaan en vervoeren van infectueuze stoffen. Deze maatregelen kunnen echter per land verschillen.

Transportvoorschriften en laboratoriumveiligheid

Het internationale vervoer van infectueuze stoffen is onderworpen aan strenge regels, om de veiligheid van de transporteurs en het milieu te waarborgen. Deze regels omvatten onder andere verpakkingseisen, documentatie en transportmethoden. Ook in laboratoriumomgevingen worden specifieke protocollen en veiligheidsmaatregelen toegepast, om de verspreiding van infectueuze stoffen te voorkomen. Dit omvat onder meer het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, gecontroleerde laboratoriumomstandigheden en specifieke afvalverwijderingsprocedures. Het evalueren en classificeren van infectueuze stoffen is dan ook een belangrijk onderdeel van de biologische risicobeoordeling, om zo de juiste veiligheidsmaatregelen voor het omgaan met deze stoffen te bepalen.

Mogelijke overdracht van ziekten

Infectueuze stoffen kennen verschillende gezondheidsrisico’s, afhankelijk van het specifieke micro-organisme waarmee je mogelijk in contact bent gekomen. Het belangrijkste risico van blootstelling aan schadelijke biologische stoffen is de mogelijke overdracht van ziekten. Deze ziekten kunnen variëren van mild tot ernstig en kunnen leiden tot symptomen zoals koorts, infecties, en in sommige gevallen ook tot ernstige of levensbedreigende aandoeningen. Infectueuze stoffen kunnen zich verspreiden van geïnfecteerde personen naar andere personen via direct contact, inademing van besmette luchtdeeltjes, contact met besmette oppervlakken of materialen, maar ook via lichaamsvloeistoffen. Blootstelling aan sommige infectueuze stoffen kan leiden tot langetermijngezondheidscomplicaties, waaronder chronische ziekten, orgaanschade of immunologische stoornissen.

Gevolgen van een besmetting minimaliseren

Als je vermoedt dat je bent blootgesteld aan gevaarlijke infectueuze stoffen, zijn er verschillende stappen die je kunt ondernemen om de gevolgen van de besmetting te minimaliseren. Schakel onmiddellijk medische hulp in. Artsen kunnen beoordelen of verdere maatregelen (zoals bijvoorbeeld preventieve behandelingen of vaccinaties) nodig zijn, om eventuele gezondheidsschade te beperken. Het is belangrijk dat je de medische professionals zoveel mogelijk informatie verschaft over de aard van de infectueuze stof (als dit bekend is), de duur van de blootstelling en eventuele symptomen die je ervaart. Als er een behandeling of medicijnen worden voorgeschreven, volg dan nauwgezet de instructies en het behandelingsplan dat door de medisch professionals is voorgesteld.

Meld de blootstelling aan de gezondheidsautoriteiten

Afhankelijk van waar en hoe de blootstelling aan infectueuze stoffen precies heeft plaatsgevonden, is het belangrijk om dit te melden aan de relevante gezondheidsautoriteiten en (indien van toepassing) aan je werkgever. Melding maken van blootstelling aan gevaarlijke biologische materialen is belangrijk om mogelijke verspreiding te voorkomen, en de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen. Deze maatregelen omvatten meestal isolatie- of quarantainerichtlijnen, het vermijden van nauw contact met anderen en het volgen van hygiënemaatregelen, zoals handen wassen. Zoek in ieder geval altijd medische hulp als je denkt dat je met schadelijke biologische stoffen in aanraking bent geweest en volg het medische advies en de instructies van gezondheidsprofessionals op, om jezelf en anderen te beschermen.

Gevarenklasse 7: radioactieve stoffen

Radioactieve stoffen bevatten atomen die spontaan radioactieve straling uitzenden, zoals alfa-, bèta– en gammastraling. Deze stoffen worden meestal geclassificeerd op basis van hun radioactieve eigenschappen en de mate van het stralingsgevaar. Ze worden onderverdeeld in drie subklassen: 1, 2 en 3. Klasse 1 vertegenwoordigt het grootste gevaar, terwijl klasse 3 het minst gevaarlijk is. Blootstelling aan radioactieve stoffen kan schadelijk zijn voor levende organismen, inclusief mensen. Radioactieve straling kan weefselbeschadiging veroorzaken en in sommige gevallen ook kanker. Het hanteren en opslaan van radioactieve stoffen vereist dan ook strikte veiligheidsmaatregelen en specifieke regelgeving, om de blootstelling aan schadelijke straling te minimaliseren.

Internationaal Atoomenergieagentschap

Om de veiligheid van mensen en dieren te waarborgen geldt er strenge wet- en regelgeving voor het hanteren van radioactieve stoffen. De voorschriften en richtlijnen voor het veilig omgaan met radioactieve materialen, worden onder meer opgesteld door organisaties zoals het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA). Radioactieve stoffen moeten zorgvuldig worden verpakt en geëtiketteerd om te waarschuwen voor hun radioactieve aard, en om te voldoen aan de wettelijke voorschriften voor transport en opslag. Ondanks de gevaren worden radioactieve stoffen in verschillende sectoren gebruikt, zoals de nucleaire geneeskunde (medische isotopen voor diagnose en behandeling), wetenschappelijk onderzoek, en het opwekken van kernenergie in kerncentrales.

Gevarenklasse 8: corrosieve (bijtende) stoffen

Corrosieve bijtende stoffen zijn stoffen die schade aan het lichaam kunnen veroorzaken door de chemische reacties die ze aangaan. Deze stoffen kunnen ernstige brandwonden en weefselschade veroorzaken bij direct contact met de huid, ogen of slijmvliezen. Ze kunnen ook inwendige verwondingen veroorzaken als ze worden ingeslikt of ingeademd. Corrosieve stoffen hebben de eigenschap om materialen zoals metaal, glas en kunststoffen te corroderen of op te lossen. Dit kan leiden tot schade aan apparatuur, leidingen en opslagcontainers. Corrosieve stoffen worden gebruikt in verschillende industriële processen, zoals de productie van chemicaliën, schoonmaakmiddelen en batterijen. Ze kunnen ook worden gebruikt om metalen te etsen of te reinigen.

Goed afgesloten chemisch bestendige containers

Het is zeer belangrijk om de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen (zoals beschermende kleding, handschoenen en oogbescherming) wanneer je met corrosieve stoffen gaat werken of als er een risico is op blootstelling. Corrosieve stoffen moeten worden bewaard in geschikte, goed afgesloten, chemisch bestendige containers en veilig worden opgeslagen om ongelukken en schade te voorkomen. De containers moeten zijn gemarkeerd met duidelijke waarschuwingsetiketten en veiligheidsinformatie over de opgeslagen bijtende stoffen.

Gescheiden houden van andere chemische stoffen

Bijtende stoffen moeten gescheiden worden gehouden van andere chemische stoffen om chemische reacties en mogelijke lekkages te vermijden. Bewaar corrosieve stoffen op ooghoogte of lager, om te voorkomen dat ze van grote hoogtes vallen en morsen. Tevens moet er worden gezorgd voor voldoende ventilatie in de opslagruimte om eventuele dampen te verdrijven en de opbouw van schadelijke gassen te voorkomen. De temperatuur in de opslagruimte moet op een geschikte temperatuur worden gehouden, om de stabiliteit van de stoffen te behouden. Sommige corrosieve stoffen zijn namelijk gevoelig voor temperatuurschommelingen.

Nooddouches en oogspoelstations

Zorg dat er geschikte nooddouches, oogspoelstations en blusmiddelen (bijvoorbeeld brandblussers) in de buurt zijn van de opslaglocatie of de plekken waar je mogelijk kunt worden blootgesteld aan bijtende stoffen. Als je in aanraking komt met corrosieve stoffen is het cruciaal om snel te spoelen met water om weefsel- of oogschade te beperken. Een nooddouche heeft meestal een grote douchekop die een continue stroom van water levert wanneer deze wordt geactiveerd. Dit water stroomt direct over het lichaam van de persoon die is blootgesteld aan bijtende stoffen. Naast nooddouches zijn er ook oogspoelstations die speciaal zijn ontworpen om alleen de ogen te spoelen. Deze oogspoelstations hebben kleine fonteinen met een zachte stroom water voor het spoelen van de ogen.

Ketting of hendel

Nooddouches en oogspoelstations worden meestal geactiveerd door het trekken aan een ketting of het indrukken van een hendel, waardoor er direct water begint te stromen. Deze spoelinstallaties zijn vaak gemarkeerd met duidelijke signalering en waarschuwingen, zodat medewerkers op locaties waar met corrosieve stoffen wordt gewerkt ze snel kunnen vinden en gebruiken in noodsituaties. Het is belangrijk dat personeel goed wordt getraind in het juiste gebruik van de nooddouches en oogspoelstations, zodat ze weten wat ze moeten doen in geval van blootstelling aan bijtende stoffen.

Gevarenklasse 9: diverse (milieu)gevaarlijke stoffen

Deze gevarenklasse is specifiek bedoeld voor gevaarlijke stoffen en materialen die niet aan bovenstaande 8 gevarenklassen kunnen worden toegewezen, maar toch een gevaar vormen voor mens, dier en/of milieu. Stoffen die onder gevarenklasse 9 kunnen vallen zijn onder meer:

  • Gevaarlijke stoffen die niet elders kunnen worden ingedeeld vanwege hun specifieke eigenschappen of risico’s.
  • Milieugevaarlijke stoffen, zoals bepaalde vervuilende stoffen en biologische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu.
  • Stoffen die onderhevig zijn aan spontane ontbranding.
  • Stoffen die gevaarlijk zijn wanneer ze met water in aanraking komen.
  • Ladingen die gevaarlijk zijn vanwege hun magnetische eigenschappen.
  • Andere stoffen en voorwerpen die als gevaarlijk worden beschouwd tijdens transport, maar niet in een van de specifieke gevarenklassen passen.

Veilig transport

Het is belangrijk dat gevarenklassen 9-stoffen en materialen op een veilige en verantwoorde manier worden behandeld en getransporteerd. Daarom gelden er voor het transport van deze stoffen en materialen strikte voorschriften en richtlijnen. De regels kunnen echter variëren afhankelijk van het land en de wijze van transport. De gevarenklasse 9-stoffen moet duidelijk gelabeld zijn en de etiketten moeten de juiste informatie bevatten over de aard van de gevaarlijke goederen en eventuele specifieke risico’s. Bovendien moeten de gevaarlijke stoffen zijn voorzien van de juiste documentatie, inclusief vervoersdocumenten en veiligheidsinformatiebladen, die nodig zijn om de gevaarlijke materialen te identificeren en om hulpdiensten adequaat te informeren in geval van een ongeval.

Laad de gevaarlijke goederen op een veilige en stabiele manier

Ook bij het hanteren, opslaan en vervoeren van gevarenklasse 9-stoffen geldt: draag altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen, veiligheidsbril en beschermende kleding) om blootstelling te voorkomen. Laad de gevaarlijke goederen op een veilige en stabiele manier in voertuigen of containers en zorg ervoor dat er geen gevaarlijke interacties tussen verschillende ladingen kunnen optreden. Neem passende veiligheidsmaatregelen, zoals het vermijden van open vuur, roken en vonkvorming in de buurt van gevaarlijke goederen. Ook het beperken van blootstelling aan hitte, direct zonlicht en vocht is belangrijk. Wees bereid op noodsituaties en ken de juiste procedures voor het omgaan met lekkages, morsingen of ongevallen met gevaarlijke stoffen. Dit omvat onder meer evacuatieplannen en communicatie met de hulpdiensten.

Documentatie en communicatie

In overeenstemming met GHS-normen moeten producenten, distributeurs en gebruikers van gevaarlijke stoffen de juiste documentatie verstrekken en informatie over de risico’s van de stof communiceren via etikettering en veiligheidsinformatiebladen (Material Safety Data Sheets). Een GHS-systeem gebruikt gestandaardiseerde gevarenpictogrammen, signaalwoorden, gevarenaanduidingen en veiligheidsaanbevelingen, om te zorgen voor duidelijke en consistente communicatie van gevaarlijke en verontreinigende stoffeninformatie wereldwijd. Andere regelgevende instanties en organisaties, zoals de Europese Unie (EU), hebben vergelijkbare systemen voor classificatie en etikettering van gevaarlijke stoffen ontwikkeld om de veiligheid en het bewustzijn te bevorderen. Het is essentieel om deze classificaties en etikettering te begrijpen en op te volgen bij het hanteren, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen om de risico’s zo klein mogelijk te houden.

Gevarenpictogrammen

Er zijn in totaal 9 standaard GHS-pictogrammen. Deze pictogrammen geven de verschillende soorten gevaren aan, variërend van gezondheidsrisico’s tot fysieke gevaren en milieurisico’s. Het begrijpen van deze gevarenpictogrammen is belangrijk om snel te kunnen identificeren, welke gevaren geassocieerd zijn met een bepaalde stof of mengsel. De gevarenpictogrammen dragen bij aan de veiligheid bij het omgaan met gevaarlijke en verontreinigende stoffen en helpen gebruikers om de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen. We kennen de volgende pictogrammen:

GHS-gevarenpictogrammen, gevaarlijke stoffen

Pictogram irriterend, sensibiliserend, schadelijk

Dit pictogram (met een zwart uitroepteken) waarschuwt voor het mogelijke risico van irritatie van de huid, ogen of luchtwegen bij blootstelling aan de stof. Dit kan leiden tot ontsteking, roodheid, jeuk , branderigheid of andere ongemakken. Sensibilisatie betekent dat herhaalde blootstelling aan de stof kan leiden tot allergische reacties, zoals contactdermatitis (huidallergie) of ademhalingsproblemen. Het uitroepteken geeft aan dat de stof schadelijk kan zijn voor de gezondheid op andere manieren, zoals bij inslikken, inademen of contact met de huid. Het kan bijvoorbeeld verwijzen naar toxische effecten op organen of lichaamsfuncties. Dit pictogram staat vaak op de verpakking van afwasmiddel, allesreiniger, schuurmiddel en vaatwasmachinetabletten.

GHS-gevarenpictogram irriterend, sensibiliserend, schadelijk

Ontvlambaar-pictogram

Het ontvlambaarheidspictogram (met daarop een vlam) geeft aan dat de stof brandbaar is en kan ontbranden als deze wordt blootgesteld aan open vuur, hitte, vonken, of andere ontstekingsbronnen. Dit pictogram staat vaak op de verpakking van brandbare vloeistoffen, spuitbussen, brandbare gassen, brandbare vaste stoffen en andere materialen die snel vlam kunnen vatten. Dit pictogram waarschuwt mensen dat er speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het hanteren, opslaan en gebruiken van de betreffende stof of product, zoals bijvoorbeeld het vermijden van open vuur, roken of het toepassen van specifieke opslagvoorschriften.

GHS-gevarenpictogram ontvlambaar

Explosief-pictogram

Het explosief-pictogram heeft een afbeelding van een ontploffende bom. Het pictogram geeft aan dat de stof explosief is en onder bepaalde omstandigheden kan ontploffen. Dit kan te wijten zijn aan gevoeligheid voor hitte, schokken, wrijving, of andere factoren. Dit gevarenpictogram wordt vaak aangetroffen op explosieven, vuurwerk en andere materialen die explosiegevaar met zich meebrengen. Het kan ook worden getoond op producten met pyrotechnische eigenschappen. Wanneer dit pictogram wordt getoond op een product, dan moet er uiterst voorzichtig mee worden omgegaan. Er moeten specifieke veiligheidsmaatregelen worden opgevolgd om explosiegevaar te voorkomen.

GHS-gevarenpictogram explosief

Pictogram gassen onder druk

Het pictogram ‘gassen onder druk’ wordt gebruikt om te waarschuwen voor het gevaar van bepaalde stoffen of gassen die onder hoge druk zijn opgeslagen en kan op verschillende soorten containers en cilinders worden aangetroffen. Deze gassen kunnen ontsnappen als de container wordt beschadigd of verkeerd wordt behandeld. Dit pictogram is herkenbaar aan een afbeelding met een cilinder met een uitstulping aan de bovenkant. Dit pictogram wordt vaak aangetroffen op containers met samengeperste gassen of aerosolen, zoals bijvoorbeeld spuitbussen. Het pictogram wordt vaak vergezeld van een specifieke waarschuwingstekst en aanvullende informatie over hoe te handelen om het risico van lekkage of ontsnapping van gassen onder druk te minimaliseren.

Gevarenpictogram gassen onder druk

Corrosief-pictogram

Dit pictogram waarschuwt voor het gevaar van chemische stoffen die corrosieve eigenschappen hebben, wat betekent dat ze schade kunnen toebrengen aan levend weefsel, materialen of oppervlakken bij contact. Het corrosief-pictogram toont een afbeelding met daarop twee reageerbuizen met corrosieve (bijtende) stoffen die weefselschade veroorzaken op een hand en schade toebrengen aan een oppervlak. Dit gevarenpictogram wordt vaak aangetroffen op producten zoals zuren, basen (zoals gootsteenontstopper), ontkalkingsmiddelen en andere stoffen die corrosieve eigenschappen hebben. Bij het gebruik van stoffen en producten met dit pictogram moeten specifieke voorzorgsmaatregelen worden genomen bij het hanteren en opslaan van de stof (zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, handschoenen en oogbescherming).

GHS-gevarenpictogram corrosief

Pictogram gevaar voor het aquatisch milieu

Dit pictogram waarschuwt voor de potentiële schadelijke effecten van een bepaalde stof of product op het aquatisch milieu, zoals ecosystemen in meren, rivieren en oceanen. Dit gevarenpictogram is bedoeld om gebruikers te informeren over de mogelijke ecologische risico’s die gepaard gaan met de stof of het product. Het pictogram toont een afbeelding van een ondersteboven drijvende (dode) vis en een kale boom, en geeft daarmee aan dat de stof schadelijk kan zijn voor zowel waterorganismen als groene natuur. De milieuschade kan negatieve effecten hebben op vissen, algen, waterplanten en andere aquatische organismen, evenals de systemen waarin ze leven. Dit pictogram wordt vaak getoond op producten zoals pesticiden, herbiciden, sommige chemische stoffen en meststoffen die schadelijk kunnen zijn voor waterbronnen en waterlichamen. Wanneer je producten met dit pictogram gaat gebruiken is het belangrijk dat je de juiste veiligheidsmaatregelen neemt en de juiste procedures volgt, om verontreiniging van waterbronnen en ecosystemen te voorkomen.

GHS-gevarensymbool gevaarlijk voor het aquatisch milieu

Oxiderend-pictogram

Het oxiderend-pictogram (een vlam boven de letter O) wordt vaak gebruikt om stoffen of materialen aan duiden die de neiging hebben om andere stoffen te oxideren. Dat betekent dat deze stoffen chemische reacties kunnen veroorzaken waarbij zuurstof wordt vrijgegeven of waarbij andere stoffen worden geoxideerd. Met dit symbool wordt gewaarschuwd voor de mogelijke gevaren die gepaard gaan met oxiderende stoffen en geeft aan dat ze brand kunnen veroorzaken of andere materialen kunnen ontsteken, als ze in contact komen met brandbare stoffen. Oxiderende stoffen kunnen ook gevaarlijk zijn omdat ze explosies kunnen veroorzaken, wanneer ze in contact komen met bepaalde andere stoffen.

Voorbeelden van oxiderende stoffen

Voorbeelden van oxiderende stoffen zijn zuivere zuurstof, waterstofperoxide (H2O2), kaliumpermangaat (KMnO4), chloorgas (Cl2), kaliumnitraat (KNO3), natriumperoxide (Na2O2), natriumperchloraat (NaClO4), ammoniumperchloraat (NH4ClO4) en kaliumchloraat (KClO3). Draag altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen als je met  oxiderende stoffen gaat werken. Dit omvat onder andere beschermende kleding (laboratoriumjassen), oogbescherming (veiligheidsbril of gelaatsscherm), handschoenen en eventueel ademhalingsbescherming, afhankelijk van het type en de concentratie van de oxiderende stof waarmee je werkt.  Bewaar oxiderende stoffen in aparte opslagruimtes, gescheiden van andere brandbare materialen. Zorg ervoor dat de opslagruimte goed geventileerd is en voldoet aan alle veiligheidsvoorschriften voor de opslag van chemische stoffen.

GHS-gevarensymbool oxiderend

Giftig-pictogram

Het gevarenpictogram ‘giftig’ (een doodshoofd en gekruiste botten) wordt gebruikt om stoffen en materialen aan te duiden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid wanneer ze worden ingeademd, ingeslikt, geabsorbeerd door de huid of op een andere manier in contact komen met het menselijk lichaam. Dit pictogram waarschuwt voor de potentiële gevaren die gepaard gaan met giftige stoffen en geeft aan dat blootstelling aan deze stoffen kan leiden tot ernstig letsel en gezondheidsproblemen. Het giftig-pictogram wordt vaak gebruikt op verpakkingen van chemicaliën en producten, om gebruikers te waarschuwen voor de gevaren die gepaard gaan met het hanteren of gebruiken van de stof. De mate van toxiciteit kan variëren van licht tot zeer giftig, afhankelijk van de specifieke stof.

Acuut of chronisch

Giftige stoffen kunnen zowel acute als chronische gezondheidseffecten veroorzaken, afhankelijk van de blootstellingsduur en – hoeveelheid. Acute effecten kunnen optreden na korte blootstelling aan hoge concentraties van een giftige stof, terwijl chronische effecten zich kunnen ontwikkelen na langdurige blootstelling. Volg de veiligheidsinstructies en waarschuwingen altijd nauwgezet op als je met giftige stoffen moet werken of er op een andere manier mee in aanraking kan komen. Neem passende beschermende maatregelen bij het hanteren van toxische stoffen, zoals het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en het ventileren van de ruimten waar deze gevaarlijke stoffen worden opgeslagen.

GHS-gevarenpictogram giftig

Pictogram lange termijn gezondheidsgevaarlijk

Het gevarenpictogram ‘lange termijn gezondheidsgevaarlijk’ (een afbeelding van een menselijk silhouet met een stervorm op de borstkas) wordt gebruikt om stoffen en materialen aan de duiden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid op de lange termijn en bij herhaalde blootstelling (zelfs als de effecten niet onmiddellijk optreden). Dit pictogram waarschuwt voor potentiële lange termijngevaren, zoals kanker, mutageniteit (veroorzaking van genetische veranderingen), reproductietoxiciteit (voor de voortplanting giftige stoffen) en andere chronische gezondheidsproblemen.

Gezondheidsschade manifesteert zich vaak pas na jaren

Bij het werken met stoffen die dit pictogram dragen (zoals bijvoorbeeld verfverdunner, asbest, benzeen, arseen, cadmium, lood, formaldehyde, bisfenol A (BPA), vinylchloride, nikkelverbindingen en benzo(a)pyreen), is het essentieel om de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen om de blootstelling te minimaliseren. Dit omvat onder andere het gebruik van persoonlijk beschermingsmiddelen, het zorgen voor goede ventilatie op de werkplek, het beperken van de tijd die wordt doorgebracht in de nabijheid van de stof en het volgen van alle veiligheidsinstructies en richtlijnen op het etiket en veiligheidsinformatieblad. Omdat de gezondheidsschade van langdurige blootstelling aan dergelijke stoffen zich vaak pas na jaren of decennia manifesteert, is het van cruciaal belang om de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen en regelmatige medische controles te ondergaan, als je met deze stoffen werkt.

GHS-gevarenpictogram GHS-gevarenpictogram lange termijn gezondheidsgevaarlijk

Gevaarlijke stoffen in werkomgevingen

Op talloze locaties wordt gewerkt met gevaarlijke en verontreinigende stoffen. Deze stoffen komen onder meer voor in industriële omgevingen (zoals fabrieken en chemische installaties), transport en opslag, landbouw, olie- en gaswinning, afvalverwerking, bouw, sloop en voedselproductie. Op deze arbeidslocaties worden verschillende maatregelen genomen om de veiligheid van werknemers en het milieu te beschermen. Deze maatregelen kunnen variëren afhankelijk van het type gevaarlijke stoffen en de aard van de werkzaamheden. Werkgevers voeren een grondige risicobeoordeling uit om de potentiële risico’s van gevaarlijke en verontreinigende stoffen op de werkplek te identificeren. Dit omvat het identificeren van de stoffen, de risico’s die ze met zich meebrengen en de blootstelling aan werknemers.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Werknemers worden voorgelicht over de gevaren van de gebruikte stoffen, de juiste werkwijzen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Deze PBM’s omvatten bijvoorbeeld adembescherming, handschoenen, veiligheidsbrillen, beschermende kleding en veiligheidsschoenen om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen en materialen te minimaliseren. Bovendien worden er allerlei procedures opgesteld voor het correct opslaan, labelen en hanteren van gevaarlijke en verontreinigende stoffen, om morsen en lekken te voorkomen. Risicovolle werkplekken worden goed geventileerd om de verspreiding van dampen en gassen te voorkomen. Dit gebeurt soms middels natuurlijke ventilatie, maar ook middels mechanische ventilatiesystemen. Alleen bevoegde personen mogen toegang hebben tot gebieden waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen.

Noodprocedures

Werkgevers ontwikkelen noodprocedures voor noodsituaties, zoals lekkages, branden of ongelukken met riskante stoffen. Medewerkers worden getraind in deze procedures, zodat ze weten hoe ze moeten handelen bij ongevallen. Deze veiligheidsprocedures worden periodiek herzien en bijgewerkt, om ervoor te zorgen dat de maatregelen up-to-date en effectief blijven bij veranderende omstandigheden. Tevens worden de gevaarlijke en verontreinigende stoffen in de lucht en het water continu gemeten en gemonitord, om eventuele blootstelling te beheersen. Industriële bedrijven hebben strikte protocollen voor het behandelen, opslaan en verwijdering van afvalstoffen. Op de plekken waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen worden duidelijke instructie- en waarschuwingsborden geplaatst.

Voorschriften en regelgeving

Bedrijven werken samen met de relevante overheidsinstanties en voldoen aan de wettelijke voorschriften en regelgeving met betrekking tot gevaarlijke en verontreinigende stoffen op de werkplek. Het beheer van riskante stoffen in werkomgevingen is essentieel om de veiligheid en gezondheid van werknemers te waarborgen en milieuvervuiling te voorkomen. Werkgevers en werknemers dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het naleven van veiligheidsprotocollen en het minimaliseren van de risico’s die gevaarlijke en verontreinigende stoffen met zich meebrengen.

Verontreinigende stoffen in de landbouw

Ook in de landbouw wordt gebruikgemaakt van allerlei schadelijke stoffen. Bestrijdingsmiddelen zoals bijvoorbeeld kunstmeststoffen en mest kunnen verontreinigingen veroorzaken in de bodem en het grond- en oppervlakte water., wanneer ze niet op de juiste manier worden toegepast of opgeslagen. Lekkage van vervuilende stoffen of opzettelijke lozingen van verontreinigd water in rivieren, meren of oceanen kunnen de waterkwaliteit ernstig aantasten

Beroepsziekten

Ondanks de strenge veiligheidsmaatregelen en procedures in de industrie, overlijden er nog ieder jaar ongeveer 3000 mensen door het werken met gevaarlijke stoffen. Deze mensen zijn ziek geworden doordat ze tijdens hun arbeidzame leven op dagelijkse basis (onvoldoende beschermd) hebben gewerkt met schadelijke stoffen zoals bijvoorbeeld chroom-6, asbest, lood, kwik, benzeen, silica (kwartsstof), formaldehyde, mangaan, beryllium, vinylchloride, vluchtige organische stoffen of dioxinen. De Nederlandse overheid heeft verschillende maatregelen en regelingen getroffen om mensen die ziek zijn geworden door jarenlange blootstelling aan schadelijke stoffen tijdens hun werk te ondersteunen en te compenseren. Vaak gingen hier lange juridische procedures aan vooraf.

Schadelijke stoffen in en om het huis

Niet alleen in de industrie kunnen mensen worden blootgesteld aan gevaarlijke en verontreinigende stoffen, maar ook in huis zijn schadelijke stoffen aanwezig die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Ongevallen kunnen optreden wanneer huishoudelijke schoonmaakmiddelen zoals bleekmiddel, ammoniak of gootsteenontstopper per ongeluk worden gemengd, waardoor giftige dampen ontstaan. Kinderen kunnen ook toegang krijgen tot deze stoffen en ze inslikken. Deze stoffen zijn niet alleen schadelijk bij inslikken of inademing, maar ze kunnen ook ernstig huid- en oogletsel veroorzaken.

Oplosmiddelen en chemische verbindingen

Andere schadelijke stoffen die in het keukenkastje kunnen voorkomen zijn bijtende soda, vaatwasmachinetabletten, ongediertebestrijdingsmiddelen, ovenreinigers, ontkalkingsmiddelen en sommige schuurmiddelen. Ook meubel- en metaalpolijstmiddelen kunnen oplosmiddelen en chemische verbindingen bevatten die bij inademing schadelijk kunnen zijn. Soms worden in keukenkastjes ook brandbare vloeistoffen (zoals spiritus en aanmaakvloeistoffen voor houtskoolbarbecues) bewaard, wat brandgevaar kan veroorzaken.

Medicijnen

Verouderde of niet-gebruikte medicijnen kunnen een potentieel gezondheidsrisico vormen als ze verkeerd worden ingenomen. Het is dan ook van cruciaal belang om medicijnen (net zoals alle andere schadelijke stoffen in huis) buiten het bereik van kinderen en huisdieren te houden. Volg de gebruiksaanwijzingen en veiligheidswaarschuwingen op de etiketten van medicijnen en andere schadelijke stoffen zorgvuldig op. Verwijder ongebruikte of verlopen medicijnen en andere schadelijke stoffen op de juiste wijze, volgens de lokale voorschriften voor gevaarlijk afval.

Oude en beschadigde batterijen

In de meeste huishoudens zijn batterijen aanwezig. Oude en beschadigde batterijen kunnen schadelijk zijn vanwege het risico op lekkage van gevaarlijke en verontreinigende stoffen en corrosie van de batterijen zelf. Batterijen bevatten verschillende chemische stoffen, waaronder alkaline, lithium, zink, kwik en lood, afhankelijk van het type batterij. Als deze stoffen gaan lekken kunnen ze irriterend zijn voor de huid, ogen en luchtwegen. Ook inademing van de dampen of contact met de huid kan irritatie veroorzaken. Als een batterij lekt, kan het lek verhinderen dat de batterij correct functioneert. Dit kan leiden tot oververhitting en mogelijk tot een explosie.

Batterijen afvoeren

Om beschadigde of lekkende batterijen op een veilige manier te behandelen, kun je het beste beschermende handschoenen en een veiligheidsbril dragen, om huid- en oogcontact te voorkomen. Ventileer de ruimte om eventuele dampen af te voeren. Als de lekkende batterij een apparaat heeft aangetast, reinig de batterijhouder en de contactpunten dan met een mild zuur, zoals azijn om corrosie te neutraliseren. Oude batterijen moeten op de juiste manier worden afgevoerd als klein chemisch afval. Gemeenten hebben inzamelingsprogramma’s voor gebruikte batterijen. Oude batterijen kunnen vaak ook worden ingeleverd bij speciale inzamelpunten in winkels.

Voorkomen van ongevallen met schadelijke stoffen

Veel van de ongevallen met schadelijke stoffen in huiselijke omgeving kunnen worden voorkomen door voorzorgsmaatregelen te nemen en door huishoudelijke chemicaliën en gereedschappen buiten het bereik van kinderen te houden. Gebruik zoveel mogelijk kinderveilige verpakkingen. Het correct labelen van schoonmaakmiddelen en het volgen van veiligheidsinstructies op etiketten is essentieel. Niet alleen binnenshuis zijn schadelijke stoffen te vinden, maar ook in het bos. Leer je kinderen daarom zo vroeg mogelijk om van giftige paddenstoelen, bessen en planten af te blijven.

Giftige paddenstoelen

In Nederland zijn verschillende giftige paddenstoelen te vinden. Pluk geen paddenstoelen in het wild die je voor consumptie wilt gebruiken, tenzij je de niet-giftige exemplaren kunt herkennen en zeker weet dat ze eetbaar zijn. Het eten van giftige paddenstoelen kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen en zelfs tot de dood. De gevaren van het eten van giftige paddenstoelen zijn divers en kunnen variëren afhankelijk van de soort paddenstoel en de giftige stoffen die ze bevatten. Veel giftige paddenstoelen kunnen leiden tot ernstige maag- en darmproblemen, waaronder misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Sommige giftige paddenstoelen (zoals bijvoorbeeld de groene knolamaniet) bevatten stoffen die ernstige schade aan de lever en nieren kunnen veroorzaken. Het eten van de groene knolamaniet kan dodelijk zijn.

Hallucinaties

Sommige giftige paddenstoelen (zoals de vliegenzwam) kunnen hallucinaties, verwarring en andere neurologische symptomen veroorzaken. Het grootste gevaar van het eten van giftige paddenstoelen is dat de symptomen niet altijd onmiddellijk optreden en kunnen variëren, waardoor het moeilijk kan zijn om te weten dat je vergiftigd bent. Pluk of eet dan ook nooit paddenstoelen in het wild tenzij je een deskundig mycoloog bent met een grondige kennis van eetbare en giftige soorten. Als je vermoedt dat je giftige paddenstoelen hebt gegeten of je symptomen vertoond na het eten van wilde paddenstoelen, zoek dan onmiddellijk medische hulp. Behandeling voor paddenstoelenvergiftiging is het meest effectief als deze zo snel mogelijk wordt ingezet.

Giftige bessen

In ons land zijn ook verschillende giftige bessen te vinden. Pluk of eet nooit bessen in het wild, tenzij je zeker weet dat ze eetbaar en ongevaarlijk zijn. De taxusbes bijvoorbeeld is uiterst giftig en consumptie kan leiden tot hartritmestoornissen, hartstilstand en lever- en nierbeschadigingen. Ook voor de rode kamperfoelie, de wilde kardinaalsmuts en de gewone vlier moet je uitkijken. Het kan erg lastig zijn om het verschil tussen eetbare en giftige bessen te herkennen, dus het is het beste om de bessen links te laten liggen als je niet zeker bent van je zaak.

Gevaarlijke planten

Er zijn verschillende gevaarlijke planten in Nederland, waarvan sommige giftige stoffen bevatten die schadelijk kunnen zijn voor de mens en dier bij aanraking of consumptie. Zo is het bijvoorbeeld oppassen geblazen met de reuzenberenklauw. Deze plant kan bij aanraking ernstige huidirritatie en blaren veroorzaken als het sap in contact komt met de huid en deze wordt blootgesteld aan zonlicht. Ook met de kleine waterreppe moet je de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Alle delen van deze plant bevatten gevaarlijke gifstoffen en kunnen dodelijk zijn als ze worden geconsumeerd. Een andere zeer giftige plant is de Wolfskers. Het eten van de bessen van deze plant kan zeer ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, waaronder hartproblemen en hallucinaties. Ook de gele oleander, de herfsttijloos, vingerhoedskruid, lelietje-van-dalen en de blauwe monnikskap steek je beter niet in je mond, vanwege hun toxische eigenschappen. Maak kinderen bewust van de gevaren van giftige planten en wees alert op huisdieren die er mogelijk van kunnen eten.

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen heb ingeslikt?

Het is van cruciaal belang om snel te handelen bij het inslikken van schadelijke stoffen, omdat sommige van deze stoffen ernstige schade aan het lichaam kunnen veroorzaken. Het inroepen van medische hulp is de belangrijkste stap om ervoor te zorgen dat je de juiste zorg krijgt. Probeer nooit zelf om een behandeling te starten zonder begeleiding van professioneel medisch personeel, omdat dit de situatie kan verergeren. Als jij of iemand anders per ongeluk schadelijke stoffen, zoals bleekmiddel, ammoniak of ontstopper hebt ingeslikt, moet je direct de volgende stappen ondernemen:

Bel onmiddellijk 112

De eerste en belangrijkste stap is om direct medische hulp in te roepen. Bel het noodnummer (112 in alle landen van de Europese Unie) of zoek onmiddellijk medische hulp bij de dichtstbijzijnde spoedeisende hulpafdeling. In geval van het inslikken van schadelijke stoffen is het niet altijd noodzakelijk om onmiddellijk 112 te bellen. Of je de hulpdiensten wel of niet moet inschakelen hangt af van verschillende factoren, zoals de aard van de ingeslikte stof, de hoeveelheid die is ingenomen, de aanwezigheid van symptomen, de leeftijd van het slachtoffer en zijn of haar gezondheidstoestand.

Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Als de persoon die de schadelijke stof heeft ingenomen ernstige symptomen vertoont (zoals moeite met ademhalen, bewusteloosheid, ernstige pijn, braken met bloed of een verandering van de huidskleur, bel dan onmiddellijk 112). Deze symptomen duiden op een ernstige vergiftiging. Als de persoon geen ernstige symptomen vertoont, maar wel een schadelijke stof heeft ingenomen, kun je contact opnemen met een gifcentrum of vergiftigingsinformatiecentrum voor advies. In Nederland kun je contact opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC). Het personeel van het gifcentrum kan je adviseren over de juiste stappen die je moet nemen. Blootstelling aan schadelijke stoffen moet serieus worden genomen. Roep bij twijfel altijd onmiddellijk medische hulp in.

Spoelen met water

Als je (of iemand anders die de schadelijke stof heeft ingenomen) in staat bent om te slikken en te ademen, probeer je mond dan grondig te spoelen met water. Wanneer je petroleumproducten of niet-bijtende schadelijke stoffen hebt ingenomen, spuug je het water na het spoelen meteen weer uit. Petroleumproducten blijven namelijk drijven op water, wanneer je het opdrinkt. Niet-bijtende schadelijke stoffen worden bij verdunning met water eerder opgenomen in het lichaam, iets dat je wilt voorkomen.

Bijtende stoffen verdunnen

Wanneer iemand bijtende stoffen heeft ingeslikt zoals bijvoorbeeld bleekmiddel of ammoniak moet diegene wél een glas water drinken om de schadelijke stoffen te verdunnen. Wanneer de bijtende stof is ingeslikt door een kind probeer dan om het een half glas water te laten drinken, zonder het te forceren (om te voorkomen dat hij of zij gaat braken). Indien iemand een kleine hoeveelheid (verdund) bleekmiddel heeft ingenomen kan verdunnen met drinkwater soms volstaan om de irriterende werking te verminderen, maar wanneer iemand een grote hoeveelheid (geconcentreerd) bleekmiddel heeft ingeslikt moet het slachtoffer water drinken en direct naar het ziekenhuis worden gebracht.

Blijf kalm

Probeer kalm te blijven en te voorkomen dat je in paniek raakt. Het medisch personeel zal je de best mogelijke zorg bieden, maar het is van cruciaal belang dat ze weten welke stof je precies hebt ingeslikt. Kalm blijven stelt je in staat om de situatie adequaat te beoordelen. Je kunt de aard van de schadelijke stof, de hoeveelheid die is ingenomen, de symptomen en de gezondheidstoestand van de persoon die de stof heeft ingenomen objectief beoordelen. Wanneer je kalm blijft kun je effectief communiceren met medische professionals of gifcentra. Dit helpt hen om een beter begrip van de situatie te krijgen en passend advies te geven. Paniek kan de situatie verergeren. Het kan leiden tot onnodige stress en verwarring, waardoor het moeilijker wordt om de juiste stappen te nemen.

Niet braken

Tenzij medisch personeel je dit specifiek heeft opgedragen, moet je niet proberen over te geven, omdat dit verdere schade kan veroorzaken in het lichaam. Bijtende stoffen kunnen namelijk schade veroorzaken aan de slokdarm, maag en andere inwendige organen. Braken kan de reeds aangetaste weefsels verder beschadigen en het risico op ernstige verwondingen vergroten. Tijdens het braken kunnen bijtende stoffen in de luchtwegen terechtkomen, wat ademhalingsproblemen en verdere schade kan veroorzaken.

Voedselvergiftiging

Bij een vergiftiging met niet-bijtende stoffen (zoals bijvoorbeeld voedselvergiftiging) wordt braken soms wél aanbevolen. Braken na een voedselvergiftiging kan helpen bij het elimineren van giftige stoffen die de vergiftiging hebben veroorzaakt (zoals bijvoorbeeld bacteriën). Laat het braken op een natuurlijke manier gebeuren. Drink een glas water om het braken op te wekken als dat nodig is. Nadat je hebt overgegeven kun je kleine hoeveelheden heldere vloeistoffen (zoals water, bouillon of orale hydratatiemiddelen) drinken, om gehydrateerd te blijven. Vermijd cafeïne en alcohol. Zodra je maag tot rust is gekomen, kun je beginnen met het geleidelijk herintroduceren van voedingsmiddelen. Begin met lichte, gemakkelijk verteerbare voedingsmiddelen zoals crackers, rijst of bananen. Als de symptomen van de voedselvergiftiging aanhouden of ernstig zijn raadpleeg dan een arts. In sommige gevallen kan voedselvergiftiging leiden tot ernstige uitdroging en kan medisch behandeling nodig zijn.

Neem de verpakking mee en toon deze aan de hulpdiensten

Als je weet welk schadelijk product je hebt ingeslikt, neem dan de verpakking of het etiket van het product mee naar het ziekenhuis of laat het zien aan de medische hulpverleners die ter plaatse komen. Dit kan helpen bij een snelle diagnose en behandeling. Met behulp van de verpakking of het etiket kan het medisch personeel de exacte aard van de gevaarlijke stof vast stellen. Dit is zeer belangrijke informatie omdat verschillende stoffen verschillende behandelingsmethoden vereisen. Het etiket kan details verstrekken over de concentratie of de sterkte van de stof, maar ook over de mogelijke gezondheidseffecten. Sommige productetiketten bevatten ook aanbevelingen voor eerste hulp of specifieke stappen die moeten worden ondernomen bij blootstelling.

Volg de instructies van het medisch personeel op

Eenmaal in het ziekenhuis zal het medisch personeel beoordelen welke behandeling nodig is. Volg hun instructies nauwgezet op. Artsen en verpleegkundigen hebben de nodige medische kennis en ervaring om de ernst van de situatie te beoordelen en de juiste behandelingsbeslissingen te nemen. Het opvolgen van de medische instructies kan verdere schade aan het lichaam minimaliseren. Dit kan onder meer het neutraliseren van de effecten van de schadelijke stof zijn, maar ook het voorkomen van complicaties en het bevorderen van een snel herstel omvatten.

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen op mijn huid heb gekregen?

Als je schadelijke stoffen op je huid hebt gekregen, is het belangrijk om snel en effectief te handelen. Spoel de getroffen huid onmiddellijk af met overvloedig water. Trek indien mogelijk besmette kleding zo snel mogelijk uit en was het grondig. Bel 112 als de situatie ernstig is of als de symptomen aanhouden. Zorg ervoor dat je precies weet welke schadelijke stof je op je huid hebt gekregen, om medische professionals adequaat te informeren. Volg altijd de instructies van de medische professionals nauwgezet op en houd rekening met eventuele waarschuwingen. Maak aantekeningen over wat er precies is gebeurd, wanneer en hoe je de gevaarlijke stof hebt aangeraakt, maar ook hoelang de blootstelling aan de stof heeft geduurd.

Wat moet ik doen als ik schadelijke stoffen in mijn ogen heb gekregen?

Als schadelijke stoffen in je ogen komen, is snel handelen cruciaal om de schade te minimaliseren. Spoel je ogen direct met overvloedig schoon water. Houd je oogleden open tijdens het spoelen. Bel onmiddellijk 112 voor medische hulp en vermeld welke schadelijke stof je precies in je ogen hebt gekregen. Spoel minstens 15 minuten lang je ogen. Gebruik een oogdouche als deze beschikbaar is. Als je lenzen draagt, verwijder deze dan zodra je begint met spoelen. Raak je ogen niet aan. Vermijd wrijven in je ogen, want dit kan de schade verergeren. Bedek het niet aangetaste oog om verdere besmetting te voorkomen.

Containers met schadelijke stoffen

Wat zijn de meest voorkomende schadelijk, gevaarlijke of verontreinigende stoffen

Veelvoorkomende schadelijke, gevaarlijke of verontreinigende stoffen zijn onder andere:

Lood

Lood (Pb) is een zwaar metaal dat van nature voorkomt in de aardkorst. Het wordt al eeuwenlang gebruikt in verschillende toepassingen, zoals verf, loodhoudende benzine, loodwaterleidingen en batterijen. Lood is giftig voor mensen en het milieu. Blootstelling aan lood kan leiden tot loodvergiftiging, met symptomen zoals buikpijn, hoofdpijn, vermoeidheid en zelfs schade aan organen en het zenuwstelsel. Kinderen en zwangere vrouwen zijn bijzonder gevoelig voor de effecten van lood. Als je vermoedt dat je bent blootgesteld aan lood en symptomen vertoont, zoek dan onmiddellijk medische hulp. Bloedonderzoek kan loodniveaus in het lichaam vaststellen. Om blootstelling te verminderen, is het belangrijk om loodhoudende verf te verwijderen en te vervangen in oude gebouwen, loodhoudend water te vermijden en de handen en gezichten van kinderen regelmatig te wassen.

Beroepsmatige blootstelling aan lood

Als je vermoedt dat je een aanzienlijke hoeveelheid looddampen of loodstof hebt ingeademd, ingeslikt of anderszins bent blootgesteld aan deze schadelijke metalen, zoek dan onmiddellijk medische hulp. Een arts kan met behulp van een bloedtest vaak bepalen of er sprake is geweest van een verhoogd loodgehalte in je lichaam. Als je beroepsmatig wordt blootgesteld aan lood, zorg dan altijd voor de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en werkplekbeheersing om herhaalde blootstelling te voorkomen.

Loodverbindingen in voeding

Loodverbindingen komen ook voor in voeding. Zware metalen komen voor in schaal- en schelpdieren, tonijn, makreel, paling, orgaanvlees, aardappelen en granen, maar ook in groenten zoals bijvoorbeeld kool, bladgroenten, knolgroenten en wortelen. Eet daarom gezond en gevarieerd. Een uitgebalanceerde voeding kan de inname van lood in je lichaam minimaliseren. Identificeer en verwijder eventuele loodbronnen in je woning en leefomgeving (zoals verouderde verflagen, loodwaterleidingen of loodhoudend speelgoed) om toekomstige blootstelling aan lood te verminderen.

Asbest

Asbestvezels die zijn gebruikt in bouwmaterialen, kunnen leiden tot ernstige longaandoeningen bij blootstelling. Asbest is een natuurlijk mineraal dat bestaat uit dunne, vezelachtige kristallen. Het is sterk, hittebestendig en bestand tegen corrosie. Dit maakte het in het verleden populair voor gebruik in de bouw, met name in isolatiemateriaal, dakbedekking en cementproducten. Asbestvezels zijn gevaarlijk als ze worden ingeademd. Wanneer asbestmaterialen beschadigd raken of verouderen, kunnen deze vezels vrijkomen in de lucht. Inademing van asbestvezels kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, waaronder asbestgerelateerde ziekten zoals asbestose, longkanker en mesothelioom.

Gevolgen en symptomen van blootstelling aan asbest

De gevolgen van blootstelling aan asbest kunnen ernstig zijn en pas tientallen jaren na blootstelling optreden. De symptomen variëren afhankelijk van het type ziekte, maar kunnen zijn:

Asbestose

Asbestose gaat gepaard met littekens in de longen, wat ademhalingsproblemen kan veroorzaken.

Longkanker

De symptomen van longkanker zijn vaak hoesten, kortademigheid, pijn op de borst en gewichtsverlies.

Mesothelioom

Mesothelioom is een vorm van kanker die ontstaat vanuit de dunne weefsellaag die veel organen bedekt, meestal de longen of buikholte.

Wat moet ik doen als ik met asbest in aanraking ben geweest?

Als je in contact bent geweest met gekomen met asbest of asbestverdacht materiaal, is het belangrijk om de volgende stappen te volgen:

Verwijder besmette kleding

Verwijder onmiddellijk besmette kleding en plaats deze in een afgesloten plastic zak. Als je beschermende kleding of maskers hebt gedragen, verwijder deze dan ook voorzichtig.

Niet schudden

Laat de besmette kleding niet schudden om het vrijkomen van asbestvezels te minimaliseren.

Sluit de zak goed af

Sluit de plastic zak goed af om te voorkomen dat er lucht in of uit kan stromen.

Breng een duidelijke markering aan

Markeer de zak duidelijk als ‘besmet met asbest’, zodat anderen op de hoogte zijn van de inhoud.

Goed wassen

Nadat je de besmette kleding veilig hebt verpakt, moet je direct gaan douchen. Was je huid en haar grondig om eventuele vezels te verwijderen. Hierdoor verwijder je eventuele asbestvezels die op je huid zijn achtergebleven.

Veilige verwijdering

Neem contact op met de lokale autoriteiten of een professioneel asbestverwijderingsbedrijf voor advies, zodat je weet hoe je de besmette kleding op de juiste en veilige manier kunt verwijderen. Het hanteren van asbest en asbestbesmette materialen vereist zorg en deskundigheid. Daarom zijn er speciale afvoerprocedures voor asbestafval.

Raadpleeg een arts

Als je denkt dat je asbest hebt ingeademd, raadpleeg dan onmiddellijk een arts voor medisch advies.

Kwik

Kwik is een zwaar metaal dat bij kamertemperatuur vloeibaar is. Het kan voorkomen in verschillende chemische vormen, zoals elementair kwik (Hg), organisch kwik (zoals methylkwik) en anorganisch kwik (zoals kwikdamp of kwikzouten). Kwik wordt gebruikt in verschillende industrieën en kan in het milieu terechtkomen, waar het een ernstig gezondheidsrisico vormt. Vanwege de bekende gevaren van kwik wordt dit zware metaal in Europa veel minder gebruikt dan vroeger. Vandaag de dag zijn er voor veel toepassingen waarin kwik werd gebruikt veel veiligere en milieuvriendelijkere alternatieven ontwikkeld. Kwik is onder meer aanwezig in thermometers, barometers, elektrische schakelaars en relais, lichtbronnen, batterijen, maar ook in sommige vissoorten.

Schade aan het zenuwstelsel

Kwik is uiterst giftig voor mensen en dieren en kan ernstige gezondheidsschade veroorzaken, zoals schade aan het zenuwstelsel, nierproblemen en aantasting van het immuunsysteem. Ook kan kwikvergiftiging leiden tot ontwikkelingsstoornissen, met name bij foetussen en jonge kinderen. Bij kwikvergiftiging wordt onderscheid gemaakt tussen acute blootstelling en chronische blootstelling.

Acute blootstelling aan kwik

Bij acute blootstelling is er meestal sprake van een kortdurende, hoge blootstelling aan kwikdampen. Dit kan leiden tot symptomen zoals ademhalingsproblemen, hoofdpijn, misselijkheid en braken.

Chronische blootstelling aan kwik

Bij chronische blootstelling is er meestal sprake van een langdurige blootstelling aan lage niveau’s van kwik. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, waaronder neurologische stoornissen, geheugenverlies en nierbeschadiging.

Symptomen van een kwikvergiftiging

De symptomen van kwikvergiftiging kunnen variëren afhankelijk van de mate van blootstelling en de chemische vorm van kwik (Hg, methylkwik, kwikdampen of kwikzouten). Veel voorkomende symptomen van een kwikvergiftiging zijn onder andere:

  • Neurologische problemen zoals trillen, geheugenverlies en coördinatieproblemen.
  • Maag- en darmproblemen zoals misselijkheid, braken en diarree.
  • Nierbeschadiging
  • Huidirritatie
  • Psychische stoornissen

Wat moet ik doen na blootstelling aan kwik?

De effecten van een kwikvergiftiging kunnen ernstig en blijvend zijn. Daarom is het belangrijk om na blootstelling snel te handelen om mogelijke gezondheidsproblemen te minimaliseren. Na blootstelling aan kwikdampen is het belangrijk om onmiddellijk de frisse lucht op te zoeken. Als je kwik hebt gemorst, vermijd dan direct contact en gebruik handschoenen om het op te ruimen met behulp van een plastic of rubberen spatel. Plaats het gemorste kwik in een luchtdichte container en markeer deze als gevaarlijk afval. Was je handen grondig na hanteren van kwik. Zoek onmiddellijk medische hulp als je denkt dat je in aanraking bent gekomen met kwikdampen of kwik hebt ingeslikt.

Koolmonoxide

Koolmonoxide (CO) een kleurloos, geurloos en smaakloos gas dat vrijkomt bij onvolledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen, zoals aardgas, steenkool, hout en benzine. Inademing van CO kan potentieel dodelijke gevolgen hebben. Dit gas kan voorkomen in kachels, ovens, verwarmingssystemen en open haarden die op brandstof werken. Koolmonoxide kan ook voorkomen in auto’s en andere voertuigen met verbrandingsmotoren.

Koolmonoxidevergiftiging

CO-vergiftiging treedt op wanneer koolmonoxide wordt ingeademd en zich aan hemoglobine in het bloed hecht, waardoor zuurstoftransport in het lichaam wordt belemmerd. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen en zelfs tot de dood. De kans op koolmonoxidevergiftiging is vooral groot bij slecht onderhouden apparaten (waarbij brandstofverbranding plaatsvindt), onvoldoende ventilatie (waardoor het gas kan ophopen) en lekkende rookkanalen.

Symptomen

De symptomen van CO-vergiftiging variëren maar hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, verwardheid en bewusteloosheid komen vaak voor. Slachtoffers van koolmonoxidevergiftiging kunnen een rode kleur op de huid hebben en een roze blos op het gezicht. Er zijn in principe twee vormen van koolmonoxidevergiftiging: acute CO-vergiftiging en chronische CO-vergiftiging. Deze twee vormen van blootstelling onderscheiden zich door hun blootstellingsduur, symptomen en ernst.

Acute koolmonoxidevergiftiging

Acute CO-vergiftiging treedt op als gevolg van kortdurende, intense blootstelling aan hoge concentraties CO-gas. Acute koolmonoxidevergiftiging is meestal het gevolg van een plotselinge lekkage van CO, zoals bij een slecht functionerende kachel of een defecte verwarming. De symptomen van deze vergiftigingsvorm kunnen variëren van hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid, tot bewusteloosheid en mogelijk overlijden als de blootstelling aan koolmonoxide niet snel wordt gestopt. Bij acute CO-vergiftiging is onmiddellijke medische behandeling noodzakelijk. Verwijder het slachtoffer uit de besmette omgeving, zorg voor zuurstoftoediening en bel 112 zodat de hulpdiensten direct de noodzakelijke medische maatregelen kunnen nemen.

Chronische koolmonoxidevergiftiging

Chronische CO-vergiftiging is het gevolg van langdurige blootstelling aan lage tot matige concentraties CO-gas. Deze vergiftigingsvorm kan zich ontwikkelen gedurende weken, maanden of zelfs jaren. De symptomen bij chronische koolmonoxidevergiftiging zijn vaak minder ernstig dan bij acute CO-vergiftiging en kunnen zich geleidelijk ontwikkelen. Ze omvatten onder meer aanhoudende hoofdpijn, vermoeidheid, verwardheid, misselijkheid en spierzwakte. Deze symptomen worden soms verward met andere aandoeningen, wat de diagnose bemoeilijkt. Chronische CO-vergiftiging kan net zoals acute CO-vergiftiging worden voorkomen door het verwijderen van de bron van CO-blootstelling en het verbeteren van de ventilatie in de betrokken ruimte.

Zuurstoftherapie

Zoek ook bij chronische koolmonoxidevergiftiging medische hulp. Een arts kan de symptomen beoordelen en de mate van CO-vergiftiging vaststellen door middel van bloedonderzoek om het CO-gehalte in het bloed te meten. Een van de meest effectieve behandelingen voor zowel acute als chronische CO-vergiftiging is zuurstoftherapie. Hierbij wordt de patiënt zuivere zuurstof toegediend via een masker of een buis die naar de neus leidt. Dit helpt om koolmonoxide uit het lichaam te verwijderen en de zuurstofniveaus te herstellen. Daarnaast kunnen er medicijnen worden voorgeschreven om symptomen zoals hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid en spierzwakte te verlichten.

Wat moet ik doen bij koolmonoxidevergiftiging?

Als je vermoedt dat iemand CO-vergiftiging heeft opgelopen dan kun je de volgende stappen ondernemen:

Breng het slachtoffer naar een zuurstofrijke omgeving

Verwijder het slachtoffer onmiddellijk uit de omgeving waar koolmonoxide aanwezig is en breng hem of haar naar een zuurstofrijke omgeving (bij voorkeur in de buitenlucht). Zuurstof helpt het lichaam om CO uit het bloed te verdrijven en herstelt het zuurstoftransport naar de weefsels en organen, wat essentieel is om de symptomen van koolmonoxidevergiftiging te verlichten.

Bel de hulpdiensten

Bel direct 112 en geef aan de hulpdiensten duidelijk aan dat het om een CO-vergiftiging gaat.

Zorg voor ventilatie

Zet alle ramen en deuren wijd open om de ruimte te ventileren.

Schakel CO-bronnen uit

Schakel alle apparaten die koolmonoxide kunnen produceren uit. Mogelijke CO-bronnen zijn bijvoorbeeld gasgestookte verwarmingssystemen, gasgestookte boilers, open haarden, houtkachels, gasgestookte drogers, generatoren op fossiele brandstoffen (zoals diesel- of benzinemotoren) en houtskoolbarbecues.

Start reanimatie

Als het slachtoffer bewusteloos is moet hij of zij worden gereanimeerd. Start de reanimatie zo snel mogelijk als je hiervoor bent opgeleid, anders wacht je op de medische professionals. Onthoud echter dat bij CO-vergiftiging iedere seconden telt.

Regelmatige inspectie en onderhoud van mogelijke CO-bronnen

Je kunt de kans op een CO-vergiftiging verkleinen door regelmatige inspectie en onderhoud van apparaten en systemen die op brandstof werken. Zo kun je problemen met verbrandingsapparatuur tijdig opmerken en verhelpen. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat rookkanalen van kachels of open haarden correct worden geplaatst en dat er geen obstakels zijn die de afvoer van rookgassen kunnen belemmeren. Bovendien is het belangrijk om te zorgen voor goede ventilatie in ruimtes waar brandstofverbranding plaatsvindt.

Plaats koolmonoxidemelders

Koolmonoxidemelders zijn ontworpen om CO-gas te detecteren voordat het in gevaarlijke concentraties in de lucht aanwezig is. Dit zorgt voor vroegtijdige waarschuwingen en geeft mensen de kans om snel te reageren voordat er zich gezondheidsproblemen voordoen. Je kunt dit gevaarlijke gas immers niet zien, niet ruiken en niet proeven, waardoor je de aanwezigheid ervan niet gemakkelijk kunt waarnemen. Een CO-melder kan levens redden.

Fijnstof

Fijnstof bestaat uit microscopische deeltjes of druppeltjes in de lucht, die voor een groot deel afkomstig zijn van verbrandingsprocessen. Uitlaatgassen van auto’s, vrachtwagens, motoren, schepen met dieselbrandstof en vliegtuigen met kerosinebrandstof, zijn belangrijke bronnen van fijnstof. Daarnaast worden fijnstofdeeltjes uitgestoten bij productieprocessen in fabrieken en bij bouwactiviteiten (zoals grondverzet, slijpen en zagen van materialen). Ook landbouwmachines die worden gebruikt bij het ploegen en oogsten brengen de nodige fijnstof in de lucht. Tevens wordt er bij het verbrandingsproces in open haarden en houtgestookte ovens veel fijnstof uitgestoten. Fijnstof kan ook in de lucht terechtkomen door bos- en grasbranden, mijnbouwactiviteiten, sloopwerkzaamheden, huisverwarmingssystemen, schilderwerkzaamheden en het afsteken van vuurwerk.

Tegengaan van fijnstof

Er worden op dit moment wereldwijd verschillende maatregelen genomen om de uitstoot van fijnstofbronnen te verminderen, zoals schonere energieopwekking en emissiecontroles voor voertuigen en de industrie. Het verminderen van blootstelling aan fijnstof is van groot belang om de gezondheid te beschermen, vooral bij mensen die onderliggende gezondheidsproblemen hebben en extra vatbaar zijn voor inademing van fijnstof.

Fijnstof veroorzaakt verschillende gezondheidsproblemen

Fijnstofdeeltjes kunnen diep in de longen doordringen en zelfs in de bloedbaan terechtkomen. Blootstelling aan fijnstof kan allerlei verschillende gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals astma en bronchitis, hart- en vaatziekten, ademhalingsproblemen en zelfs vroegtijdige sterfte. Mensen met bestaande luchtwegaandoeningen, hartaandoeningen of andere gezondheidsproblemen lopen een verhoogd risico op verergering van hun klachten door blootstelling aan fijnstof. Langdurige blootstelling aan fijnstof kan de longfunctie verminderen, met name bij kinderen en ouderen.

Luchtkwaliteitsindex

Contact met fijnstofdeeltjes kan worden verminderd door binnen te blijven bij hoge niveaus van fijnstof in de lucht. Om de actuele fijnstofniveaus per locatie te controleren kun je de luchtkwaliteitsindex (LKI) van het RIVM raadplegen. Zorg in huis voor voldoende ventilatie om de binnenlucht te verversen en de concentratie van fijnstof te verminderen. Overweeg het gebruik van luchtreinigers met HEPA-filters om fijnstof uit woning te verwijderen. Vermijd roken in huis, omdat tabaksrook veel fijnstof bevat. Bij hoge fijnstofniveaus in de buitenlucht kunnen FFP3 stofmaskers worden gebruikt om blootstelling aan de schadelijke stofdeeltjes te verminderen.

Formaldehyde

Formaldehyde (CH2O) is een schadelijke chemische stof die wordt gebruikt in bouwmaterialen en de productie van materialen zoals kunststoffen, harsen, textiel, papier- en houtproducten. CH2O wordt ook aangetroffen in sommige huishoudelijke producten zoals cosmetica, schoonmaakmiddelen en sigarettenrook. Formaldehyde kan onder meer oog-, neus- en keelirritatie veroorzaken bij blootstelling aan hoge concentraties. Langdurige of herhaalde blootstelling aan CH2O kan leiden tot ernstigere gezondheidsproblemen, zoals ademhalingsproblemen, allergische reacties en mogelijk zelfs kanker (met name neus- en keelkanker).

Tref de juiste veiligheidsmaatregelen

Als je wordt blootgesteld aan hoge concentraties formaldehyde in een ruimte, verlaat deze ruimte dan en ga naar een plek met frisse lucht. Spoel de huid of ogen grondig af met water en zoek medische hulp als de irritatie aanhoudt. Als je ademhalingsproblemen ervaart, raadpleeg dan onmiddellijk een arts. Wanneer je tijdens je werk wordt blootgesteld aan CH2O dan is het belangrijk om de juiste veiligheidsmaatregelen te treffen (zoals persoonlijke beschermingsmiddelen).

Kies CH2O-vrije producten

Blootstelling aan formaldehyde kan worden verminderd door zoveel mogelijk te kiezen voor producten die weinig formaldehyde bevatten (zoals CH2O-vrije bouwmaterialen) en niet te roken. Zorg voor goede ventilatie in ruimtes waar CH2O-emissie kan plaatsvinden. Voor werknemers die met formaldehyde werken, moeten werkgevers de nodige beschermende maatregelen implementeren en ervoor zorgen dat medewerkers worden getraind in veilig werken met deze stof.

PCB’s

Polychloorbifenylen (PCB’s) zijn giftige, synthetische organische chemicaliën die vroeger werden gebruikt voor allerlei toepassingen, zoals isolatiemateriaal, koelvloeistof, smeermiddelen, brandvertragers, verf-, lak-, kit- en lijmproducten, hydraulische vloeistoffen, condensatoren, transformatoren en stabilisatoren in kunststoffen. In 1985 werd het gebruik van polychloorbifenylen in de meeste landen verboden, vanwege de schadelijke gezondheidseffecten en milieuverontreiniging. PCB’s kunnen zich ophopen in het lichaam na herhaalde en langdurige blootstelling aan lage niveaus, wat kan leiden tot chronische gezondheidsproblemen. Na het verbod 1985 werd er een actief beleid gevoerd om PCB-producten uit de industrie en het milieu te verwijderen.

Schade aan aquatische ecosystemen

Desondanks zijn polychloorbifenylen nog vaak aanwezig in oude elektrische apparatuur en bouwmaterialen die voor het verbod werden vervaardigd. PCB’s kunnen ook nog in het milieu aanwezig als gevolg van historische lozingen en incidenten. Daar kunnen ze schade toebrengen aan aquatische ecosystemen (zoals oceanen, zoetwatermeren, rivieren, beken, moerassen en draslanden en koraalriffen).

Gezondheidsschade door PCB’s

PCB’s kunnen verschillende ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, waaronder huidproblemen, leverschade, immunosuppressie en kanker (met name leverkanker). Blootstelling aan polychloorbifenylen kan allerlei verschillende symptomen veroorzaken, afhankelijk van de mate van blootstelling en de blootstellingsduur. Symptomen die kunnen voorkomen zijn huidirritatie, oogirritatie, ademhalingsproblemen, maag- en darmproblemen, hoofdpijn en hormonale verstoringen. Ook kan blootstelling aan PCB’s leiden tot onvruchtbaarheidsproblemen of problemen met de ontwikkeling van een foetus. De ernst van de symptomen en gezondheidsproblemen zijn niet alleen afhankelijk van de mate van blootstelling en de blootstellingsduur, maar ook van de individuele gevoeligheid voor polychloorbifenylen. Als je vermoedt dat je mogelijk bent blootgesteld aan PCB’s, raadpleeg dan een medisch specialist en milieu-experts voor advies en tests om de eventuele blootstelling te beoordelen.

Blootstelling aan polychloorbifenylen voorkomen

Oude apparatuur en materialen die PCB’s bevatten, moeten zorgvuldig worden beheerd en verwijderd om mogelijke blootstelling aan de schadelijke chemicaliën te voorkomen. Als je oude (elektrische) apparatuur of bouwmaterialen tegenkomt die mogelijk polychloorbifenylen bevatten, probeer dan om contact met deze materialen te vermijden. Schakel eventueel een professional in voor verwijdering als dat nodig is. PCB’s kunnen ophopen in vissen die leven in met polychloorbifenylen verontreinigd water. Vermijd het eten van vis uit deze wateren, zodat je de giftige stoffen niet binnenkrijgt.

Herkomst van bouwmaterialen

Als je van plan bent om te gaan renoveren of te gaan bouwen, vraag dan naar de herkomst van bouwmaterialen en zorg ervoor dat ze vrij zijn van PCB’s. Als je in situaties moet werken waarin je mogelijk in aanraking kunt komen met polychloorbifenylen, draag dan de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen, een masker en een veiligheidsbril). Houd je aan de regelgeving en richtlijnen voor het beheer en de verwijdering van PCB’s. Dit geldt niet alleen voor professionals in de milieu- en afvalverwerking, maar voor iedereen die met polychloorbifenylen in aanraking komt.

Pesticiden

Pesticiden zijn chemische stoffen die worden gebruikt in de landbouw en tuinbouw, met potentieel schadelijke effecten op mens, dier en milieu. Deze schadelijke en verontreinigende stoffen hebben tot doel om ongedierte en ziekteverwekkers op gewassen te beheersen. Voorbeelden van pesticiden zijn onder andere:

  • Insecticiden
  • Herbiciden
  • Fungiciden
  • Rodenticiden
  • Mollusciciden
  • Nematiciden
  • Aviciden
  • acaricide

Insecticiden

Insecticiden zijn chemische stoffen die zijn bedoeld om insectenplagen te bestrijden, zoals bijvoorbeeld malathion en neonicotinoïden.

Herbiciden

Herbiciden worden gebruikt om ongewenste planten of onkruid te doden, zoals glyfosaat (Roundup).

Fungiciden

Fungiciden zijn bestemd voor het beheersen van schimmelziekten bij planten, zoals benomyl.

Rodenticiden

Rodenticiden zijn ontwikkeld om knaagdieren te doden, zoals bijvoorbeeld warfarine.

Mollusciciden

Mollusciciden worden gebruikt om slakken en weekdieren te bestrijden, zoals metaldehyde.

Nematiciden

Nematiciden zijn bedoeld om nematoden (aaltjes) te doden, zoals fenamifos.

Aviciden

Aviciden zijn ontwikkeld om vogelschade te voorkomen, zoals bijvoorbeeld 4-aminopyridine.

Acariciden

Acariciden worden gebruikt tegen mijten en teken, zoals dicofol.

Gezondheidseffecten van pesticiden

De gevaren van pesticiden omvatten mogelijke gezondheidseffecten voor mens en milieu, zoals vergiftiging, milieuverontreiniging en schade aan nuttige organismen. De symptomen van blootstelling aan pesticiden variëren, maar kunnen zijn: huidirritatie, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en ademhalingsproblemen.

Bij blootstelling aan pesticiden moet je onmiddellijk handelen.

  • Verwijder kleding
  • Goed spoelen (spoel de huid en ogen grondig met water).
  • Raadpleeg een arts als de symptomen aanhouden of verergeren.
  • Was de kleding goed schoon.

Cadmium

Cadmium is een giftig metaal dat schadelijk is voor de gezondheid. De gevaren van cadmium omvatten ernstige gezondheidsrisico’s. De symptomen van een cadmiumvergiftiging zijn onder andere misselijkheid, braken, buikpijn, diarree en ademhalingsproblemen. Bij vermoedelijke cadmiumvergiftiging is het cruciaal om onmiddellijk medische hulp in te roepen. Raadpleeg zo snel mogelijk een arts voor passend advies en behandeling.

Hoe kan ik aan cadmium worden blootgesteld?

Je kunt aan cadmium worden blootgesteld op verschillende manieren, waaronder huidcontact, inademing en inname via voedsel en water. Cadmiumdampen of stofdeeltjes in de lucht kunnen worden ingeademd op plaatsen waar cadmium wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld in de metaalbewerkingsindustrie waar laswerkzaamheden worden uitgevoerd en de batterijproductie. Ook kan cadmium in het voedsel en drinkwater terechtkomen, vooral in gebieden met verontreinigde bodems of verontreinigde waterbronnen. Daarnaast kan het roken van sigaretten een bron van cadmiumblootstelling zijn, omdat tabaksplanten cadmium uit de bodem kunnen opnemen. Tevens kan de huid direct in contact komen met cadmium of producten die cadmium bevatten door blootstelling aan sommige verven of kunstmeststoffen.

Ozon

Ozon (O3) in de stratosfeer is wenselijk, maar op grondniveau is ozon een luchtvervuiler en een bedreiging voor de gezondheid. O3 is een molecuul die bestaat uit 3 zuurstof atomen. De gevaren van ozon variëren afhankelijk van de locatie in de atmosfeer. In de stratosfeer beschermt ozon tegen schadelijke ultraviolette straling. Op grondniveau kan ozon echter luchtkwaliteitsproblemen veroorzaken en de ademhaling schaden.

Wat is het gat in de ozonlaag?

Het ‘gat in de ozonlaag’ verwijst naar het dunner worden van de stratosferische ozonlaag boven Antarctica. De ozonlaag in de stratosfeer speelt een belangrijke rol bij het blokkeren van schadelijke ultraviolette (UV) straling van de zon. Als de ozonlaag dunner wordt kan er meer schadelijke UV-straling de aarde bereiken, wat kan leiden tot huidkanker, oogschade en andere gezondheidsproblemen bij mensen en dieren. Ozonlaag-vernietigende stoffen, zoals bijvoorbeeld chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s) werden geïdentificeerd als de oorzaak van het ozongat. Deze CFK’s werden vaak gebruikt in koelkasten, airconditioners en spuitbussen.

Hoe kan ik aan ozon worden blootgesteld?

Blootstelling aan ozon kan optreden op verschillende manieren en locaties. Hoge niveaus van ozon kunnen ontstaan door luchtvervuiling (vooral in stedelijke gebieden) als gevolg van chemische reacties tussen verontreinigende stoffen en zonlicht. Ozon is een belangrijk onderdeel van smog, wat meestal wordt geassocieerd met stedelijke gebieden en industriegebieden. Vooral tijdens warme zomerdagen zijn de ozonconcentraties in de buitenlucht vaak hoger. In zeldzame gevallen kan ozon ook binnenshuis voorkomen, bijvoorbeeld door het gebruik van ozon-genererende apparaten (zoals luchtreinigers of kopieerapparaten).

Deodorant

Ook kan ozon vrijkomen als bijproduct van sommige deodoranten of antitranspiranten. Dit gebeurt wanneer deodoranten die al aluminiumverbindingen bevatten, reageren met zweet op de huid. De symptomen van ozonvergiftiging kunnen onder andere zijn hoesten, kortademigheid, irritatie van de ogen en keel. Bij hoge blootstelling aan ozon, moet je naar een schone luchtomgeving gaan en medische hulp zoeken.

Radon

Radon (Rn) is een kleurloos, reukloos en radioactief gas dat van nature voorkomt in de aarde. De gevaren van radon zijn voornamelijk gerelateerd aan de langdurige inademing van hoge radonniveaus. Radon vervalt tot vaste deeltjes die radioactief zijn en kunnen worden ingeademd. Wanneer deze deeltjes in de longen blijven, kunnen ze schade aan het longweefsel veroorzaken en het risico op longkanker verhogen. Bij een radonvergiftiging moet je onmiddellijk professionele medische hulp zoeken.

Testen op radon

Om de gevaren van radon te minimaliseren, is het belangrijk om huizen te testen op radonniveaus, vooral in gebieden waar concentraties hoog kunnen zijn. Als de radonniveaus te hoog zijn, kunnen maatregelen worden genomen om radon uit het huis te verwijderen. Regelmatige testen en het nemen van preventieve maatregelen zijn essentieel om de gezondheid te beschermen tegen de risico’s van radonvergiftiging. Radon komt in Nederlandse huizen echter weinig voor. De geologische samenstelling van de bodem en gesteenten in ons land is niet rijk aan de uranium– en thoriumhoudende materialen die radon produceren.

Graniet- of -leisteenformaties

Landen met graniet– of leisteenformaties hebben doorgaans een grotere kans op hogere radonniveaus. De bouwpraktijken in Nederland zijn doorgaans gericht op goede ventilatie en afdichting van gebouwen. Dit helpt de infiltratie van radon uit de grond naar binnen te verminderen. Ons land heeft een adequaat beleid en regelgeving voor bouwpraktijken en gezondheid en veiligheid, wat kan bijdragen aan het verminderen van radonrisico’s. Ondanks het feit dat radon in Nederlandse woningen over het algemeen weinig voorkomt, is het nog steeds mogelijk dat sommige gebieden of individuele huizen hogere radonniveaus hebben. Daarom is het raadzaam om als voorzorgsmaatregel radonmetingen uit te voeren (vooral als je in een gebied woont waar enige bezorgdheid bestaat over radonblootstelling). Er zijn speciale radonmeters beschikbaar voor particulier gebruik.

Vluchtige Organische Stoffen

Vluchtige Organische Stoffen (VOS) zijn chemische verbindingen die gemakkelijk verdampen in de lucht. Ze omvatten een breed scala aan stoffen die uit koolstof– en waterstofatomen bestaan, zoals benzeen en tolueen. Vluchtige Organische Stoffen zijn te vinden in verf, oplosmiddelen en schoonmaakproducten, en bij langdurige blootstelling schadelijk voor de gezondheid. Langdurige blootstelling aan VOS kan leiden tot ademhalingsproblemen, irritatie van de ogen, neus en keel, hoofdpijn en in sommige gevallen ernstigere aandoeningen.

Wat moet ik doen bij blootstelling aan Vluchtige Organische Stoffen?

Bij blootstelling aan VOS is het belangrijk om de bron te identificeren en te verminderen, indien mogelijk. Ventileer de ruimte goed en raadpleeg een arts als je symptomen ervaart. De symptomen van blootstelling aan Vluchtige Organische Stoffen variëren van hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en ademhalingsproblemen. Bij ernstige blootstelling kunnen langdurige gezondheidsproblemen ontstaan.

Luchtverontreinigende stoffen

Luchtverontreinigende stoffen zijn schadelijke deeltjes en gassen die in de lucht zweven door menselijke activiteiten en natuurlijke processen. Verbrandingsprocessen in voertuigen en fabrieken dragen bij aan luchtvervuiling die schadelijk is voor mens en milieu. De gevaren van luchtverontreinigende stoffen zijn talrijk en omvatten onder andere ademhalingsproblemen, hart- en longaandoeningen en zelfs kanker. Je kunt blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen verminderen door binnen te blijven, ventilatie te verbeteren en het dragen van een mondmasker.

Op welke manier kunnen luchtverontreinigende stoffen vrijkomen?

Luchtverontreinigende stoffen kunnen door talloze oorzaken vrijkomen, waaronder:

  • Uitlaatgassen van auto’s
  • Industriële verbranding
  • Elektriciteitscentrales
  • Rook van bosbranden
  • Landbouwpraktijken (zoals het gebruik van meststoffen)
  • Afvalverbranding
  • Uitstoot door de scheepvaart
  • Uitstoot door vliegtuigen
  • Rook van houtkachels en open haarden
  • Chemische productieprocessen
  • Olie- en gaswinning
  • Bouwwerkzaamheden en stofverwijdering
  • Verven en oplosmiddelen
  • Vrachtwagenvervoer en laad- en losactiviteiten
  • Lekkage van koelmiddelen in airconditioners
  • Uitstoot van asbestvezels bij sloop
  • Afvalstortplaatsen
  • Opstuivend stof van onverharde wegen
  • Uitstoot van ozon in de atmosfeer
  • Uitstoot van zwaveldioxide bij verbranding van zwavelhoudende brandstoffen.
  • Productie van cement
  • Uitstoot van stikstofoxiden in verbrandingsprocessen
  • Stoomgeneratoren in energiecentrales
  • Petrochemische raffinaderijen
  • Uitstoot van methaan uit de veeteelt en rijstvelden
  • Verdamping van oplosmiddelen in de industrie
  • Verbranding van biomassa voor energieopwekking
  • Scheikundige reacties in de atmosfeer
  • Afbraak van organische stoffen in afvalwaterzuiveringsinstallaties
  • Stof en rook van mijnbouwactiviteiten

Bovenstaande oorzaken zijn slechts enkele bronnen van luchtverontreinigende stoffen die de luchtkwaliteit kunnen beïnvloeden en bijdragen aan milieu- en gezondheidsproblemen. Het verminderen van emissies en het nemen van milieuvriendelijke maatregelen zijn essentieel om luchtverontreiniging te verminderen.

Wat zijn de symptomen van blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen?

De symptomen van blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen variëren van hoesten, kortademigheid, irritatie van de ogen en keel, vermoeidheid, tot verergering van bestaande gezondheidsproblemen. Bij ernstige symptomen kan medische hulp noodzakelijk zijn.

Nikkel

Nikkel (Ni) is een chemisch element dat voorkomt in de aardkorst en gebruikt wordt in verschillende industriële toepassingen, waaronder de productie van roestvrij staal, muntgeld, batterijen en elektrische bedrading. Nikkel is duurzaam en corrosiebestendig en daarom zeer geschikt voor deze toepassingen. Sommige mensen kunnen allergisch zijn voor nikkel en reageren op blootstelling aan nikkelhoudende metalen. Deze allergische reacties kunnen huiduitslag, jeuk en zwelling veroorzaken. Langdurige blootstelling aan hoge niveaus van nikkel (meestal via inademing van nikkelstof of inname van voedsel met verhoogde nikkelgehaltes), kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals longproblemen, nierbeschadiging en mogelijk kanker.

Symptomen van nikkelvergiftiging

Symptomen van nikkelvergiftiging kunnen zijn misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, duizeligheid, verlies van eetlust, pijn op de borst en ademhalingsproblemen (bij ernstige blootstelling). Als je vermoedt dat je bent blootgesteld aan gevaarlijke hoeveelheden nikkel of als je symptomen vertoont die wijzen op mogelijke nikkelvergiftiging, is het belangrijk om onmiddellijk medische hulp in te roepen. Artsen kunnen de juiste diagnostische tests uitvoeren, zoals bloedonderzoek en de nodige behandelingen uitvoeren. Probeer indien mogelijk de bron van blootstelling te identificeren en vermijd verdere contacten met het metaal.

Chroom

Chroom (Cr) is een scheikundig element en komt in verschillende vormen voor, waarvan chroom-3 en chroom-6 de bekendste zijn. Chroom-3 is een essentieel sporenelement voor het lichaam in kleine hoeveelheden. Chroom-3 speelt een rol bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel en het metabolisme van koolhydraten, vetten en eiwitten. Het help insuline om glucose in cellen binnen te laten, waardoor het cruciaal is voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel.

Chroom-6

Chroom-6 daarentegen is schadelijk voor de gezondheid en kan onder andere leiden tot ademhalingsproblemen, huiduitslag, neusirritatie en maagproblemen. Langdurige blootstelling aan chroom-6 kan leiden tot (long)kanker. Chroom-6 werd vroeger vaak gebruikt in industriële verf als roestwerend middel. Mensen die schilder- of oppervlaktebehandelingswerkzaamheden uitvoeren, kunnen mogelijk worden blootgesteld aan chroom-6-dampen en -stofdeeltjes. Chroom-6 kan ook voorkomen in roestvrij staal en andere legeringen die bij las- en snijwerkzaamheden worden gebruikt. In dat geval kan blootstelling aan de schadelijke stof optreden tijdens het lassen en snijden van dergelijke metalen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft enkele jaren geleden een overzichtslijst gemaakt, van ziekten en aandoeningen die mogelijk door blootstelling aan chroom-6 worden veroorzaakt.

Coatings

Sommige materialen (zoals verchroomde onderdelen in de auto-industrie) werden behandeld met chroom-6 of bevatten chroom-6 afwerkingen (zoals chroom-6-houdende coatings). Ook kan blootstelling aan de schadelijke stof plaatsvinden bij de sloop of verwijdering van oude industriële apparatuur en structuren waarbij chroom-6-verf of -coatings werden gebruikt.

Rechtszaken

In Nederland zijn een aantal rechtszaken aangespannen door mensen die ziek zijn geworden door blootstelling aan chroom-6 tijdens hun werk (onder meer bij defensie en NedTrain). Deze mensen werkten langdurig met de schadelijke stof terwijl er onvoldoende veiligheidsmaatregelen werden genomen. De risico’s van blootstelling aan chroom-6 werden in veel gevallen niet goed begrepen, en pas later werd duidelijk dat zelfs lage niveaus van blootstelling ernstige gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. Rechters hebben in sommige gevallen geoordeeld dat werkgevers aansprakelijk zijn voor het niet nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen om werknemers te beschermen tegen chroom-6 blootstelling. Dit heeft geleid tot schadevergoedingen en meer aandacht voor veiligere werkomgevingen, om toekomstige blootstelling te voorkomen.

Relevante informatie verschaffen

Als je mogelijk met deze schadelijke stof in aanraking kunt komen is het essentieel om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals het dragen van beschermende kleding en geschikte mondmaskers. Schakel onmiddellijk medische hulp in bij symptomen van blootstelling  aan deze gevaarlijke stof. Verstrek de arts alle relevante informatie over je werkgeschiedenis en mogelijke blootstelling aan chroom-6. Dit kan helpen bij de diagnose en behandeling.

Luchtverfrissers

Sommige luchtverfrissers bevatten chemische stoffen die de binnenluchtkwaliteit kunnen verslechteren. Deze schadelijke stoffen, waaronder vluchtige organische verbindingen (VOS), kunnen luchtvervuiling veroorzaken en bijdragen aan gezondheidsproblemen. De geurmaskeringseffecten van luchtverfrissers kunnen tijdelijk zijn en verbergen vaak onaangename geuren, zonder de oorzaak van de geur aan te pakken. Sommige luchtverfrissers kunnen allergieën en luchtwegproblemen veroorzaken bij mensen die gevoelig zijn voor bepaalde chemicaliën. Daarom is het verstandig om luchtverfrissers met natuurlijke ingrediënten te overwegen en regelmatig te ventileren, om de binnenluchtkwaliteit te verbeteren en schadelijke stoffen te verminderen.

Chloor

Chloor (CI) is een chemisch element dat vaak wordt gebruikt in de industrie, waterzuiveringsinstallaties en huishoudelijke producten, zoals bleekmiddel. Chloor is giftig en kan schadelijk zijn bij inademing, inslikken of contact met de huid of ogen. Blootstelling aan hoge concentraties chloor kan ademhalingsproblemen, oogirritatie en huidproblemen veroorzaken. Bij ernstige blootstelling kunnen langdurige gezondheidsproblemen ontstaan. Bij inademing van chloorgas moet je zo snel mogelijk frisse lucht opzoeken en medische hulp in schakelen. Bij contact met de huid of ogen, grondig spoelen met water gedurende ten minste 15 minuten.

Bij inslikken, niet braken

Wanneer bleekwater is ingeslikt moet je niet braken. Dit kan leiden tot irritatie en beschadiging van de luchtwegen, slokdarm en mondholte, wat de schade als gevolg van chloorblootstelling kan verergeren. Als je braken opwekt is er bovendien een risico dat braaksel in de luchtwegen terechtkomt, waardoor je chloor via inademing in de longen krijgt, wat nog gevaarlijker kan zijn. In plaats van zelf te braken is het beter om onmiddellijk een arts in te schakelen. Deze kan de juiste behandeling bepalen op basis van de aard en de mate van blootstelling aan chloor. Als je mogelijk aan chloor kunt worden blootgesteld, draag dan beschermende kleding, een geschikt mondmasker en een veiligheidsbril.

Fluorverbindingen

Fluorverbindingen zijn chemische verbindingen waarin fluoratomen worden gebonden aan andere elementen. Fluor is een sterk reactief element en fluorverbindingen komen onder andere voor in tandpasta en drinkwater, om tandbederf  te voorkomen en water te zuiveren. Deze chemische verbindingen kunnen echter giftig zijn bij overmatige inname en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Symptomen van overmatige inname van fluorverbindingen kunnen zijn misselijkheid, braken, buikpijn, en in ernstige gevallen schade aan botten, nieren en zenuwstelsel.

Drink veel schoon drinkwater

Wanneer je overmatig bent blootgesteld aan fluorverbindingen en symptomen van fluorvergiftiging vertoont, zoek dan onmiddellijk medische hulp. Neem contact op met het antigifcentrum of een arts voor begeleiding over de juiste stappen die moeten worden genomen. Drink veel schoon water om de hoeveelheid fluoride in je lichaam te verminderen. Volg de instructies van medische professionals voor verdere behandeling en zorg.

Microplastics

Microplastics zijn kleine plastic deeltjes met een grootte van minder dan 5 millimeter die zich ophopen in de natuur en de voedselketen binnendringen. Ze ontstaan uit de afbraak van grotere plastic materialen of worden opzettelijk toegevoegd aan producten, zoals cosmetica en kleding. Microplastics kunnen schadelijk zijn voor het milieu, omdat ze zich ophopen in ecosystemen, de oceanen vervuilen en (gezondheids)schade toebrengen aan mensen, dieren en planten. Daarom is het belangrijk om blootstelling aan plasticvervuiling te verminderen, zoals het gebruik van herbruikbare producten en het vermijden van microplastics in cosmetica.

Exacte symptomen nog niet volledig begrepen

Bij blootstelling aan microplastics kunnen irritaties aan de huid en ogen optreden. Langdurige blootstelling aan hoge niveaus van microplastics kan verband houden met gezondheidsproblemen, maar de exacte symptomen zijn nog niet volledig begrepen. En hoewel de risico’s van microplastics voor de menselijke gezondheid nog niet volledig duidelijk zijn, is het belangrijk om bewust te zijn van de mogelijke gevaren en stappen te ondernemen om onnodige blootstelling te verminderen. Het verminderen van plasticgebruik en de juiste afvalverwerking dragen bij aan het verminderen van de plasticvervuiling.

Bestrijdingsmiddelen

Bestrijdingsmiddelen zijn chemicaliën die worden gebruikt om ongedierte en ziekten te bestrijden en onkruid in de land- en tuinbouw te beheersen, maar ze kunnen schadelijk zijn bij onjuist gebruik. Bestrijdingsmiddelen omvatten pesticiden, herbiciden en insecticiden. Deze schadelijke stoffen kunnen leiden tot milieuvervuiling en schade aan ecosystemen, zoals waterverontreiniging en de dood van niet-doelwitorganismen. Overmatige blootstelling aan bestrijdingsmiddelen kan gezondheidsproblemen veroorzaken bij mensen, waaronder neurologische effecten, kanker en reproductieve schade. Herhaald gebruik kan leiden tot de ontwikkeling van resistentie bij plagen, waardoor de effectiviteit van bestrijdingsmiddelen afneemt. Het juiste gebruik en beheer van bestrijdingsmiddelen, samen met alternatieve methoden (zoals biologische bestrijding) zijn essentieel om de gevaren voor het milieu en de gezondheid te verminderen.

Benzeen

Benzeen is een kleurloze, zoet ruikende, kankerverwekkende vloeistof die wordt gebruikt in de productie van onder meer brandstoffen zoals benzine en diesel. Ook komt benzeen voor in sigarettenrook. Kortstondige blootstelling aan hoge niveaus van benzeen kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, zoals ademhalingsproblemen en bewusteloosheid. De symptomen van kortstondige benzeenblootstelling zijn onder andere duizeligheid en hoofdpijn. Blootstelling aan hoge niveaus van benzeen kan misselijkheid en braken veroorzaken. Langdurige blootstelling kan uiteindelijk leiden tot bloedstoornissen en kanker (zoals bijvoorbeeld leukemie).

Behandeling van benzeenvergiftiging

Als je bent blootgesteld aan hoge niveaus van benzeen zoek dan zo snel mogelijk de frisse lucht op en schakel medische hulp in. Artsen zullen de ernst van de blootstelling beoordelen en de juiste behandeling toedienen (zoals bijvoorbeeld zuurstoftherapie, ondersteunende zorg en andere maatregelen), om de effecten van benzeenvergiftiging te behandelen.

Dioxinen

Dioxinen zijn giftige organische verbindingen die ontstaan bij verbrandingsprocessen en chemische reacties in bepaalde industriële processen. Dioxinen worden beschouwd als kankerverwekkend en kunnen kanker veroorzaken bij langdurige blootstelling. Ze kunnen ernstige schade aan zenuwstelsel, de voortplanting en het immuunsysteem veroorzaken. Dioxinen kunnen zich ophopen in de voedselketen en leiden tot verontreiniging van voedsel en water. Symptomen van blootstelling aan dioxinen zijn onder andere roodheid, huiduitslag, zwelling, misselijkheid, braken, diarree en onverklaarbaar gewichtsverlies. Daarnaast kan blootstelling aan dioxinen leiden tot verlies van coördinatie, gevoelloosheid, ernstige vermoeidheid en zwakte.

Er is geen speciaal tegengif

Zoek bij symptomen na een vermoedelijke blootstelling aan hoge concentraties dioxinen onmiddellijk medische hulp. Vermijd verdere blootstelling en consumeer schoon voedsel en water. Er is geen speciaal tegengif voor dioxinen. De behandeling is vooral ondersteunend en gericht op het minimaliseren van symptomen en gezondheidseffecten.

Dioxinecrisis

In 1999 was er in Nederland en België een grootschalige voedselveiligheidscrisis, die ontstond toen dioxinen in de voedselketen terechtkwamen. Dioxine was aanwezig in veevoer en vervolgens in eieren, pluimvee, varkensvlees en zuivelproducten. Als reactie op de crisis werden tienduizenden tonnen voedsel vernietigd en er werden strenge maatregelen genomen om de voedselveiligheid te herstellen. De dioxinecrisis leidde tot verhoogde aandacht voor voedselveiligheid en strengere controles om toekomstige incidenten te voorkomen.

Fosforverbindingen

Fosforverbindingen zijn chemische verbindingen die fosforatomen bevatten en worden gebruikt in verschillende toepassingen. Deze verbindingen spelen een essentiële rol in biologische systemen, zoals DNA en ATP, die energie opslaan. Fosforverbindingen worden ook in de landbouw gebruikt als meststoffen om plantengroei te bevorderen. Er zijn echter zorgen over de milieueffecten van overmatig fosforgebruik, zoals waterverontreiniging. Het juiste beheer van fosforverbindingen is dan ook essentieel om hun nuttige toepassingen te benutten, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu. Het reguleren en verminderen van de lozing van fosforverbindingen in het milieu is van groot belang om de waterkwaliteit en ecosystemen te beschermen.

Voedingssupplementen

Fosfor is giftig, maar fosforverbindingen in lage concentraties zijn doorgaans niet gevaarlijk voor de gezondheid. Fosfor is een essentieel mineraal dat het lichaam nodig heeft. Ze worden in voedingssupplementen gebruikt en zijn noodzakelijk voor verschillende biologische processen. Echter kan overmatige inname van fosforverbindingen (vooral in de vorm van fosfaatadditieven in bewerkte voedingsmiddelen) ongezond zijn. Dit kan leiden tot nierproblemen, botverlies en verstoringen van het calciummetabolisme. Daarom is het belangrijk om een evenwichtige inname van fosfor te behouden en voedingsmiddelen met te veel fosfaatadditieven te vermijden, om mogelijke gezondheidsrisico’s te minimaliseren.

Cyanide

Cyanide is een giftige chemische verbinding die bestaat uit een koolstofatoom gebonden aan een stikstofatoom. Het wordt aangetroffen in verschillende vormen, waaronder waterstofcyanide (blauwzuur) en cyanidezouten. Deze potentieel dodelijke stof wordt onder andere gebruikt in de mijnbouw en chemische industrie. Tijdens de holocaust in de Tweede Wereldoorlog gebruikten de nazi’s cyanide in de vorm van het giftige gas waterstofcyanide (ook wel bekend als Zyklon B), om massamoorden op onschuldige mensen uit te voeren in concentratie- en vernietigingskampen. Zyklon B werd onder andere gebruikt om de slachtoffers in de gaskamers te vergassen.

Zuurstoftekort

Blootstelling aan cyanide is zeer gevaarlijk en kan snel leiden tot ernstige gezondheidsproblemen. Cyanide interfereert met celademhaling, wat kan leiden tot zuurstoftekort in het lichaam. Naast ademhalingsproblemen kunnen er symptomen optreden zoals ernstige hoofdpijn, duizeligheid, verwarring, misselijkheid en braken. In ernstige gevallen kan cyanidevergiftiging leiden tot bewusteloosheid en overlijden. Als je bent blootgesteld aan cyanide zoek dan onmiddellijk medische hulp.

Behandeling van cyanidevergiftiging

De behandeling van cyanidevergiftiging omvat onder andere ademhalingsondersteuning. Medische professionals zullen zorgen voor een adequate zuurstoftoevoer. Afhankelijk van de ernst van de vergiftiging kunnen antidota (tegengif) zoals natriumthiosulfaat of hydroxocobalamine worden toegediend, om de cyanide in het lichaam te neutraliseren.

Radioactieve materialen

Radioactieve materialen zijn stoffen die instabiele atoomkernen hebben en ioniserende straling uitzenden. Deze stralingsbronnen (zoals uranium en plutonium) kunnen gevaarlijk zijn voor levende organismen en hun omgeving. Blootstelling aan radioactieve straling kan schade toebrengen aan cellen en weefsel, met mogelijke gezondheidseffecten zoals kanker en genetische schade. Onjuiste opslag of lozing van radioactieve materialen kan leiden tot milieuverontreiniging en langetermijneffecten.

Blijf uit de buurt van stralingsbronnen

Wanneer je wordt blootgesteld aan radioactieve stoffen (of er een mogelijkheid is van blootstelling), verplaats jezelf dan direct uit de nabijheid van de radioactieve bronnen om verdere blootstelling te voorkomen. Meet de stralingsdosis en zorg voor persoonlijke bescherming, zoals loodschorten of beschermende kleding. Bij blootstelling aan radioactieve stoffen kunnen zich verschillende symptomen voordoen. Acute stralingssymptomen zijn vaak misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid en koorts. Langdurige symptomen zijn een verhoogd risico op kanker en andere gezondheidsproblemen. Zoek onmiddellijk medische hulp voor een beoordeling van de blootstelling. Medische professionals zullen de blootstelling evalueren en de behandeling bepalen op basis van de ernst. Verwijder besmette kleding en reinig de huid om verdere blootstelling te voorkomen.

CFK’s

Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s) zijn chemische verbindingen die chloor, fluor en koolstofatomen bevatten. Deze stoffen breken de ozonlaag af en dragen bij aan het broeikaseffect. CFK’s werden vroeger vaak gebruikt als koelmiddelen in koelasten, airconditioners en spuitbussen, maar hun productie en gebruik zijn verminderd vanwege de schadelijke effecten op de ozonlaag. Chloorfluorkoolwaterstoffen worden vrijgegeven in de atmosfeer, waar ze uiteenvallen en er chlooratomen vrijkomen. Deze chlooratomen vernietigen ozonmoleculen in de stratosfeer, waardoor de ozonlaag dunner wordt. Dit leidt tot de vorming van zogenaamde ‘ozongaten’.

Ultraviolette straling

Door de afbraak van de ozonlaag in de stratosfeer kan schadelijke ultraviolette straling (UV-straling) de aarde bereiken. Deze ultraviolette straling is schadelijk vanwege de hoge energie die het draagt. UV-straling kan schade toebrengen aan het genetische materiaal (DNA) in cellen. Deze schade kan leiden tot mutaties en de vorming van kankercellen. Overmatige blootstelling aan UV-straling kan onder meer leiden tot huidkanker, zoals melanoom, basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom. Ook kan UV-straling oogschade veroorzaken, waaronder cataracten en schade aan het netvlies. Bovendien kan UV-straling het immuunsysteem verzwakken, waardoor het moeilijker wordt om infecties effectief te bestrijden.

Milieuschade

CFK’s hebben een potentieel negatief effect op het milieu en kunnen bijdragen aan klimaatverandering. Wanneer de ozonlaag dunner wordt en er dus meer blootstelling van UV-straling plaatsvindt, dan heeft niet alleen gevolgen voor mensen en dieren, maar ook voor planten. Sommige CFK’s zijn ook broeikasgassen. Deze hebben een hoog warmte vasthoudend vermogen en dragen bij aan het broeikaseffect en de opwarming van de aarde en klimaatverandering. Om deze negatieve effecten tegen te gaan zijn er internationale overeenkomsten opgesteld, zoals het Montreal Protocol. Dit internationale verdrag is opgesteld om de ozonlaag te beschermen en de productie van het gebruik van CFK’s te verminderen en te vervangen door milieuvriendelijkere alternatieven.

Inademing van hoge concentraties CFK’s

Als je in een omgeving met CFK’s werkt zorg dan voor voldoende ventilatie. Zoek bij inademing van hoge concentraties chloorfluorkoolwaterstoffen of bij symptomen zoals duizeligheid, misselijkheid of ademhalingsproblemen, direct medische hulp.

Xyleen

Xyleen is een kleurloze, ontvlambare vloeistof met een karakteristieke geur. Het wordt vaak gebruikt als oplosmiddel in verven, lakken, lijm en andere industriële toepassingen. Xyleen kan schadelijk zijn bij inademing of huidcontact. Inademing van xyleendampen kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken, evenals symptomen zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. Direct huidcontact met xyleen kan leiden tot huidirritatie en dermatitis. Blootstelling aan de ogen kan oogirritatie veroorzaken. Bij het inslikken van xyleen kunnen er maagdarmproblemen en misselijkheid optreden.

Spoel de huid en/of ogen

Als je wordt blootgesteld aan xyleen en symptomen ervaart, zorg dan zo snel mogelijk voor frisse lucht. Ga naar een goed geventileerde ruimte of naar buiten. Spoel de aangetaste huid onmiddellijk met overvloedig water. Spoel de ogen gedurende 15 minuten met zacht stromend water. Raadpleeg een arts als de symptomen aanhouden.

Chemotherapie medicijnen

Deze krachtige geneesmiddelen worden gebruikt om kanker te behandelen. En hoewel ze levensreddend kunnen zijn, zijn chemotherapie medicijnen potentieel giftig en schadelijk als je er onbedoeld aan wordt blootgesteld. Chemotherapie medicijnen kunnen schadelijke bijwerkingen veroorzaken, zoals misselijkheid, braken, vermoeidheid, en schade aan gezonde cellen en organen. Sommige chemotherapie medicijnen kunnen het risico op het ontwikkelen van secundaire kankers verhogen. Ook kunnen ze geboorteafwijkingen veroorzaken als ze worden ingenomen tijdens de zwangerschap.

Strikte veiligheidsprotocollen

Zorg voor strikte veiligheidsprotocollen bij het hanteren van deze medicijnen om de kans op blootstelling te minimaliseren. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals beschermende kleding, handschoenen en een veiligheidsbril, bij het werken met chemotherapie medicijnen. Werk in een goed geventileerde ruimte en voorkom inademing van dampen. Als je onbedoeld bent blootgesteld aan chemotherapie medicijnen (zoals inademing of huidcontact) schakel dan direct medische hulp in. Na blootstelling is het cruciaal dat de huid en/of ogen goed worden gereinigd.

Radioactieve jodium-131

Radioactieve jodium-131 is een chemisch element dat wordt gebruikt in de geneeskunde, maar kan bij lozingen in het milieu schadelijk zijn. Blootstelling aan radioactief jodium kan ioniserende straling veroorzaken, wat schade aan cellen en weefsels kan veroorzaken en het risico op kanker verhoogt. Radioactief jodium wordt geabsorbeerd door de schildklier, wat kan leiden tot schildklierbeschadiging en een verhoogd risico op schildklierkanker. Afhankelijk van de mate van blootstelling kunnen symptomen variëren, maar acute symptomen zijn zeldzaam.

Jodiumtabletten

Als er een grootschalige blootstelling plaatsvindt, kan evacuatie van het gebied noodzakelijk zijn. Er kunnen jodiumtabletten worden gebruikt om de schildklier te verzadigen en opname van radioactief jodium te voorkomen. Zoek bij blootstelling aan radioactieve jodium-131 onmiddellijk medische hulp voor een beoordeling van de blootstelling en het bepalen van de beste behandeling.

Trichlooretheen

Trichlooretheen is een kleurloze, niet-ontvlambare vloeistof die vaak wordt gebruikt als oplosmiddel in industriële processen, ontvettingsmiddel en reinigingsmiddel. Inademing van trichlooretheendampen kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken, duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn. Direct contact met de huid kan huidirritatie veroorzaken. Langdurige blootstelling aan hoge niveaus van trichlooretheen is geassocieerd met gezondheidsproblemen, waaronder schade aan de lever, nieren en het zenuwstelsel, evenals kanker. Blootstelling aan hoge concentraties van deze schadelijke stof kan een ernstige, acute vergiftiging veroorzaken die kan leiden tot coma of zelfs overlijden.

Symptomen

De symptomen van blootstelling aan trichlooretheen zijn onder andere duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken en irritatie van de luchtwegen. Als je bent blootgesteld aan trichlooretheen zorg dan direct voor goede ventilatie in de ruimte waar blootstelling heeft plaatsgevonden. Spoel de aangetaste huid onmiddellijk met veel water af. Raadpleeg een arts indien de symptomen aanhouden.

Vluchtige anorganische stoffen

Vluchtige anorganische stoffen (VIOS) zijn stoffen die bij normale temperaturen en druk snel kunnen verdampen in de lucht. In tegenstelling tot vluchtige organische stoffen (VOS) bestaan VIOS uit anorganische elementen of verbindingen. Afhankelijk van het specifieke type VIOS en de mate van blootstelling kunnen vluchtige anorganische stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid. Blootstelling aan hoge concentraties van deze stoffen kan leiden tot ademhalingsproblemen, oogirritatie, huidirritatie en andere gezondheidsproblemen. Daarom is het belangrijk om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen bij het werken met of (mogelijke) blootstelling aan VIOS. Dit omvat onder meer het gebruikt van persoonlijke beschermingsmiddelen, goede ventilatie in werkruimtes en het volgen van veiligheidsvoorschriften. Bij blootstelling aan vluchtige anorganische stoffen is het raadzaam om onmiddellijk medische hulp te zoeken als er symptomen optreden.

Wat is het verschil tussen organische en anorganische verbindingen?

Organische verbindingen zijn verbindingen die koolstofatomen bevatten (meestal gebonden aan waterstofzuurstof-, stikstof-, zwavel– of andere koolstofatomen). Organische verbindingen worden vaak geassocieerd met levende organismen en complexe moleculen, zoals koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA. Anorganische verbindingen daarentegen zijn alle andere verbindingen die geen koolstofatomen bevatten die niet direct gebonden zijn aan waterstof. Dit omvat onder andere zouten, metalen, mineralen en anorganische gassen zoals zuurstof, koolstofdioxide, waterstofchloride en ammoniak.

Koolstofatomen

Het belangrijkste onderscheid tussen organische en anorganische verbindingen is dus de aanwezigheid van koolstofatomen in organische verbindingen, terwijl anorganische verbindingen geen koolstofatomen (of alleen koolstofatomen die niet aan waterstof gebonden zijn) bevatten. Dit onderscheidt wordt echter in de moderne chemie soms minder strikt toegepast, omdat er enkele anorganische verbindingen zijn die koolstofatomen bevatten.

Waterstofchloride en ammoniak

Voorbeelden van vluchtige anorganische stoffen zijn onder andere waterstofchloride (HCI) en ammoniak (NH3). Deze stoffen kunnen vrijkomen uit industriële processen, fabrieken en natuurlijke bronnen. Ze kunnen bijdragen aan luchtverontreiniging en gezondheidsproblemen bij blootstelling. Het verminderen van VIOS-emissies is dan ook belangrijk om de luchtkwaliteit te verbeteren en de schadelijke effecten voor mens en milieu te minimaliseren.

Hexachloorbenzeen

Hexachloorbenzeen (HCB) is een organische verbinding die werd gebruikt als een insecticide en fungicide. Deze stof is echter verboden vanwege de schadelijke effecten voor mens, dier en milieu. HCB is giftig en kan zich ophopen in organismen. Het wordt beschouwd als mogelijk kankerverwekkend. Het inademen van hexachloorbenzeen kan leiden tot ademhalingsproblemen, irritatie van de luchtwegen, huidirritatie en schade aan de voortplantingsorganen. Het inslikken van HCB kan maagdarmklachten veroorzaken. Als je bent blootgesteld aan HCB zoek dan onmiddellijk medische hulp als de symptomen ernstig zijn. Bij huid- of oogcontact moet je grondig spoelen met water. Bij inademing van dampen is het belangrijk om snel te zorgen voor frisse (buiten)lucht.

Ethyleenoxide

Ethyleenoxide is een giftig en brandbaar gas dat wordt gebruikt als desinfectiemiddel bij het steriliseren van medische apparatuur. Ook wordt het gebruikt als grondstof in de chemische industrie. Ethyleenoxide is giftig bij inademing en huidcontact en kan schade veroorzaken aan het zenuwstelsel en andere organen. Bovendien is ethyleenoxide geclassificeerd als kankerverwekkend. De symptomen na blootstelling aan ethyleenoxide zijn onder andere hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en ademhalingsproblemen. Zoek bij inademing van ethyleenoxide-dampen onmiddellijk frisse lucht en indien nodig medische hulp. Spoel de aangetaste huid grondig met water. Zoek medische hulp als de symptomen aanhouden.

PFAS

Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) zijn chemicaliën met water- en vetafstotende eigenschappen. Daarom worden ze gebruikt in verschillende industriële en consumentenproducten, zoals waterafstotende kleding, anti-aanbakpannen en cosmetica. PFAS is schadelijk voor mensen, dieren en het milieu. Poly- en perfluoralkylstoffen zijn persistent en breken niet gemakkelijk af in het milieu, wat leidt tot opeenhoping. PFAS kan onder andere in het drinkwater terechtkomen als gevolg van lozingen bij industriële activiteiten en het looien van leer. PFAS worden soms in leerlooiprocessen gebruikt om het leer water- en vetafstotend te maken.

Brandblusschuimen

Ook werd PFAS vaak gebruikt in brandblusschuimen, vooral in schuimen die bekend staan als AFFF (Aqueous Film-Forming Foam) en FFFP (Film-Forming Fluoroprotein Foam). Deze schuimen waren vooral geschikt voor het blussen van vloeistofbranden zoals olie, benzine en chemicaliën. PFAS werd toegevoegd aan deze brandblusschuimen vanwege hun vermogen om een beschermende film te vormen op het oppervlak van de brandbare vloeistof, waardoor de brand werd gedoofd. Het gebruik van PFAS-houdende brandblusschuimen heeft echter geleid tot bezorgdheid over de verspreiding van PFAS in het milieu, met name op locaties waar deze schuimen werden gebruikt (zoals bijvoorbeeld luchthaven, militaire bases en brandweertrainingsfaciliteiten).

Ernstige milieuverontreiniging en gezondheidsrisico’s

Poly- en perfluoralkylstoffen kunnen terechtkomen in het oppervlaktewater, de bodem en het grondwater, wat kan leiden tot ernstige milieuverontreiniging en gezondheidsrisico’s voor de bevolking. Vanwege deze gevolgen hebben veel regelgevende instanties maatregelen genomen om het gebruik van PFAS in brandblusschuimen te beperken en te vervangen door alternatieven met minder negatieve milieueffecten.

Besmetting via voedsel of inademing

Naast besmet drinkwater kan PFAS ook via voedsel in het lichaam terechtkomen, vooral via vis en schaaldieren uit vervuilde wateren. Besmetting kan ook plaatsvinden door gewassen die zijn geteeld in met PFAS verontreinigende bodem. Tevens kun je worden blootgesteld door het inademen van PFAS-stofdeeltjes (bijvoorbeeld in de lucht rondom industriële fabrieken die poly- en perfluoralkylstoffen produceren of gebruiken).

Symptomen na PFAS-blootstelling

De symptomen van blootstelling variëren afhankelijk van de specifieke PFAS en de blootstellingsroute, maar kunnen onder andere maag-darmklachten veroorzaken. Sommige PFAS kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, waaronder schade aan de lever, immunosuppressie (beschadiging van het immuunsysteem) en mogelijk ook vormen van kanker. Om die reden is het belangrijk om contact met producten die PFAS bevatten te voorkomen en drinkwater uit (mogelijk) besmette bronnen te vermijden. Als je vermoedt dat je bent blootgesteld aan hoge concentraties PFAS is het verstandig om medische hulp te zoeken. Artsen kunnen de blootstelling dan beoordelen. Er is geen specifieke behandeling voor PFAS-vergiftiging. De medische zorg na blootstelling richt zich vooral op het verminderen van de symptomen en het monitoren van de gezondheid.

Triclosan

Triclosan is een antimicrobiële chemische stof die vaak wordt gebruikt in consumentenproducten, cosmetica en schoonmaakproducten, zoals zeep, tandpasta, deodorant en andere persoonlijke verzorgingsproducten. Deze stof kan schadelijk zijn voor het milieu, vooral wanneer het in afvalwater wordt geloosd, waar het het ecosystemen kan verstoren. Overmatig gebruik van triclosan kan leiden tot antimicrobiële resistentie, wat de effectiviteit van antibiotica kan verminderen. Om blootstelling aan deze stof te beperken is het aan te raden om minder producten te gebruiken die triclosan bevatten en de aanwijzingen op het etiket nauwgezet op te volgen.

Symptomen van blootstelling aan triclosan

De symptomen na blootstelling aan triclosan kunnen variëren, maar kunnen onder andere huidirritatie, allergische reacties of oogirritatie omvatten. Als er blootstelling optreedt (zoals bij contact met de huid of ogen) spoel de aangedane plekken dan minsten 15 minuten grondig met overvloedig lauw water. Raadpleeg een arts als de symptomen aanhouden (zoals aanhoudende irritatie, roodheid, pijn of veranderingen in het gezichtsvermogen).

Nitraten

Nitraten zijn chemische verbindingen die in meststoffen, drinkwater en voedingsmiddelen voorkomen. Ze komen van nature veel voor in groenten, vooral bladgroenten en wortelgewassen zoals selderij, spinazie, bieten, andijvie, radijs en kropsla. Nitraten worden op zichzelf niet als schadelijk beschouwd, maar ze kunnen in het lichaam worden omgezet in nitriet (wat in hoge concentraties wél schadelijk is).

Conserveermiddel en kleurstof

Nitriet is een chemische verbinding die bestaat uit een stikstofatoom (N) en twee zuurstofatomen (O). In de voedingsindustrie wordt nitriet vaak gebruikt als conserveermiddel en kleurstof, meestal in de vorm van natriumnitriet (NaNO₂) of kaliumnitriet (KNO2). Nitriet helpt de groei van bacteriën te remmen en geeft vleesproducten zoals bijvoorbeeld ham zijn karakteristieke roze kleur. Ook komt nitriet soms voor in ingeblikte soepen en stoofschotels, gerookte vis (zoals zalm en forel), sommige gerookte kazen, salami en cervelaatworst.

Methemoglobinemie

Echter kunnen hoge niveaus van nitriet giftig zijn voor mensen en dieren. In het lichaam kan nitriet zich namelijk binden aan hemoglobine in het bloed, waardoor de zuurstofopname wordt verstoord. Dit kan leiden tot zuurstofgebrek (bekend als methemoglobinemie). Bij zuigelingen is dit bekend als het ‘blauwe baby-syndroom’ en kan levensbedreigend zijn. Het gebruik van nitriet in voedsel is dan ook strikt gereguleerd om de gezondheid van consumenten te beschermen, en er zijn vastgestelde maximale toegestane niveaus. Het is belangrijk om je bewust te zijn van bronnen van nitriet in voedsel en ervoor te zorgen dat deze binnen de aanvaardbare limieten vallen.

Vorming van nitrosaminen

Onder bepaalde omstandigheden kan het consumeren van grote hoeveelheden nitriet leiden tot de vorming van nitrosaminen, organische verbindingen waarvan wordt aangenomen dat ze een carcinogene werking hebben. Vaak wordt gezegd dat je spinazie niet meermaals mag opwarmen omdat bij het opwarmen en afkoelen sommige nitraten worden omgezet in nitrieten (vooral wanneer deze bladgroente niet goed is afgekoeld en bewaard). Deze nitrieten kunnen reageren met bepaalde componenten in voedsel om schadelijke nitrosaminen te vormen. En hoewel deze zorg begrijpelijk is, is het belangrijk om het in perspectief te plaatsen.

Gevarieerd eten

Het eten van een gevarieerd dieet met veel groeten (waaronder spinazie) blijft over het algemeen een gezonde keuze. Het vermijden van meerdere opwarmrondes is een voorzorgsmaatregel, maar het is niet nodig om spinazie volledig te vermijden of je zorgen te maken over elke opwarmronde. Je eet immers niet iedere dag spinazie. Om het risico om de vorming van nitrosaminen te minimaliseren kun je overwegen om de voedingsmiddelen snel af te koelen en goed te bewaren in de koelkast. Laat het voedsel niet te lang buiten de koelkast staan.

Spinazie met een ei

Ook wordt vaak gezegd dat je spinazie maar beter niet kunt combineren met een ei. De combinatie van voedingsmiddelen die nitraten bevatten met eiwitten kan in sommige gevallen leiden tot de vorming van nitriet. Eiwitten (zoals die in eieren) kunnen fungeren als een bron van stikstof, wat de conversie van nitraten naar nitrieten kan bevorderen. Nitrieten kunnen op hun beurt weer reageren met andere componenten in voedsel om nitrosaminen te vormen, waarvan sommige als potentieel schadelijk worden beschouwd.

Afhankelijk van verschillende factoren

Dit betekent echter niet dat het gevaarlijk is om spinazie en eieren in een maaltijd te combineren. Het risico van nitrosaminevorming is laag en hangt af van verschillende factoren, waaronder de bereidingswijze, opslagomstandigheden en de aanwezigheid van andere voedingsstoffen. Bovendien is er niet voldoende wetenschappelijk bewijs om aan te tonen dat deze sporadische vorming van nitrieten en nitrosaminen via voeding, daadwerkelijk tot gezondheidsproblemen leidt. Eet gewoon gevarieerd en zorg ervoor dat je dieet rijk is aan groenten en eiwitten. En af en toe spinazie met een ei is geen enkel probleem.

Antioxidante eigenschappen

Nitraatrijke voedingsmiddelen zijn ook een belangrijke bron van voedingsstoffen en vezels, dus ze maken deel uit van een gezond dieet. Daarom is het belangrijk om groene bladgroenten af te wisselen met andere groenten, zoals bijvoorbeeld wortelen, rode bieten, bloemkool, sperziebonen, witlof of spruitjes. Het eten van verschillende kleuren groenten is een gezonde gewoonte, omdat verschillende kleuren vaak samengaan met verschillende voedingsstoffen en fytochemicaliën (bioactieve stoffen). Deze voedingsstoffen (zoals bijvoorbeeld vitamine K, ijzer, calcium, bètacaroteen, anthocyanenen, luteïne) zijn gunstig voor je gezondheid. Ze hebben vaak antioxidante eigenschappen en kunnen helpen om het risico op chronische ziekten te verminderen.

Cyanose

De gevaren en symptomen van blootstelling aan nitraten variëren afhankelijk van de mate van blootstelling en de individuele gevoeligheid. Symptomen kunnen variëren, maar bij ernstige blootstelling kunnen ze cyanose (een blauwachtige huidverkleuring), kortademigheid en andere tekenen van zuurstoftekort omvatten. Als je vermoedt dat je bent blootgesteld aan hoge niveaus van nitraten in drinkwater of voedsel, raadpleeg dan een arts voor advies. Er is geen specifieke antidotum voor nitraatblootstelling. Medische zorg kan gericht zijn op het behandelen van symptomen en het herstellen van de zuurstofverzadiging in het bloed. Vermijd verdere blootstelling aan nitraten door schoondrinkwater te gebruiken en evenwichtige voeding te consumeren.

Waterstofsulfide

Waterstofsulfide (H2S) is een kleurloos, sterk ruikend giftig gas dat voorkomt bij bepaalde industriële processen, maar ook in bepaalde natuurlijke omgevingen, zoals moerassen, riolen en vulkanische gebieden. Dit extreem gevaarlijke gas wordt ook wel zwavelwaterstof genoemd en kan al dodelijk zijn bij lage concentraties. H2S heeft doorgaans een scherpe, onaangename geur die wordt omschreven als die van rotte eieren. De meeste mensen kunnen deze geur detecteren, zelfs in zeer lage concentraties, omdat het menselijke reukvermogen zeer gevoelig is voor deze stof.

Reukvermoeidheid

Er kunnen echter situaties zijn (vooral bij hoge concentraties of langdurige blootstelling) waarbij H2S de reukzenuwen verdooft, waardoor mensen de geur niet langer waarnemen. Dit fenomeen staat bekend als reukvermoeidheid of -verlies. Het afnemen van het reukvermogen betekent echter niet dat de gevaren van waterstofsulfide verminderen. Het gas blijft nog steeds even giftig en kan onopgemerkt blijven tot het te laat is. En dat maakt van H2S een ware sluipmoordenaar. Het is dan ook zeer belangrijk dat je de gevaren van waterstofsulfide goed begrijpt en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen neemt, als je er een risico bestaat op mogelijke blootstelling aan H2S.

Gasdetectoren

Wanneer er risico bestaat op blootstelling aan waterstofsulfide dan moeten er speciale gasdetectoren worden gedragen die de aanwezigheid van H2S in de lucht nauwkeurig meten. Deze gasdectoren geven een alarm af wanneer de concentratie boven de grenswaarde uitkomt. De grenswaarden van H2S kunnen variëren afhankelijk van het land, de industrie en de specifieke arbeidsomstandigheden waarin het wordt gebruikt.

Goed geventileerde omgeving

Het herkennen van de symptomen van blootstelling aan waterstofsulfide is cruciaal voor snelle actie en medische zorg. Symptomen van blootstelling aan H2S zijn onder andere irritatie van de ogen, neus en keel, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, ademhalingsmoeilijkheden, verlies van bewustzijn, coma en overlijden. Als je bent blootgesteld aan waterstofsulfide moet je onmiddellijk naar een goed geventileerde omgeving gaan om de blootstelling te stoppen. Zoek direct medische hulp als er symptomen zijn.

Roep medische hulp in

Als iemand is blootgesteld aan H2S dan is het essentieel om die persoon onmiddellijk uit de besmette omgeving te verwijderen. Denk daarbij aan je eigen veiligheid, want ook jij kunt worden blootgesteld aan het gas. Zorg er ook voor dat ook alle andere personen in het gebied worden gewaarschuwd en het besmette gebied onmiddellijk verlaten. Bel 112 (of een ander noodnummer afhankelijk van het land waar je je bevindt) en roep medische hulp in. Maak goed duidelijk aan de hulpdiensten dat het om blootstelling aan H2S gaat. Als iemand niet meer ademt of bewusteloos is, start dan direct met reanimeren. Dit kan onder andere door mond-op-mondbeademing en hartmassage.

Mondmaskers met een luchtfilter

Als je mond-op-mondbeademing uitvoert op het slachtoffer houdt er dan rekening mee dat hij of zij nog steeds H2S kan uitademen, wat voor jou een risico vormt. Er bestaan speciale mondmaskers met een luchtfilter, zodat je jezelf kunt beschermen tegen mogelijke blootstelling aan waterstofsulfide. Deze persoonlijke beschermingsmiddelen worden vaak gebruikt door medisch personeel, om zichzelf te beschermen tijdens de behandeling van mensen die giftige stoffen hebben ingeademd. Bij twijfel en in gevallen van ernstige blootstelling aan H2S is het raadzaam om te wachten tot de professionele hulpverleners arriveren. Zij beschikken over de juiste training en uitrusting om het slachtoffer op een juiste manier te behandelen. Veiligheid staat immers altijd voorop.

Zuurstoftoediening en antidota

De behandeling van blootstelling aan waterstofsulfide is vooral gericht op het stabiliseren van de ademhaling en het verminderen van de toxiciteit in het lichaam. Zuurstoftoediening en het gebruik van antidota kunnen in sommige gevallen worden overwogen om complicaties te voorkomen, maar de behandeling moet altijd worden toegediend door vakkundig medisch personeel.

Strikte veiligheidsprotocollen

Er gelden strikte veiligheidsprotocollen op plaatsen waar H2S kan vrijkomen, zoals bijvoorbeeld in de (petro)chemische industrie. Voordat je op een locatie gaat werken waar waterstofsulfide kan vrijkomen, moet er eerst een grondige risicobeoordeling worden uitgevoerd. Dit omvat het identificeren van mogelijke bronnen van H2S-emissies, het bepalen van de (mogelijke) concentraties in de omgeving en het vaststellen van veiligheidsmaatregelen. Werknemers die op dergelijke locaties werken, moeten worden getraind in de herkenning van waterstofsulfide, het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en de juiste procedures voor noodgevallen. Persoonlijke beschermingsmiddelen omvatten onder andere ademhalingsapparatuur met H2S-filters of ademluchttoestellen en het dragen van H2S-gasdetectoren.

Duidelijke communicatieprotocollen

Daarnaast moeten er duidelijke communicatieprotocollen worden vastgesteld om werknemers op de hoogte te stellen van de aanwezigheid van waterstofsulfide en om noodprocedures te activeren in geval van blootstelling. Alle werknemers en andere aanwezigen in het gebied moeten op de hoogte zijn van deze noodprocedures, evacuatieplannen en eerste hulp maatregelen bij detectie van het gevaarlijke gas. Het nauwgezet naleven van deze veiligheidsprotocollen kan levens redden en ernstige gezondheidsproblemen voorkomen.

Aceton

Aceton is een veelvoorkomende chemische stof en organische verbinding. Het komt voor als een kleurloze, vluchtige vloeistof met een karakteristieke geur. Het is oplosbaar in water en wordt vaak aangetroffen in nagelakverwijderaars, verfverdunners, oplosmiddelen en sommige schoonmaakmiddelen. Aceton komt in geringe hoeveelheden ook van nature voor in het menselijk lichaam als bijproduct van metabolische processen. Bij blootstelling aan hoge concentraties kan aceton inademingsproblemen, irritatie van de ogen, de neus en de keel veroorzaken. Langdurige blootstelling aan hoge niveaus kan onder meer leiden tot hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid. Aceton is ook ontvlambaar, wat betekent dat het brandgevaarlijk is.

Ademhalingsmaskers met organische dampfilters

Blootstelling aan aceton kan optreden bij het gebruik van producten die aceton bevatten (zoals nagelakverwijderaars) of tijdens het werken met oplosmiddelen en verfverdunners. Aceton kan ook voorkomen in industriële settings waar deze stof als oplosmiddel wordt gebruikt. Om blootstelling aan hoge concentraties aceton te voorkomen is het belangrijk om de juiste preventieve maatregelen te nemen. Dit omvat het dragen van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals goedgekeurde ademhalingsmaskers met organische dampfilters.

Beschermende kleding en veiligheidsbril

Draag ook een veiligheidsbril met zijbescherming om je ogen te beschermen tegen spatten of morsen van aceton. Daarnaast is het van belang om geschikte handschoenen te dragen. Nitril- of neopreenhandschoenen worden vaak aanbevolen, omdat deze bestand zijn tegen aceton. Zorg ervoor dat de handschoenen in goede staat verkeren en vervang ze als ze beschadigd zijn. Tevens is het dragen van beschermende kleding (zoals een laboratoriumjas of overall) aan te raden om je huid te beschermen tegen contact met aceton. Zorg ervoor dat de beschermende kledingstukken geen openingen hebben waar aceton doorheen kan dringen.

Mechanische ventilatie

Ook is het belangrijk dat de ruimtes waar blootstelling aan aceton kan plaatsvinden, goed geventileerd zijn. Gebruik bij voorkeur mechanische ventilatie om de concentratie aceton in de lucht te minimaliseren. Daarnaast is het belangrijk dat er in je werkomgeving nooddouches en oogspoelstations aanwezig zijn, voor het geval van ongevallen waarbij aceton in contact komt met je huid of ogen. Deze nooddouches en oogspoelstations moeten toegankelijk zijn en snel kunnen worden geactiveerd, om gezondheidsschade zoveel mogelijk te beperken.

Frisse lucht

Als je wordt blootgesteld aan acetondampen moet je onmiddellijk frisse lucht inademen. Bij contact met de huid moet je de aangetaste huid zo snel mogelijk spelen met water en zeep. In geval van oogcontact moet je je ogen zeker 15 minuten met zacht stromend water spoelen. Zoek medische hulp als er ademhalingsproblemen optreden. De behandeling van blootstelling aan aceton kan variëren afhankelijk van de mate van blootstelling en de symptomen.

Organofosforverbindingen

Organofosforverbindingen zijn chemische stoffen die zeer gevaarlijk kunnen zijn bij blootstelling. Ze zijn neurotoxisch, wat betekent dat ze schade kunnen veroorzaken aan het zenuwstelsel. Organofosforvergiftiging is dan ook een ernstige aandoening die onmiddellijke medische aandacht vereist. Deze schadelijke stoffen worden vaak gebruikt in de landbouw als pesticide en insecticide, om ongedierte en plagen te bestrijden. Mensen die in de agrarische sector werken, zoals boeren en landarbeiders lopen dan ook risico op blootstelling.

Parasietbestrijding

Soms worden organofosforverbindingen ook gebruikt in de diergeneeskunde als parasietbestrijdingsmiddelen voor huisdieren en vee. In die hoedanigheid is er risico van blootstelling voor dierenartsen en dierenverzorgers. Daarnaast worden organofosforverbindingen gebruikt in verschillende industriële toepassingen, zoals in de productie van vlamvertragers, smeermiddelen en polymeren. Werknemers die in deze industrieën werken kunnen risico lopen op blootstelling aan de schadelijke stoffen.

Drinkwater

Door landbouwactiviteiten kunnen sommige van deze stoffen ook in het drinkwater terechtkomen. Ons drinkwater wordt weliswaar gezuiverd met behulp van drinkwaterzuiveringsprocessen om verschillende onzuiverheden te verwijderen, maar desondanks kunnen sommige organofosforverbindingen toch in het drinkwater terechtkomen. Het gebruik van deze schadelijke stoffen zoals pesticide en herbiciden in de landbouw kan leiden tot residuen in de bodem. Deze residuen kunnen uitspoelen en zo in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen, waaronder rivieren en meren die als bronnen voor drinkwater dienen.

Bestand tegen de zuiveringsprocessen

Ook kan er afvalwater in rivieren en beken worden geloosd dat afkomstig is van industriële processen waarin organofosforverbindingen worden gebruikt. Als deze waterlopen dienen als bronnen voor drinkwater, kunnen de verbindingen in de waterzuiveringsinstallaties terechtkomen. Drinkwaterzuiveringsinstallaties kunnen niet altijd alle organofosforverbindingen volledig verwijderen. Sommige verbindingen kunnen bestand zijn tegen de zuiveringsprocessen of in kleine hoeveelheden aanwezig blijven. Om de aanwezigheid van organofosforverbindingen in drinkwater te minimaliseren, zijn drinkwaterzuiveringsbedrijven verplicht om te voldoen aan strikte normen en richtlijnen voor waterkwaliteit. Er worden regelmatige monitoring en testen uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het drinkwater aan deze normen voldoet.

Neurologische effecten

Blootstelling aan organofosforverbindingen kan (afhankelijk van de mate van blootstelling) leiden tot symptomen zoals misselijkheid, braken, duizeligheid, ademhalingsproblemen, zwakte en neurologische effecten, waaronder spierkrampen en tremoren. In ernstige gevallen kan blootstelling aan hoge concentraties organofosforverbindingen leiden tot bewustzijnsverlies, convulsies en zelfs overlijden.

Stop de blootstelling

Als je wordt blootgesteld aan organofosforverbindingen is het belangrijk om de blootstelling onmiddelijk te stoppen. Verwijder jezelf en anderen uit de omgeving waarin de blootstelling plaatsvindt. Als organofosforverbindingen op je huid terechtkomen, spoel de blootstellingsplek dan grondig met water. Als de schadelijke stoffen in je ogen komen, spoel je ogen dan direct met overvloedig water gedurende ten minste 15 minuten. Raadpleeg bij inademing van dampen of inslikken van organofosforverbindingen onmiddellijk medische hulp.

Specifieke antidota en ademhalingsondersteuning

De behandeling van blootstelling aan organofosforverbindingen moet snel en professioneel zijn. In ernstige gevallen is ziekenhuisopname vaak noodzakelijk. De behandeling kan onder meer door het gebruik van specifieke antidota (zoals atropine of obidoxime) om de effecten van de vergiftiging tegen te gaan. Daarnaast kan ook ondersteunende zorg nodig zijn zoals het handhaven van een open luchtweg. Zo kan er ademhalingsondersteuning worden geboden met behulp van ademhalingsapparatuur om de ademhaling te stabiliseren, als de patiënt moeite heeft met ademen.

Nauwlettende observatie

Patiënten met neurologische symptomen moeten nauwlettend worden geobserveerd. Het monitoren van de vitale functies, de neurologische toestand en andere symptomen is essentieel om de reactie op de behandeling te volgen. Afhankelijk van de aard en de ernst van de neurologische symptomen, kan asymptomatische behandeling nodig zijn. Dit kan het beheren van aanvallen omvatten, het verstrekken van intraveneuze vloeistoffen om uitdroging te voorkomen, en het bieden van andere ondersteunende zorg.

Preventieve maatregelen

Er zijn verschillende preventieve maatregelen die je kunt treffen om blootstelling aan organofosforverbindingen te voorkomen. Als je in de landbouwsector werkt, zorg er dan voor dat je goed geïnformeerd bent over het gebruik van pesticiden. Volg trainingen en cursussen over veilig gebruik van deze bestrijdings- en gewasbeschermingsmiddelen en zorg ervoor dat je weet hoe deze stoffen op de juiste manier moeten worden opgeslagen en afgevoerd. Draag de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen bij het hanteren van pesticiden, zoals handschoenen, beschermende kleding, ademhalingsbescherming en een veiligheidsbril. Volg de richtlijnen en aanbevelingen op het etiket van de pesticiden nauwgezet op. Gebruik alleen de voorgeschreven hoeveelheden en bestrijdingsmethoden.

Controleer het putwater

Was je handen en lichaam grondig na het werken met pesticiden. Verwijder besmette kleding en was deze apart. Bewaar pesticiden altijd op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen en huisdieren. Zorg ervoor dat pesticiden niet kunnen lekken of morsen. Gooi gebruikte containers op de juiste manier weg volgens de voorschriften. Als je putwater gebruikt, zorg er dan voor dat de put goed is afgedekt en veilig is voor gebruik. Controleer het water regelmatig op verontreinigingen, inclusief pesticiden.

Landbouwkundig advies

Zorg ook voor een goede ventilatie in opslagruimtes voor pesticiden om de ophoping van dampen te voorkomen. Vermijd direct contact met behandelde gewassen gedurende de vastgestelde herbehandelingstermijnen. Blijf uit de buurt van recent bespoten gebieden. Als je regelmatig met pesticiden werkt, overweeg dan regelmatige medische controles om mogelijke blootstelling te detecteren. Daarnaast is het verstandig om een professionele agronoom (landbouwkundige) of een expert op het gebied van pesticiden en landbouwpraktijken te benaderen voor advies. Organofosforverbindingen zijn krachtige chemicaliën en daarom is het essentieel om de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen om de gezondheid te beschermen.

PAK’s

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) zijn een groep van chemische verbindingen die voorkomen in koolstofhoudende materialen zoals olie, steenkool en gas. Ze kunnen ontstaan door onvolledige verbranding van organische stoffen. PAK’s worden niet bewust gebruikt maar ze worden gegenereerd tijdens processen zoals verbranding van fossiele brandstoffen, houtverbranding, tabaksrook en industriële processen (zoals bijvoorbeeld het produceren van aluminium, staal en teerproducten). Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen komen onder andere voor in luchtvervuiling, waterverontreiniging en in de bodem.

Verschillende gezondheidsrisico’s

PAK’s kennen verschillende gevaren en gezondheidsrisico’s. Sommige Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen zijn kankerverwekkend, vooral bij langdurige blootstelling. Tevens kan blootstelling aan PAK’s leiden tot schadelijke effecten op de voortplanting en de ontwikkeling van een foetus. Daarnaast kunnen PAK’s de huid irriteren en verschillende huidaandoeningen veroorzaken. Ook kan het inademen van deze schadelijke stoffen leiden tot luchtwegproblemen. De symptomen van blootstelling aan PAK’s kunnen variëren afhankelijk van de duur en intensiteit van de blootstelling, maar hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en huidirritatie komen vaak voor. Bij ernstige symptomen is het belangrijk om direct medische hulp te zoeken.

Ontgifting met actieve kool

De behandeling kan variëren, afhankelijk van de symptomen en de mate van blootstelling. Een arts kan een grondige evaluatie uitvoeren, inclusief het beoordelen van de symptomen, het vaststellen van de ernst van blootstelling en het uitvoeren van geschikte tests (zoals bloedonderzoek). De behandeling is voornamelijk gericht op het verlichten van de symptomen. Dit kan variëren van pijnverlichting en het behandelen van ademhalingsproblemen, tot het verzorgen van huidirritatie. Bij ernstige blootstelling kan zuurstoftherapie nodig zijn om ademhalingsproblemen te behandelen. Ook kan het nodig zijn om intraveneuze vloeistoffen toe te dienen. In sommige gevallen kan het gebruik van actieve kool worden overwogen om PAK’s te absorberen. De effectiviteit van deze ontgifting varieert afhankelijk van het type en de hoeveelheid ingenomen Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen.

Niet roken en vermijd verbrand voedsel

Er zijn verschillende preventieve maatregelen die je kunt nemen om blootstelling aan PAK’s te voorkomen. Rook niet en vermijd omgevingen waar gerookt wordt. Zorg voor goede ventilatie in ruimtes waar verbrandingsprocessen plaatsvinden. PAK’s kunnen ook worden aangetroffen in gebakken, geroosterd, gerookt en gegrild voedsel. Je kunt het risico op blootstelling aan deze schadelijke stoffen verminderen door vlees en ander voedsel niet te laten aanbranden of te laten verkolen. Vermijd open haard- en barbecuerook. Als je thuis een open haard of een BBQ gebruikt, zorg dan voor een goede ventilatie om de blootstelling aan rook te minimaliseren.

Schonere energiebronnen en elektrische voertuigen

Draag beschermende kleding en ademhalingsbescherming in situaties met bekende PAK-blootstelling (bijvoorbeeld als je werkt in een industrie waar PAK’s aanwezig kunnen zijn) en volg de geldende veiligheidsprotocollen. Zorg voor een goede persoonlijke hygiëne. Was je handen grondig of neem een douche na mogelijke blootstelling aan PAK’s, vooral als je in industrieel vervuilde gebieden hebt gewerkt. Ondersteun beleid en initiatieven die gericht zijn op het verminderen van luchtverontreiniging en de uitstoot van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. Kies daarom voor schonere energiebronnen en elektrische voertuigen.

Ethyleenglycol

Ethyleenglycol is een heldere, kleurloze, stroperige vloeistof die wordt gebruikt in verschillende toepassingen, zoals antivries in koelsystemen van voertuigen, oplosmiddel in de chemische industrie en in sommige persoonlijke verzorgingsproducten. De vloeistof wordt ook gebruikt in de productie van kunststoffen, inkten, verven en harsen.

Ernstige vergiftiging

Ethyleenglycol is toxisch voor mensen en dieren. Het kan leiden tot ernstige vergiftiging als het wordt ingeslikt, ingeademd of in contact komt met de huid of met de ogen. Een vergiftiging met deze schadelijke stof kan levensbedreigend zijn. De symptomen van een ethyleenglycolvergiftiging kunnen onder andere zijn: misselijkheid, braken, buikpijn, duizeligheid, hoofdpijn, ademhalingsproblemen en neurologische symptomen. Ernstige vergiftiging kan leiden tot nierfalen, hartproblemen en neurologische schade.

Competatieve inhibitie

Bij vermoedelijke blootstelling aan ethyleenglycol moet onmiddellijk medische hulp worden ingeroepen. De behandeling omvat vaak het toedienen van fomepizol (een antidotum) om de omzetting van ethyleenglycol in giftige stoffen te remmen. Ook wordt ethanol vaak ingezet als tegengif. Ethanol kan zelf weliswaar ook giftig zijn bij overmatige inname, maar de behandeling met ethanol is gebaseerd op het principe van zogenaamde ‘competatieve inhibitie’. Wanneer ethanol in bepaalde hoeveelheden wordt toegediend, kan het de omzetting van ethyleenglycol in zijn meer giftige metabolieten remmen. Metabolieten zijn stoffen die betrokken zijn bij het metabolisme (het chemische proces in levende organismen waarbij voedingsstoffen worden omgezet in andere essentiële moleculen voor groei, herstel en normale lichaamsfuncties). Metabolieten zijn tussen- of eindproducten van deze metabolische reacties.

Strikte begeleiding van een medisch professional

Behandeling met ethanol mag alleen worden uitgevoerd onder strikte begeleiding van een medisch professional en met een zorgvuldige doseringscontrole, om de giftigheid van ethanol te minimaliseren. De voordelen van ethanolbehandeling wegen doorgaans op tegen de risico’s bij gecontroleerd gebruik. De keuze tussen behandeling met ethanol of fomepizol wordt gemaakt door een arts of ander professioneel medisch personeel, op basis van de specifieke omstandigheden van de patiënt.

Zoete smaak

Blootstelling aan ethyleenglycol kan worden voorkomen door enkele maatregelen te treffen. Ga veilig om met antivriesproducten. Als je met antivriesproducten moet werken, draag dan beschermende kleding, handschoenen en een veiligheidsbril om contact met de huid en ogen te voorkomen. Bewaar ethyleenglycol altijd buiten het bereik van kinderen en huisdieren. Ethyleen heeft een zoete smaak en kan daarom aantrekkelijk zijn voor kinderen en huisdieren zijn. Zorg er daarom voor dat deze schadelijke chemicaliën veilig worden opgeslagen in afgesloten containers op een veilige plek.

Lekkages repareren

Regelmatig onderhoud van voertuigen is essentieel om lekkages van koelvloeistoffen te voorkomen. Laat eventuele lekkages zo snel mogelijk repareren. Wanneer je oude koelvloeistof (of andere producten die ethyleenglycol bevatten) wilt weggooien, volg dan de plaatselijke voorschriften voor het veilig afvoeren van gevaarlijke stoffen. Giet ethyleenglycol nooit in riolen of afvoerputten. Wees je bewust van de gevaren van ethyleenglycol en ken de symptomen van vergiftiging. Snelle medische hulp is van levensbelang als je bent blootgesteld aan deze chemicaliën.

Gechloreerde weekmakers

Gechloreerde weekmakers zijn chemicaliën die vaak worden gebruikt om de flexibiliteit en duurzaamheid van plastic en rubberproducten te verbeteren. Ze kunnen voorkomen in allerlei alledaagse gebruiksvoorwerpen zoals plastic speelgoed, kabels, slangen, kunststof slippers, rubberen handschoenen, plastic tassen, auto-interieurbekleding, dashboardpanelen, kunstleren kledingstukken, matrassen, kussens, medische apparatuur, vloerbedekking en dichtings- en isolatiematerialen. Deze weekmakers kunnen schadelijk zijn omdat ze schadelijke chloriden bevatten. Chloriden zijn chemische verbindingen die bestaan uit chlooratomen en andere elementen.

Langdurige blootstelling

Langdurige blootstelling aan gechloreerde weekmakers kan onder meer leiden tot gezondheidsproblemen, zoals huidirritatie, oogirritatie, ademhalingsproblemen, misselijkheid, braken en zenuwschade. Bij blootstelling aan gechloreerde weekmakers is het belangrijk om onmiddellijk medisch hulp te zoeken. De behandeling kan variëren afhankelijk van de ernst van de symptomen. Bij ernstige symptomen zal een arts onmiddellijk moeten vaststellen wat de oorzaak is en de ernst van de blootstelling beoordelen. De behandeling zal voornamelijk gericht zijn op het verlichten van de symptomen. Dit kan onder andere door het toedienen van zuurstof, het behandelen van de huidirritatie en het stabiliseren van vitale lichaamsfuncties.

Doorspoelen van het maag-darmkanaal

Als de blootstelling recent is, kan de arts overwegen om de patiënt te behandelen met methoden om de hoeveelheid weekmakers in het lichaam te verminderen. Dit kan onder meer door het doorspoelen van het maag-darmkanaal of het toedienen van bepaalde medicijnen. Afhankelijk van de symptomen kan de patiënt ondersteunende zorg nodig hebben, zoals intraveneuze vloeistoffen om uitdroging te voorkomen, de pijn te verlichten of specifieke symptomen te behandelen. Sommige gevallen van ernstige blootstelling aan gechloreerde weekmakers kunnen leiden tot langdurige gezondheidsproblemen. In dergelijke gevallen kan de behandeling zich richten op het beheren van de chronische gezondheidseffecten. De behandeling hangt af van de specifieke situatie en de symptomen. Daarom mag de patiënt alleen worden beoordeeld door medische professionals, die de juiste stappen kunnen ondernemen om de symptomen en verdere gezondheidsschade te voorkomen.

Vermijd contact met beschadigd plastic

Om blootstelling aan gechloreerde weekmakers te voorkomen moet je contact vermijden met oude plastic- en rubberproducten, vooral als ze beschadigd zijn. Gebruik beschermende handschoenen en oogbescherming bij het hanteren van producten die deze chemicaliën kunnen bevatten. Zorg voor goede ventilatie in ruimtes waar deze chemicaliën aanwezig kunnen zijn. Kies voor producten met alternatieve weekmakers die als veiliger worden beschouwd. Vooral voor producten die in direct contact komen met voedsel en medische toepassingen worden tegenwoordig veiligere alternatieven ontwikkeld. Bij twijfel over de aanwezigheid van gechloreerde weekmakers in specifieke producten, kun je het beste de fabrikant raadplegen.

Voldoen aan wet- en regelgeving

In het belang van onze veiligheid en het milieu is het essentieel om verantwoord om te gaan met gevaarlijke en verontreinigende stoffen. Het minimaliseren van de risico’s begint dan ook met het volgen van strikte veiligheidsprotocollen en richtlijnen. Zorg voor de juiste training en certificering van personeel om ongelukken te voorkomen. Houd altijd rekening met de eigenschappen van de stof, zoals toxiciteit en brandbaarheid, en kies de juiste beschermende uitrusting. Bij opslag en transport moeten schadelijke stoffen op de juiste manier worden gelabeld en van elkaar gescheiden worden gehouden, om onbedoelde chemische reacties en andere ongevallen te voorkomen. Zorg er daarom voor dat opslagfaciliteiten en transportvoertuigen voldoen aan alle wettelijke vereisten.

Behouden van onze gezondheid en ecosystemen

Bij het hanteren van gevaarlijke en verontreinigende stoffen is een gedetailleerd noodplan van cruciaal belang. Dit plan beschrijft de procedures voor noodsituaties en de specifieke trainingen voor het personeel. Regelmatige inspecties en onderhoud van apparatuur en faciliteiten verminderen de kans op lekken en incidenten. Blijf altijd op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en technologie, om de veiligheid te verbeteren. Veiligheid vormt immers de basis voor het behouden van onze gezondheid en ecosystemen.

Terug naar boven ↑

Logo Allemaal Veilig